Jonathan Safran Foer
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 3565 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

18 februari 2020 Het klimaat zijn wij
‘Doe iets!’. Het is de oproep van Jonathan Safran Foer, Amerikaans auteur van romans en non-fictiewerk, om onze vraatzuchtige leefstijl waarmee we de planeet vernietigen, te wijzigen. We weten het allemaal: we moeten minder vliegen, minder autorijden, minder consumeren, minder voedsel verspillen,… Kortom minderen dus.
Maar we dóen het niet. Auteurs blijven er boeken over schrijven en wij blijven ze lezen - ik besprak hierover al de titels ‘Ooit aten we dieren’, ‘Nooit meer slachten’ en ‘Het geluk van het genoeg’.

We veranderen ons gedrag niet. Deze niet van tafel te vegen vaststelling is de rode draad doorheen dit boek van Safran Foer. Het lukt ons niet om iets te doen. Omdat we het niet geloven of omdat we het niet echt (willen) wéten. En bij die ‘we’, daar rekent de auteur zichzelf ook bij. Hij is de schrijver van het bekende en baanbrekende ‘Dieren eten’. Maar zelf slaagt hij er niettemin evenmin in zijn gedrag daadwerkelijk op grondige wijze te veranderen.
Door al het opzoekingswerk voor zijn boeken komt hij tot de conclusie én verdedigt hij de stelling dat stoppen met het eten van dierlijke producten de meest effectieve maatregel is om de klimaatverandering tegen te gaan. Echter, zélfs voor hem blijft die hamburger soms onweerstaanbaar. Hij worstelt er bovendien mee dat hij nog steeds zuivelproducten blijft eten - bij kaas komt meer CO2 vrij dan bij varkensvlees volgens de cijfers in dit boek. Zijn verklaring is dat de klimaatcrisis nu eenmaal iets abstracts en eclectisch is en zich bovendien traag voltrekt, met als gevolg dat we wel wéten dat we ‘iets moeten doen’ maar niet daadwerkelijk tot actie overgaan. En dat staaft hij met tal van niet naast te kijken, verhelderende vergelijkingen.
De reden waarom dat zo is, is ‘des mensen’. De feiten alléén zijn niet genoeg om ons massaal te mobiliseren. We zijn géén klimaatontkenners, maar we gedragen ons wel als klimaatontkenners. De schrijver houdt hierover in een apart en opmerkelijk hoofdstuk een intelligente dialoog met zichzelf. Die innerlijke spraak is confronterend voor de ik-persoon, maar niet minder óók voor de lezer.
Reeds bij de inleiding is het overduidelijk dat Safran Foer tevens een romanschrijver is. Het is een puik geschreven en interessant boek met talrijke - uiterst veelzijdige - uitweidingen over de meest uiteenlopende onderwerpen, historische feiten, wetenschappelijk belangrijke gebeurtenissen én niet in het minst over onze menselijke psyche. Dit alles om aan te tonen waarom we doen wat we doen of net niét doen. De schrijver verweeft zijn opmerkelijke familiegeschiedenis mee in het hele boek, geïnspireerd door het ziek- en sterfbed van zijn moedige grootmoeder. Dat dit ziekbed in zijn vroegere jongenskamer staat, en hij hele stukken van zijn boek daadwerkelijk zittend naast dat bed neerschrijft, geeft het lezen van deze uitgave een bijkomende, boeiende dimensie.
Lyriek dus, maar ook de apocalyptische werkelijkheid. Hij slaat ons om de oren met de harde, onontkoombare cijfers. Opbeurende lectuur is het allesbehalve. Er bekruipt je als lezer een fatalistisch gevoel. Heeft het nog wel zin om ons gedrag te veranderen? Hebben we het ‘point of no return’ niet al bereikt of zelfs overschreden? De tijd dringt, of erger nog: we hébben geen tijd meer. We trappelen ter plaatse, onszelf ondertussen wijs makend dat knappe koppen weldra of tijdig met een technologische oplossing zullen komen. ‘Maar dat is zowel een illusie als een utopie’, dixit Safran Foer.

De bijkomende confrontatie met het feit dat de groepen van wie de voetafdruk het kleinste is, het eerst en het sterkste de gevolgen van de klimaatverandering ondergaan, doet beseffen dat ook op dàt punt de ongelijkheid en de oneerlijkheid duidelijk wordt. Het rijke Westen behoudt – voorlopig - zijn hoge levensstandaard, het vegetarische Bangladesh verzuipt.
We hebben maar één wereld, maar we leven alsof we er vier ter beschikking hebben. Als we onze enige thuis willen beschermen, rest ons nog maar één manier, lezen we in deze uitgave, en dat is het collectief overstappen op een veganistisch eetpatroon. Alle andere middelen komen volgens de analyses van het International Energy Agency veel te laat om de klimaatverandering nog te kunnen terugdraaien.

‘Doe iets!’ is de oproep van de auteur. Wat doe ík hier nu mee? vraag ik me af - wetende dat, volgens de auteur, de overgrote meerderheid van de mensen zijn eetgewoonten niet zal veranderen. Moet ik er de brui aan geven? Of toch nog maar wat meer inspanningen leveren en óók die smeuïge brie of die heerlijke harde geitenkaas schrappen? En onderneem ik alleen op gebied van voeding nog iets, of zal ik toch ook zoveel mogelijk de trein blijven nemen? Het lezen van dit boek lijkt de indruk te geven dat ik misschien toch op dat vliegtuig zou kunnen stappen zolang er daar maar veganistische maaltijden worden geserveerd.
De lezer wordt aangesproken om tot actie over te gaan, maar heeft de overheid niet eveneens de opdracht om correct te handelen en niet steeds de economie prioriteit te geven? Het zijn misschien bedenkingen die niet passen in een recensie. Maar het is eenzelfde verwarring die gevoeld wordt wanneer men met verschillende meningen wordt geconfronteerd. Wie heeft er het meest “gelijk”? Wie heeft er een verborgen agenda? Waar zit het addertje onder het gras? Welke industrie lobbyt het best?

Niets doen kan ondertussen evenwel geen optie zijn. Tegen beter weten in toch optimistische en positieve keuzes blijven maken, dat is de boodschap van dit boek. Het feit dat we behoren tot landen met de grootste voetafdruk betekent ook dat we die relatief gemakkelijk kunnen verkleinen. Safran Foer stelt voor om tijdens het avondeten geen dierlijke producten te eten en per jaar twee vliegtuigreizen minder (Huh, twee minder? Amerikaanse normen? Of ben ik niet de norm?) te maken. Onze voedselkeuzes en andere relevante keuzes zijn besmettelijk en beïnvloeden anderen om ons heen. Eén individu dat beslist om anders te gaan leven zal de wereld niet veranderen, de som van miljoenen van dergelijke beslissingen zal dat wel doen. Een collectieve revolutie wordt door individuen gedragen.
Iedereen kan dus individueel beslissen om een positieve keuze te maken. Doemdenken en cultuurpessimisme zullen geen oplossing brengen. En ook al zijn er daarbovenop nog belangengroepen die er baat bij hebben dat we ons gedrag niet veranderen, toch zijn we op vele vlakken de goede kant aan het opgaan. We zijn het aan onszelf verplicht om het glas te blijven zien als halfvol. Altijd. Altijd.
Jonathan Safran Foer
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies