23 oktober 2025
De filosofie van de kroeg
Dit boekje biedt je een inzicht in enkele mijmeringen van de schrijver. Vanuit een vertrouwde omgeving, dat een stamcafé toch is, schetst hij met een morele leidraad hoe we betere menselijke interacties kunnen aangaan. Zoek je mee naar een betere manier om samen te leven? Sluit je dan niet langer op in een digitale bubbel, maar ga op zoek naar de informele speelruimte waar men je welkom heet en je ook welkom bent, genaamd ‘kroeg’.
De kroeg is een informele speelruimte waar de dingen niet al te letterlijk worden genomen en waar je niet op elke zin wordt vastgepind.
Hans Schnitzler
Enkele decennia terug, volgde ik aan de VUB een opleiding die me het diploma ‘economie’ opleverde. Op weg naar dat diploma sleet ik ook heel wat uurtjes in de mij vertrouwde studentencafés in de buurt. Jaren later, volgde ik een opleiding die me het certificaat ‘bierkenner’ opleverde. Vandaag denk ik af en toe terug aan ginds en toen en overdenk dan het hier en nu. Als werktuig neem ik hiertoe dan wel eens schrijfsels van hedendaagse filosofen ter hand. Het was dan ook geen toeval dat dit boek op mijn wenslijstje belandde.
De titel van het boek prikkelde mijn zintuigen. Uiteraard was ik er me van bewust dat dit essay overgewaaid is vanuit noordelijke richting. Met een oog op de Vlaamse lezer zou de titel misschien beter kunnen worden verwoord als ‘Filosofie van de bruine kroeg’ of als ‘Filosofie van het stamcafé’. Welke naamgeving ook wordt gebruikt, het wordt vanaf de eerste pagina duidelijk dat dit werk vooreerst een filosofische inslag heeft. In het boek zet de schrijver de zoektocht in naar een betere vorm van ‘samenleven’, die minder verzuurd, inclusiever, minder giftig, verdraagzamer en speelser is.
In het boek doorloopt de auteur verscheidene maatschappelijke observaties die zich met name door de toenemende individualisering én digitalisering manifesteren. Inderdaad, we worden overprikkeld door de permanente aanwezigheid van onze smartphone, we leven in een beeldcultuur, en we willen onszelf voortdurend via een klein schermpje tentoonstellen aan de andere. Maar echt in contact komen met die andere doen we niet of nauwelijks meer. Tenzij het is om een conflict aan te gaan. De waarden van de verlichting, waaronder vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid krijgen gaandeweg dan ook een flauwe nasmaak stelt de auteur. Het voorgaande is kort samengevat zowat het vertrekpunt voor wat volgt.
Vriendelijkheid is een kleine deugd met in potentie grote gevolgen: ze werkt namelijk aanstekelijk.
Hans Schnitzler
Wie de lezer wil leiden moet een boeiend verhaal schrijven. En welke middel is daar beter toe geschikt dan een boek? Wie de lezer wil verleiden moet hem dorstig maken. En welke plek is daar beter toe geschikt dan een kroeg? Het is dan ook een welgekomen verademing dat de auteur zijn geschreven overdenkingen brengt vanop een barkruk. Het café fungeert tegelijkertijd als achtergrond en ‘warm nest’ van waaruit hij zijn verhaal vertelt. Het café vormt voor de schrijver de ideale proeftuin waarin op een ongedwongen manier menselijke interacties tot stand komen.
Net zoals het sportterrein en de vereniging, is het café de ideale plek voor het bijbrengen van de finesses in de samenlevingskunst. “De leefbaarheid van een samenleving is afleesbaar in de kwaliteit van haar kroegen,” schreef de socioloog Gerrit Jansen. “Je kan er de andere zien door hem te ontzien” of “Je komt er nabij door afstand te houden” voegt de schrijver er beeldend aan toe. Je zoekt er elkaar op maar je bent er dus ook nog wat terughoudend.
De auteur beleeft de kroeg als een ontmoetingsplek waar vriendelijkheid, gezelligheid en humor het vrije verkeer van geesten onder bekende onbekenden mogelijk maakt, een plek tot ademruimte waarin je op zoek gaat naar ‘de juiste maat’. De schrijver bedoelt met dit laatste dat je er elkaar dient te benaderen met de nodige tact, wat mensenkennis en inlevingsvermogen veronderstelt.
In enkele uren is het boek uitgelezen, maar je kan er maandenlang over nadenken.
Johan Braeckman
Ikzelf vul er graag bij aan dat je er ook op zoek gaat naar de geschikte gesprekspartner waarmee je enerzijds essentiële morele waarden deelt, maar waarmee je ook onderling verschillende standpunten kunt uitwisselen. Niet elk verschil dient uit te monden tot een geschil, zoals dat in de gepolariseerde buitenwereld geldt. ‘Elke mens is voor elke andere mens een medemens’ schrijf ik hier neer, terwijl mijn gedachten even in Gaza vertoeven.
Toen ik een aanzet nam tot het schrijven van deze recensie, dook ik voorafgaand in het publieke, digitale geheugen. Na enkele klikken belandde ik op de internetpagina van het tijdschrift ‘De lage landen’, waar ik een eerder lovende recensie aantrof van de hand van ‘onze’ filosoof Johan Braeckman. Ik raad alvast iedereen aan om hierna ook even naar die recensie door te klikken. Johan Braeckman stelt hierin wel ‘het doemdenken over de buitenwereld’ door Hans Schnitzler wat in vraag. Terecht misschien omdat de beweringen van die laatste inderdaad niet gestaafd worden met feiten- of onderzoeksmateriaal. Onterecht misschien omdat het nu eenmaal een aanvoelen is dat gaandeweg door veel mensen wordt gedeeld.
Het maakt er alvast onze tijdloze liefde voor de wereld, onze “Amor Mundi” zoals de filosofe Hannah Arendt dat omschrijft, niet minder om. De ene ontwikkelt die liefde, voor een wereld die we in gelijkheid en verscheidenheid delen, van thuis uit, de andere zoekt een andere omgeving op, en nog een andere neemt deel aan het gezelschapsleven. De filosoof beklimt daartoe soms een berg van waarop hij de wereld kan overschouwen. Of hij nestelt zich op een barkruk die hij vindt op een plek waar ‘de ondraaglijke lichtheid van het bestaan’ ingeruild wordt voor de ‘bevrijdende lichtheid van de ontmoeting’.
Alain Surkol