9 september 2020
Laten we beginnen
Dit is een brievenboek (nog net voor de coronacrisis geschreven) waarin 25 “fijne, zoekende, geëngageerde, jonge mensen” die Dominique Willaert ontmoette in Victoria Deluxe waar ze een stage volgden of deelnamen aan projecten, tijdens theatervoorstellingen van Theater Aan Zee in Oostende en het Arcatheater in Gent, aan bod komen.
Hij wil graag zijn inzichten en kennis, verbonden aan ervaring, delen met jonge mensen en ondertussen ontdekken “wat hun ideeën zijn en of ze met hun stem en dromen de wereld opnieuw kunnen betoveren”. Uit die ontmoeting tussen jongeren en volwassenen ontstond een intens, verrijkend contact, een vorm van kwetsbaar en open onderzoek waarbij het opviel hoe jongeren proberen zichzelf en/of hun omgeving te begrijpen en/of te veranderen, zonder te oordelen of iets “goed” was of “slecht”, “juist” of “fout”. Dit boek is een poging om een stem te geven aan de jongeren (leeftijd tussen 17 en 29 jaar, 15 meisjes en 10 jongens) die opgroeien in dit land.
Het werd een gevarieerde groep omdat onze samenleving gevarieerd is en niet iedereen gelijk is: sommige jongeren zijn bevoorrecht, anderen hebben het lastig. Dat is meteen ook het thema van dit boek: “Hoe kunnen we ons uit deze ongelijkheid bevrijden? Hoe kunnen we de ruimte van onze verbeelding vergroten en een andere wereld voorstellen?”
Dominique Willaert is “links” of dan toch zoals we dat nog altijd breed bepalen. Derhalve zijn de ideeën en opvattingen die een grote rol spelen bij de manier waarop en het soort vragen hij aan de jonge mensen stelt: streven naar een sociaal, economisch en ecologisch rechtvaardige samenleving; zich inzetten in de strijd voor een betere wereld met gelijke rechten voor iedereen, ongeacht afkomst, gender, huidskleur, seksuele voorkeur en geloofsovertuigingen; dit met inbegrip van alle waarden die daarin vervat zijn.
Dominique Willaert is “links” of dan toch zoals we dat nog altijd breed bepalen. Derhalve zijn de ideeën en opvattingen die een grote rol spelen bij de manier waarop en het soort vragen hij aan de jonge mensen stelt: streven naar een sociaal, economisch en ecologisch rechtvaardige samenleving; zich inzetten in de strijd voor een betere wereld met gelijke rechten voor iedereen, ongeacht afkomst, gender, huidskleur, seksuele voorkeur en geloofsovertuigingen; dit met inbegrip van alle waarden die daarin vervat zijn.
De 20 vragen (met uitleg) die Dominique stelt, zijn een prachtige en pertinente (hulp)lijst waarmee je met een linkse reflex de toestand van onze huidige maatschappij kan “zien” en bevragen.
- Het gebruik van geweld door de Westerse landen om “ons” model elders op te leggen.
- Concurrentie en competitie als dominant principe en reflex in onze kapitalistische maatschappij.
- Het ontbreken van zelfbeschikkingsrecht. Ons huidig kapitalistische systeem hecht geen belang aan werk met goesting zodat werknemers werken met een zodanige tegenzin dat mensen “crashen” of eindigen met een burn-out. Werknemers verkopen hun arbeid in ruil voor een loon. Daar ontbreekt dan alle arbeidsvoldoening bij en elke waardering door anderen.
Mensen die niet “slagen” worden met de vinger gewezen. Het is immers hun eigen fout. - De definitie van wat de schrijver wil (en of dat ook is wat jongeren willen): een wereld met gelijke rechten voor iedereen, ongeacht afkomst, gender, huidskleur, seksuele voorkeur, geloofsovertuiging.
- “Identiteitspolitiek” en het herkennen van de vele lagen deelidentiteiten.
- Elke menselijke relatie wordt omgevormd tot koopwaar en tot een geldelijke relatie.
- Het belang van betogen, “samen de straat opgaan”.
- Reclame en het mechanisme dat producenten gebruiken om onze “verlangensmachine” in gang te zetten.
- Nog eens. Herken het eigenaardige proces waarbij producenten zonder enige beperking grondstoffen kunnen halen waar die het goedkoopst zijn en werkkrachten kunnen gebruiken tegen zo laag mogelijke lonen en in de meest mensonterende omstandigheden zodat ze enorme winsten kunnen maken waarop ze vervolgens praktisch geen belasting hoeven te betalen en het inzetten van lobbyisten (25.000 tot 30.000, alleen al in Brussel).
- Waarom maken we geen werk van het blootleggen van de oorzaken, motieven en gevolgen van oorlogen?
- Als het moeilijk loopt bij jongeren, leggen we de oorzaak en de verantwoordelijkheid vaak bij jongeren zelf.
- In hoeverre kunnen we nog rekenen op verkiezingen en op onze parlementen? Blijkbaar zijn het niet onze huidige regeringen en parlementen die het tij zullen doen keren. Kunnen we ze vervangen door een meer democratisch model?
- Gedurende de laatste 75 jaar hebben we in West-Europa, en in de rest van de wereld onbestaand, een stelsel gekend van sociale zekerheid. Bij de aanvang van het neoliberaal tijdperk werd daartegen sluiks de aanval ingezet: plots werd er propaganda gemaakt voor aanvullende private verzekeringen, te beginnen met een “hospitalisatieverzekeringen”.(als gevolg daarvan gingen de kosten van een ziekenhuisopname meteen de hoogte in). Dan volgde het extra pensioensparen en daarna het probleem van de “vergrijzing”. Er wordt geen rekening gehouden met diegenen die zich dit niet kunnen veroorloven… Ook de dienstverlening wordt toenemend geprivatiseerd en “vermarkt” (denk maar aan de huidige revelaties in verband met de “woonzorgcentra”).
- De rijken in de VS storten tegenwoordig grote sommen op liefdadigheidsfondsen. Mooi toch, van die rijken? Applaus. Maar wat verzwegen wordt, is dat ze die “schenkingen” aftrekken van de belastbare inkomsten. Er gaan dus minder belastingopbrengsten naar de staat. Waarom kunnen we die rijken niet verplichten gewoon belastingen te betalen?
15. In de publieke ruimte (vandaag verengd tot TV, kranten en sociale media) krijg je enkel spreekrecht als je de bestaande economische en politieke orde niet in vraag stelt. De alternatieve verhalenvertellers die een ander mens- en maatschappijbeeld vertegenwoordigen horen of zien we nauwelijks.
16. Vervreemding. De zeggenschap en zelfbeschikking verliezen over je leven, je arbeid, je omgeving, en het feit dat je vervreemdt van de andere mensen. Zo zien we tegenwoordig nog enkel onze eigen gedeeltelijke maakprocessen (we maken enkel nog een onderdeeltje, hebben nooit de voldoening te zien hoe we iets afwerkten, zelf creëren. De verbinding met (en de voldoening van) de eigen arbeid en de samenwerking en verbinding met collega’s vallen weg door de greep van de economische globalisering en hoe deze het werk oplegt en verdeelt.
17. Krediet is de ketting waarmee bijna iedereen tegenwoordig aan het bestaande monetair apparaat wordt gebonden. Eigenlijk zou je moeten sparen tot je voldoende hebt om iets te kopen. Normaal toch? Je koopt niet waar je de middelen niet voor hebt. ”Waarom wachten?” zegt de bankier. “Wij “geven” je nu dat geld wel en dan kan je meteen beginnen en met wat je verdient, kun je terugbetalen wat wij je gegeven hebben (met interest natuurlijk…). Schulden zijn een fundamenteel onderdeel van de hele economische keten. Niet enkel individuen hebben schulden die ze dikwijls niet meer kunnen afbetalen, maar ook landen. Zo krijgen vele “ontwikkelingslanden” ontwikkelingshulp (130 miljard dollar per jaar). Klinkt prachtig: ”De banken helpen de landen in het Zuidelijk halfrond.” Maar je moet wel beseffen dat voor iedere dollar die ze ontvangen er 24 dollar terugvloeit richting rijke landen. Een ander soort bank, een ethische bank, is mogelijk en bestaat en de islamitische banken werken via een geheel ander principe. Er moeten wetten en maatregelen komen die de zware schuldenlast van de landen uit het Zuiden kwijtschelden.
18. Kan je dromen van een wereld zonder geld?
19. Een mooi begrip dat de soms naïef lijkende kant van utopisch denken gewicht geeft, is “prefiguratie” van de filosoof Ernst Bloch en zijn “concrete utopieën” als wervend en mobiliserend begrip. Mensen zijn toekomstgerichte wezens die door hun gevoel van gemis bij zichzelf en hun omgeving, dankzij hun verbeelding, zich een mogelijke betere toekomst kunnen voorstellen, hun handelen een andere richting geven en nieuwe dingen mogelijk maken. Als we goed kijken zullen we mensen zien die in hun gesprekken met elkaar, in hun bewegingen en omgang met de natuur een andere mogelijke (en betere) wereld voorafspiegelen.
20. Over de culturele sector. Het is de culturele sector die telkens als eerste geviseerd wordt als het weer eens lijkt alsof er besparingen nodig zijn. Wat de culturele sector doet is immers niet nuttig en heeft geen economische meerwaarde… Het is eigenlijk toch maar spel… Een spelende mens is toch niet ernstig te nemen… Wat een blinde vlek in het denken! Het zijn net in de kunsten, zoals in de wetenschappen, dat je de mensen treft die out of the box denken en handelen en zo nieuwe betekenissen en nieuwe waarden creëren.
Na iedere vraag komen de reacties en antwoorden, en bij iedere “vraag” staan de jongeren met foto - mooie, krachtige mensen, strijdbaar, bewust, nadenkend - waarvan er veel toch een zware rugzak meedragen.
Ze weten allemaal heel duidelijk dat er wat schort aan de samenleving waarin ze opgroeien en dat het huidige neoliberale systeem met de heersende 1% de grootste reden daarvan is.
16. Vervreemding. De zeggenschap en zelfbeschikking verliezen over je leven, je arbeid, je omgeving, en het feit dat je vervreemdt van de andere mensen. Zo zien we tegenwoordig nog enkel onze eigen gedeeltelijke maakprocessen (we maken enkel nog een onderdeeltje, hebben nooit de voldoening te zien hoe we iets afwerkten, zelf creëren. De verbinding met (en de voldoening van) de eigen arbeid en de samenwerking en verbinding met collega’s vallen weg door de greep van de economische globalisering en hoe deze het werk oplegt en verdeelt.
17. Krediet is de ketting waarmee bijna iedereen tegenwoordig aan het bestaande monetair apparaat wordt gebonden. Eigenlijk zou je moeten sparen tot je voldoende hebt om iets te kopen. Normaal toch? Je koopt niet waar je de middelen niet voor hebt. ”Waarom wachten?” zegt de bankier. “Wij “geven” je nu dat geld wel en dan kan je meteen beginnen en met wat je verdient, kun je terugbetalen wat wij je gegeven hebben (met interest natuurlijk…). Schulden zijn een fundamenteel onderdeel van de hele economische keten. Niet enkel individuen hebben schulden die ze dikwijls niet meer kunnen afbetalen, maar ook landen. Zo krijgen vele “ontwikkelingslanden” ontwikkelingshulp (130 miljard dollar per jaar). Klinkt prachtig: ”De banken helpen de landen in het Zuidelijk halfrond.” Maar je moet wel beseffen dat voor iedere dollar die ze ontvangen er 24 dollar terugvloeit richting rijke landen. Een ander soort bank, een ethische bank, is mogelijk en bestaat en de islamitische banken werken via een geheel ander principe. Er moeten wetten en maatregelen komen die de zware schuldenlast van de landen uit het Zuiden kwijtschelden.
18. Kan je dromen van een wereld zonder geld?
19. Een mooi begrip dat de soms naïef lijkende kant van utopisch denken gewicht geeft, is “prefiguratie” van de filosoof Ernst Bloch en zijn “concrete utopieën” als wervend en mobiliserend begrip. Mensen zijn toekomstgerichte wezens die door hun gevoel van gemis bij zichzelf en hun omgeving, dankzij hun verbeelding, zich een mogelijke betere toekomst kunnen voorstellen, hun handelen een andere richting geven en nieuwe dingen mogelijk maken. Als we goed kijken zullen we mensen zien die in hun gesprekken met elkaar, in hun bewegingen en omgang met de natuur een andere mogelijke (en betere) wereld voorafspiegelen.
