Maarten Boudry
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 3721 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

28 augustus 2019 Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat
Waarom zijn we tegenwoordig zo pessimistisch? Misschien gaat het eigenlijk toch niet zo slecht? Misschien gaat het wel zo goed met de wereld als sommige mensen – bijvoorbeeld Barack Obama in 2016 - beweren. Of Steven Pinker. Of zoals Hans Rosling, die met een overvloed aan tabellen, peilingen, percentages, cijfers, statistieken en enquêtes bewijst dat onze kennis over de vooruitgang in de wereld ”belabberd” is.
We zijn met 8 miljard mensen en daarvan zijn er nog “slechts” 8% die onder de armoedegrens leven. De kindersterfte is gedaald tot 4,25%. In Europa worden de mensen gemiddeld 81,4 jaar oud. Pokken, polio, runderpest, malaria, mazelen, rode hond zijn geheel of bijna volledig uitgeroeid.
De bevolkingsaangroei in de wereld neemt af sinds de jaren ‘70. 85% van de wereldbevolking kan lezen en schrijven. Er is geen democratische recessie: er zijn 97 democratieën op 167 landen. Zware milieuvervuiling in rijke Westerse landen is bijna helemaal de wereld uit geholpen. Landbouwopbrengsten liggen 10 maal hoger dan vroeger, door veredeling en het gebruik van kunstmest.
We zijn blijkbaar globaal overschattende pessimisten, maar persoonlijk optimisten. (“Met mij gaat het goed. Met ons gaat het slecht.” - Paul Schnabel). De wereld gaat er met een rotvaart op vooruit, maar we merken het niet.
Gedeeltelijk is dat zeker te wijten aan de media, voor wie goed nieuws geen nieuws is. Slecht nieuws reist sneller, en ons brein is negatief ingesteld door de onderliggende “survival of the fittest.” Doemdenkers klinken diepzinnig en échte intellectuelen zijn pessimisten. Dreigende toekomstvoorspellingen worden door activisten overdreven om impact te hebben. (Greenpeace, Artsen Zonder Grenzen, enz.) Maar de wereld gáát niet bergaf.
Maar racisme dan? Dat is toch nooit zo aanwezig geweest? Toch niet. In feite gaat racisme achteruit en verdwijnt zelfs, terwijl ook hier het verschijnsel geldt: meer klachten, minder incidenten.

Maar sedert het boek van Thomas Piketty weten we toch dat we een enorme, groeiende ongelijkheid kennen? Rijkdom wordt steeds meer geconcentreerd en komt in handen van een steeds kleinere elite.
Volgens Maarten Boudry is dit idee van ongelijkheid een obsessie. “Ongelijkheid is slecht, ongelijkheid is onrechtvaardig”, zingen we in koor. Nochtans zijn alle mensen verschillend en is ongelijkheid dus de norm. Ongelijkheid is niet hetzelfde als armoede, en in een vrije samenleving is ongelijkheid zelfs wenselijk, want ze zet aan tot inventiviteit en ondernemen. Viktor de Raeymaeker
Ongelijkheid “mag” doorgaans echter niet, uit afgunst. We gunnen wél rijkdom als die verdiend is en niet voortkomt uit onrechtvaardigheid (denk door geen belastingen te betalen, bijvoorbeeld). Maar ongelijkheid mag natuurlijk de democratie ook niet ondergraven (zoals met de miljoenen die besteed worden aan verkiezingscampagnes).
En de islamisering dan, waarbij het decadente en slappe Europa wordt veroverd door de viriele en krachtige islam? In het Verenigd Koninkrijk zijn zelfs shariarechtbanken toegelaten… We kennen toch die moslims die “de boel willen overnemen”? Er zijn amper gematigde moslims, en diegenen die het zogenaamd zijn, spreken met een dubbele tong.
De cijfers tonen nochtans heel wat anders: enkel een (aanzienlijke) minderheid van de moslimgemeenschap in West-Europa verwerpt onze liberale democratie. Europese moslims kampen met het sombere beeld van de islam die de doodstraf wil voor afvalligheid, die steniging wil voor overspelige vrouwen. Een islam voor wie homoseksualiteit verwerpelijk is en waarop zelfs de doodstraf staat in 10 landen. Een islam waarin de vrouw altijd moet gehoorzamen aan de man. Maar een fundamentalistisch christendom en fundamentalistische islam zijn onderhevig aan dezelfde seculiere krachten en zouden niet meer dan een stuiptrekking zijn, niettegenstaande de “wraak van de wieg” (een hoog geboortecijfer). Moderniteit, wetenschap en Verlichting schieten dus wortel.
De schrijver verwerpt zelfs het ecologisch doemdenken (“the uninhabitable earth” van David Wallace-Wells). Natuurlijk warmt de planeet op en ligt dat aan ons. Dit is geen complot van “de groene jongens”. Wij moeten er dus ook wat aan doén en dat kunnen we het best door toepassing van de vele technologieën die nu al bestaan. Zo is bijvoorbeeld nucleaire energie eigenlijk niet zo slecht. Integendeel: het is een beloftevolle technologie en de meest efficiënte en propere manier om veilig energie te produceren, zeker met de meest recente kerncentrales. Nog beter zouden thoriumcentrales zijn die hun eigen afval kunnen recycleren, die geen meltdown veroorzaken, een veel hoger rendement hebben en waarvoor er enorme voorraden grondstof bestaan.
Gentechnologie is grotendeels taboe. Nochtans zorgt deze technologie voor een grotere opbrengst en is ze goed voor het klimaat. Gentechnologie ondervindt echter grote hinder omwille van de paniek die gezaaid wordt door de groene activisten. Doem “verkoopt” misschien, maar wérkt niet en is gevaarlijk.
De grote boosdoener is natuurlijk het neoliberalisme/kapitalisme, terwijl we net veel kunnen leren van de neoliberalen. Keynes, Friedman en Hayek zijn volgens de auteur misbegrepen. Critici hebben af en toe wel een punt, maar de schrijver houdt niet van “de puinhoop en de rommel die critici over het neoliberalisme bijeen geschreven hebben”, en hij houdt dus niet van mensen zoals Chomsky, N. Klein of Paul Verhaeghe, die kritisch staan tegenover vrijhandel, deregulering en privatisering. Eigenlijk is er weinig niét goed aan het neoliberalisme, behalve dan de deregulering die verantwoordelijk was voor de financiële puinhoop van 2008.
Natuurlijk heeft de staat wel een belangrijke rol te spelen en zijn belastingen geen diefstal, maar juist noodzakelijk voor de werking van de staat. Vanzelfsprekend moet er groei en vooruitgang zijn, want vooruitgang maakt gelukkig. Halfslachtige oplossingen zijn uiteraard nooit goed. De NMBS is daarvan een voorbeeld: het moet een commercieel bedrijf zijn en toch mag het niet bloot staan aan de druk van de vrije concurrentie - twee dingen die niet samengaan.
Maarten Boudry is bewonderenswaardig erudiet en zo objectief als mogelijk is wanneer men een tegendraads standpunt moet innemen zónder zich te laten meeslepen met de stroom van populaire inzichten en vooroordelen.
Dit is een uitdagend boek, want de auteur valt gangbare ideeën en opinies frontaal aan en lijkt alle momenteel bekende alternatieven voor allerhande hedendaagse problemen uitgezocht te hebben, daar de meest controversiële uit te kiezen en deze er als oplossingen tegenover te stellen.

Een boek dus dat je als lezer in elk geval doet twijfelen aan het wijdverspreide idee dat de wereld naar de knoppen gaat.
Maarten Boudry
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies