Ignaas Devisch
Gerda Sterk
Non-fictie
  • 2353 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

7 april 2021 Vuur
Ignaas Devisch (Brugge, 15 augustus 1970) is een Belgisch professor in de filosofie, medische filosofie en ethiek. Hij werkt als filosoof aan de Universiteit Gent en de Gentse Arteveldehogeschool.
Hij was 5 jaar gastonderzoeker aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Zijn onderzoek gaat vooral uit naar vraagstukken over autonomie en verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg.
_Wat is er speciaal aan vuur?
Misschien dacht u – net als ik: Waarom zou een filosoof een boek wijden aan zo’n alledaags verschijnsel als vuur? Al lezend overtuigde Devisch mij van een samenhang die ik zonder hem nooit zou gezien hebben. De beheersing van het vuur is de grondslag van onze vrijheid. Zonder vuur is er geen cultuur. De mens is een kokende aap? Niet “money”, maar vuur “makes the world go around” (p. 27)!

Maar inderdaad, zo legt hij uit in het eerste hoofdstuk (Het mythologisch narratief), al van oudsher was de mens gefascineerd door vuur. Het leek zó vreemd en machtig dat het goddelijk moest zijn. Prometheus gaf het geheim stiekem aan de mensen. Voor Gilgamesj is het een destructieve kracht. In de Edda ontstaat het leven door het samengaan van vuur en ijs. In het zoroastrisme is vuur het symbool voor waarheid, kennis en zuivering.
Overal ter wereld waren/zijn er mythen en rituelen die samenhangen met vuur, zoals in Indië waar mensen elk jaar met brandende takken smijten ter ere van Agni Keli, tijdens een festival.

Vuur boezemt angst in en wordt bovendien gebruikt om angst aan te jagen. Zo zitten we snel bij de monotheïstische godsdiensten: het vuur is niet meer van alle goden, het is van dé god en wie dat niet erkent “kan rekenen op verbranding in een allesverzengend vuur” (p. 38). God verschijnt in het Oude Testament regelmatig als vuur, Hij houdt ervan te Zijner ere iets levends te zien verbranden op offertafels en gebiedt Abraham zelfs zijn zoon Isaak als brandoffer te gebruiken.

In het christendom en in de islam wint de doctrine van de duivel en een helse vuurzee steeds meer macht. Bosch beeldde dat eeuwige verbrand worden angstaanjagend uit op het rechter paneel van “De Tuin der Lusten”. (zie deze en een paar andere afbeeldingen in het midden van het boek)
_De mens temt het vuur
Oude filosofen dachten na over het vuur, want het is tenslotte één van de vier natuurelementen. Herakleitos brak er het hoofd over, Aristoteles ook en natuurlijk Plato met zijn beroemde Allegorie van de Grot.

“Vuur is in de moderne samenleving een technische kwestie geworden en niet langer een object van beschouwing” (p. 70) Het heeft “te maken met de verdwijning van God als centraal referentiepunt” (p. 72). Devisch spreekt meermaals over het verband tussen de beheersing van het vuur en vrijheid. Da Vinci ziet een verband tussen vuur, zon en de waarheid.

Sinds de uitvinding van het buskruit, het gebruik van dynamiet, de exploitatie van olie, kolen en hout gaat het via verlossing naar Verlichting en dan in snelle lijn naar verspilling, global warming, luchtvervuiling, vernietiging van de natuur rond ons, en uiteindelijk de vernietiging van onszelf.

Sinds de jaren ´70 is duidelijk dat de “braspartij” niet kan blijven duren.
_De keerzijde van de vooruitgang
Deel 3 van de uitgave is gewijd aan de desastreuze gevolgen van de verspilling. “Mijn auto mijn vrijheid” is voor iemand die dagelijks in de file staat, een holle leuze geworden. We hebben god uit ons leven gebannen, de poort open gezet naar de vrijheid, maar ook een zware verantwoordelijkheid op de eigen schouders geladen.

De verbrandingsmotor gaf ons een nooit gekend comfort, maar de grondstoffen zijn eindig gebleken. Terwijl we de aarde aanpassen aan ons comfort, putten we ze uit en “daar waar geld en macht worden verdeeld” lijkt het nog niet doorgedrongen dat we “de wereld naar de knoppen helpen”.
_Het helioceen
Devisch stelt een oplossing voor: in plaats van fossiele grondstoffen te verbranden of oplossingen te zoeken voor het afval van kernenergie, kijken we beter omhoog: daar schijnt de zon! De zon is de oorsprong en de bron van alle leven en biedt ons een schier eindeloze energievoorraad.

De technici moeten praten met filosofen, met beleidsmakers, met economen en ecologen en met iedereen die zoekt naar de beheersing van het vuur in ons voordeel, maar met grote aandacht voor de mogelijke nadelen. Laat ons na het “antropoceen”, toetreden tot het helioceen!
_Besluit
De auteur zei in een interview met Radio 1 dat hij het boek schreef om de scheppende en de vernietigende kracht van het vuur en zijn plaats in de geschiedenis te schetsen. Het is tegelijk een uitnodiging om na te denken over het vuur en bij uitbreiding over het vraagstuk van energie in de wereld.

Hij verwijst regelmatig naar wetenschappers, maar vooral naar filosofen. Maarten Boudry wordt een paar keer geciteerd, al gaat Devisch niet met alles uit het boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat akkoord. Zo vinden we bijvoorbeeld in de (uitgebreide) Noten op p. 248 waarom hij het niet eens is met een bepaald idee.
Een lange Bronnenlijst laat zien dat de auteur de raad van Theo de Wit niet in de wind sloeg: “… dat filosofie begint met de nauwgezette lectuur van wat anderen hebben overdacht...”

Dit zou best een profetisch boek kunnen zijn, en ik raad daarom de lectuur ten zeerste aan.

Wees gerust: Devisch legt het véél beter uit dan ik hier doe! Zijn onderwerp is gewichtig, maar de stijl die hij hanteert niet. Hij gebruikt humor, last af en toe een anekdote in, is actueel (ja, ook COVID-19 komt op de proppen). Hij geeft regelmatig de kerkelijke leer een veeg uit de pan, en vooral: hij doet ons nadenken.

Soberder leven zal niet genoeg zijn. We hebben een ommekeer nodig!
Ignaas Devisch
Gerda Sterk
Non-fictie
Lid van Humanistisch Verbond, VJV, SKEPP
_Gerda Sterk - Recensent
Meer van Gerda Sterk

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies