12 juli 2025
Taal geven aan muziek. Een nieuwe harmonieleer
De auteur vraagt zich in zijn inleiding af hoe je de ervaring van muziek kan beschrijven. Taal is immers niet in staat weer te geven wat er met je gebeurt als je luistert naar muziek. Hoe helder en duidelijk de muzikale klanken ook zijn, je kunt je beleving ervan niet goed onder woorden brengen, net zomin als je dromen of geuren en kleuren kunt beschrijven. Alles wat je erover zegt, klinkt flets; het doet geen recht aan het bijzondere van je ervaring, je emotie. Je dwingt je gewaarwording in een keurslijf dat haar niet past.
Tegelijk kunnen we het niet laten om over muziek te praten. Ze is te belangrijk om onbesproken te blijven. Muziek is een grotere openbaring dan alle wijsheid en filosofie, vond Beethoven.
Zonder muziek zou het leven een vergissing zijn, schreef Nietzsche. Violist Yehudi Menuhin beweerde dat muziek lichaam en geest aaneen smeedt, je bedwelmt zonder kater achteraf, je geloof geeft zonder dogma en liefde zonder haat, en je zowel thuis laat voelen in de fysieke als in de metafysieke werkelijkheid. En Schopenhauer was blijkbaar van mening dat muziek het diepste wezen van de wereld openbaart en de diepste wijsheid uitspreekt, in een taal die de rede niet kan verstaan. Hoe zou je over zoiets belangrijks kunnen zwijgen?
Maar wat kun je er dan wel over zeggen? Wat moet je aan met een verschijnsel waar geen taal op past? Als je je tot de deskundigen wendt om woorden te vinden voor wat je beleeft aan muziek, de musicologen die zich professioneel met muziek bezighouden, krijg je meestal nul op het rekest. Hun analyses en beschrijvingen zijn vaak volledig gespeend van de muzikale ervaring en de betekenis daarvan. Zij hebben het over van alles en nog wat: harmonieleer, compositieprincipes, stijlvormen, wederzijdse beïnvloedingen, schoolvorming, onderlinge twisten van componisten en wat niet al. Maar de kern van waar het bij muziek om draait, de esthetische ervaring en de interpretatie daarvan, ontbreekt meestal.
Dat kan niet kloppen, zou je zeggen.
Gaat het bij muziek niet juist om die twee dingen, de ervaring en haar betekenis? Zijn het niet juist de klanken en hun interpretatie, de waarneming en de innerlijke verwerking ervan, die de essentie van muziek uitmaken? Het zijn de betovering van muziek en de verbeelding die zij oproept, die maken dat je een instrument wilt leren spelen, naar concerten gaat en naar cd’s luistert. Daarom wil je erover lezen, ga je er met anderen over praten en voel je de behoefte om je eigen ervaringen en ideeën erover te vergelijken met die van anderen.
Toch zie je wel vaker, meent de schrijver, dat de kern waar het in een discipline om zou moeten draaien geheel is verdwenen uit de studie ervan. Enkele voorbeelden…
Toen hij ooit rechten studeerde, ging het zelden over rechtvaardigheid, laat staan zijn eigen denkbeelden daarover. Hij volgde naar eigen zeggen ook een tijdlang colleges kunstgeschiedenis, waar met geen woord werd gerept over wat schoonheid is. En toen hij zelf filosofie gaf aan de universiteit, was het stilzwijgende beleid dat studenten die uit begeerte naar wijsheid kwamen uitzoeken wat de zin van hun leven was, maar beter in het eerste studiejaar konden afvallen. De essentie van een vak wordt dus wel vaker genegeerd.
