11 december 2025
Ooggetuigen van de bevrijding: september 1944 – Mei 1945
Bram de Graaf studeerde geschiedenis in Utrecht met focus op Latijns-Amerika. Hij werkt als journalist voor diverse bladen en als researcher voor studies over de Tweede Wereldoorlog. Over deze oorlog publiceerde hij in 2015 ‘Het verraad van Benschop’ waarin hij de razzia beschreef in het Utrechtse boerendorp Benschop van februari 1945 waarbij een groot deel mannen weggevoerd werd en zeven van hen onmiddellijk gefusilleerd.
In 2016 verscheen Spion van Oranje, het verhaal van Engelandvaarder Bram Grisnigt, die als spion naar Nederland terugkeerde en opgepakt werd. Hij is één van de tien Nederlanders die de auteur in het besproken werk zal volgen gedurende de laatste maanden van de Duitse bezetting.
Met uitzondering van de Ardennen was de bevrijding van België in september 1944 vlug geklaard. De bevrijding van Nederland was een zwaardere klus. Eerst op 5 mei 1945 capituleerde de Duitse bezetter in Nederland en het laatste stukje Nederland, het Waddeneiland Schiermonnikoog, werd pas op 11 juni 1945 bevrijd.
De auteur volgt tien personen die de bevrijding en de aanloop ertoe op uiteenlopende wijze ervaren hebben. Hun verhaal wordt telkens voorafgegaan door een korte beschrijving van de krijgsverrichtingen die tot de capitulatie van Nazi-Duitsland geleid hebben.
Bram Grisnigt, de hoofdpersoon uit het boek Soldaat van Oranje werd op 22 september 1943 boven Nederland gedropt om voor het verzet de radiocommunicatie met Londen te verzorgen. Hij werd op 3 februari 1944 gearresteerd en via het gevangenenkamp Vught kwam hij terecht in de concentratiekampen Sachsenhausen en Ravensbrück. Hij overleefde de oorlog.
Jan Thyssen had minder geluk. Als leider van de Raad van Verzet werd hij waarschijnlijk verraden en op 9 november 1944 gearresteerd. Samen met 274 gijzelaars werd hij op 8 maart 1945 geëxecuteerd als vergelding van de aanslag op Rauter, de hoogste Duitse SS’er in Nederland.
Johan Baumeister uit Deventer is een speciaal geval. Vader Baumeister was Duitse onderdaan en werd begin 1943 opgeroepen voor het leger. Een jaar later werd ook zijn zeventienjarige zoon Johan ingelijfd in de Wehrmacht. Hij werd ingezet aan het front in de Vogezen tegen de oprukkende Amerikaanse troepen. In tegenstelling tot zijn vader kon hij met veel geluk ontkomen en na een kort krijgsgevangenschap keerde hij in het voorjaar van 1946 naar Deventer terug.
Hoe de andere personages het ervan afgebracht hebben zal de lezer zelf moeten ontdekken.
De bevrijding van Nederland eiste een zware tol. Wel twintigduizend Nederlanders kwamen om in gevechten, weer twintigduizend stierven als gevolg van de hongerwinter en zeker vijftienhonderd verzetsstrijders gaven hun leven in het laatste oorlogsjaar. Aan de zijde van de Geallieerden sneuvelden ongeveer dertienduizend soldaten op Nederlandse bodem. De Duitsers telden vijftien- à twintigduizend doden.
Ook de materiële schade was enorm. Grote gebieden stonden onder water. Zeeland werd zwaar getroffen nadat de dijken op Walcheren door bombardementen vernietigd waren. Een kleine honderdduizend woningen waren compleet verwoest en zeker vijfenvijftigduizend huizen zwaar beschadigd. De woningnood zou nog lang aanhouden.
De bevrijding was zeker niet voor iedereen een feest. De algemene feestvreugde contrasteerde met het leed dat vele families getroffen had en dat nog jaren na de bevrijding zou nawerken.
In een klare schrijfstijl weet de auteur op boeiende wijze het verhaal te brengen van de bevrijding na acht maanden strijd op Nederlandse bodem. Een aanrader.
Ignace Claessens