Deze tegenstrijdigheid is echter bij muziek nog flagranter en verbazingwekkender dan bij andere vakken. Muziek betovert je ziel en je geest. Ze kan je op magische wijze van gedaante veranderen, je gevoelens en gedachten transformeren, je verbeelding losmaken uit het alledaagse en je conventionele voorstellingen. Zij heeft de kracht om je boven jezelf uit te tillen, naar een andere, hogere vorm van ervaring. Dat is waar het eigenlijk om draait bij muziek, schrijft kessels. Hoe kun je die kern dan buiten beschouwing laten? Maar tegelijk, hoe kun je die kern in je beschouwingen betrekken, als je niet eens in staat bent om er woorden aan te geven? Wat moet je aan met een ervaring die ontsnapt aan je taalvermogen? Ziedaar het dilemma. Waarover je niet kunt spreken, daarover zwijg je best, zegt Wittgenstein.
Gelukkig staan ons naast de gewone, alledaagse taal nog andere uitdrukkingsmogelijkheden ter beschikking, zoals poëzie en literatuur, kunst en
verbeelding. Daarin is de muzikale ervaring wél weer te geven, bijvoorbeeld als ‘een splijtend moment’ waarop ‘de zon bij je doorbreekt’, je ‘kippenvel’ krijgt en ‘de deur van je gevangenis opengaat’, ‘het dak van je hersenpan wordt getild’ en ‘God even met je meekijkt’ (Leonard Nolens). Of omgekeerd, als je muziek beleeft als ‘een verkoolde woestenij’ waarin je ‘zit te staren naar een roze wolkenrand’, afwisselend in ‘hoop en wanhoop’ (Gerrit Komrij). Daarmee kun je ten minste een idee geven van wat je overkomt. Toch?
verbeelding. Daarin is de muzikale ervaring wél weer te geven, bijvoorbeeld als ‘een splijtend moment’ waarop ‘de zon bij je doorbreekt’, je ‘kippenvel’ krijgt en ‘de deur van je gevangenis opengaat’, ‘het dak van je hersenpan wordt getild’ en ‘God even met je meekijkt’ (Leonard Nolens). Of omgekeerd, als je muziek beleeft als ‘een verkoolde woestenij’ waarin je ‘zit te staren naar een roze wolkenrand’, afwisselend in ‘hoop en wanhoop’ (Gerrit Komrij). Daarmee kun je ten minste een idee geven van wat je overkomt. Toch?
Weliswaar wagen we ons, volgens de auteur, met dat soort beelden buiten de reguliere taal en beschrijving. De officiële kennis, de wetenschap, kan er niet mee uit de voeten. Haar taal is geen poëzie, maar alleen nuchtere uiteenzetting. Toch denkt hij dat de oplossing van het dilemma in die richting gezocht moet worden, de richting van poëzie en verbeelding, van niet-reguliere taal en subjectieve voorstellingen.
Over de muzikale ervaring kun je volgens Kessels daarom alleen spreken in termen van metaforen en beelden, onalledaagse vergelijkingen en uitdrukkingswijzen. Het veronderstelt een andere manier van denken en een andere harmonieleer, gebaseerd op een andere kennisleer. In zijn ogen komen die kortweg hierop neer.
(…) De ervaring van muziek is te beschouwen als een aaneenschakeling van spontane, droomachtige oordelen die de verstandelijke analyse te buiten gaan. Die oordelen hangen samen met je geschiedenis en cultuur, je verstandelijke en emotionele ontwikkeling, je karakter en temperament, de hele structuur van je innerlijke en uiterlijke wereld. Daarin ligt besloten wat sommige filosofen een ‘duistere kennis’ noemen: een vorm van kennis die je niet helder voor ogen staat. Het kost vaak grote inspanning om haar te verhelderen, net als in de socratische anamnese, de ‘herinnering’ van je innerlijk weten. Dat weten bevat allerlei vooronderstellingen, a-prioribeginselen, verborgen premissen van de ervaring. Het zijn de grondslagen van je persoonlijke perspectief.
(pp.11 – 12)
(…) De ervaring van muziek is te beschouwen als een aaneenschakeling van spontane, droomachtige oordelen die de verstandelijke analyse te buiten gaan. Die oordelen hangen samen met je geschiedenis en cultuur, je verstandelijke en emotionele ontwikkeling, je karakter en temperament, de hele structuur van je innerlijke en uiterlijke wereld. Daarin ligt besloten wat sommige filosofen een ‘duistere kennis’ noemen: een vorm van kennis die je niet helder voor ogen staat. Het kost vaak grote inspanning om haar te verhelderen, net als in de socratische anamnese, de ‘herinnering’ van je innerlijk weten. Dat weten bevat allerlei vooronderstellingen, a-prioribeginselen, verborgen premissen van de ervaring. Het zijn de grondslagen van je persoonlijke perspectief.
(pp.11 – 12)
Het kan verkeren. Beweerde Leibniz immers niet dat: ‘Als je naar muziek luistert, je zonder het te beseffen een vorm van wiskunde bedrijft, een spel met verhoudingen in ruimte en tijd.’ Schopenhauer preciseerde dat tot: ‘Muziek is een onbewuste oefening in metafysica waarin de geest niet weet dat hij aan het filosoferen is.’ En schreef Wittgenstein niet dat ‘Muzikale thema’s in zekere zin beweringen zijn. (…) Mensen denken tegenwoordig dat wetenschappers er zijn om hen te onderwijzen, en dichters, musici enovoort om hen te vermaken. Dat die laatsten hun ook iets kunnen leren, komt niet in hen op.’
In de ogen van deze en andere denkers is de beleving van muziek dus wel degelijk verbonden aan kennis. Het is echter kennis van een andere orde, in een andere taal dan de gebruikelijke, een ander symboolsysteem. Zij heeft te maken met verbeelding en kunst, met wat achter de taal en de waarneming verborgen ligt, met beelden die je ervaring kleuren en metaforen die je perspectief bepalen, allerlei onbewuste en ongearticuleerde noties. Die bevatten, nog steeds volgens Kessels, de verborgen structuurprincipes van ervaring. Ze maken het mogelijk om muziek te horen als een verhaal of een beschouwing, een bouwwerk in klank, een schilderij in kleuren, een dans in de vorm van een ballet, of wat dan ook. Het zijn voor hem allemaal ‘spiegels van de ziel’.
Als dat klopt, als in die verbeeldingen inderdaad een duistere kennis besloten ligt, een bredere vorm van betekenisgeving en een dieper inzicht dan de gewone taal kan articuleren, dan moeten wij naast de reguliere harmonieleer, of eigenlijk daaraan voorafgaand, er nog een heel andere op nahouden, een die niet-conceptueel is, of preconceptueel, en die zich kenbaar maakt in gevoel en verbeelding.
Mijns inziens kan je de ervaring van muziek inderdaad omvatten als een aaneenschakeling van spontane, ietwat feeërieke oordelen die de louter verstandelijke analyse denkbaar te buiten gaan. Zulke oordelen vallen zeer zeker samen met je eigen geschiedenis en cultuur, je eigen verstandelijke en emotionele ontwikkeling, je eigen karakter en temperament, plus natuurlijk de hele structuur van je innerlijke en uiterlijke wereld. Daar ligt immers steevast een soort van niet ‘zomaar’ te verhelderen kennis besloten, een soort van zwarte doos vol met inzichten die ons (nog) niet helder voor ogen staan.
Het is dan ook niet steeds eenvoudig om zo’n pakketje ‘nog niet ontsloten’ informatie oordeelkundig te duiden, te interpreteren en toe te lichten, want het staat bol van de vooronderstellingen, a-prioribeginselen, verborgen premissen en nog los te kappen, bijzonder ruwe bouwstenen van het bestaan…
Iedereen mee? Eenmaal, andermaal…
Verkocht!
Benny Madalijns
Meer van Benny Madalijns
Iedereen mee? Eenmaal, andermaal…
Verkocht!
Benny Madalijns