20. Over de culturele sector. Het is de culturele sector die telkens als eerste geviseerd wordt als het weer eens lijkt alsof er besparingen nodig zijn. Wat de culturele sector doet is immers niet nuttig en heeft geen economische meerwaarde… Het is eigenlijk toch maar spel… Een spelende mens is toch niet ernstig te nemen… Wat een blinde vlek in het denken! Het zijn net in de kunsten, zoals in de wetenschappen, dat je de mensen treft die out of the box denken en handelen en zo nieuwe betekenissen en nieuwe waarden creëren.
Na iedere vraag komen de reacties en antwoorden, en bij iedere “vraag” staan de jongeren met foto - mooie, krachtige mensen, strijdbaar, bewust, nadenkend - waarvan er veel toch een zware rugzak meedragen.
Ze weten allemaal heel duidelijk dat er wat schort aan de samenleving waarin ze opgroeien en dat het huidige neoliberale systeem met de heersende 1% de grootste reden daarvan is.
De eigenlijke vraag die Dominique Willaert hen stelt op zovele manieren is: “Wij beschikken als mensheid over het vermogen en de kunde om de bestaande machtsrelaties om te buigen. Wie of wat houdt ons tegen?”
Net zoals de volwassenen hebben de jonge mensen daar enkel deelantwoorden op, maar die zijn het lezen waard. Een reeks voorbeelden.
Net zoals de volwassenen hebben de jonge mensen daar enkel deelantwoorden op, maar die zijn het lezen waard. Een reeks voorbeelden.
- Er wordt gepleit voor democratie op socio-economisch vlak waarbij werknemers medezeggenschap krijgen.
- Het mag in elk geval niet uitmaken of iemand “niet binair” of “gender-nonconforming” is, niet passend in een strikt binair stelsel.
- De (bestaande) structuren zijn vaak zo allesomvattend dat het soms aanvoelt als een bij voorbaat verloren strijd.”
- “Ben ik de enige die soms denkt (vreest?) dat alles in brand steken en opnieuw beginnen de enige oplossing vormt?” oppert een van hen.
- “Onze plek in de wereld en in de strijd is niet altijd duidelijk voor ons. We zoeken hoe we als individu met het onrechtvaardig systeem moeten leven en hoe er samen tegen vechten. “There is no alternative” is natuurlijk niet waar.”
- “Ik twijfel wel aan de impact van betogingen.”
- “Geen idee van hoe een rechtvaardige democratie of een ander rechtvaardig politiek systeem er moet uitzien” geeft ook iemand toe. Toch merken de meesten bij hun generatie een mentaliteitsverandering op; jongeren verbinden zich sterker aan elkaar en de toekomst van onze planeet. Sommigen leggen krachtig (en boos) bijna beter dan Dominique Willaert uit hoe het kapitalistisch systeem in elkaar zit. “Laat ons in alle verwarring rebels en radicaal zijn, want dat lijkt mij onze verantwoordelijkheid”.
- “Als er geen gelijke rechten zijn, hangt er een prijskaartje aan mensen.” “Onze planeet is een wingewest van grote bedrijven.” “Waarom moet ik op een partij stemmen?" "Waarom kan ik maar enkel op één partij stemmen?”
- De wereld zit niet in elkaar zoals we die voorgesteld krijgen. We worden vaak voor de gek gehouden en vele mensen laten zich misleiden.”
- Onderwijs. Afkomst, cultuur, thuissituatie, kleur, rijk of arm, mentaliteit, motorische achtergrond spelen een rol bij het krijgen van dezelfde kansen. Meisjes, inwijkelingen,… zijn al gauw goed voor de snit-en-naad afdeling. Ze gaan later toch in de textielindustrie werken.
- “Op school zijn de schooluren veel te lang.” “Onderwijs is gebonden aan leerplannen. Je kan dus niet breder denken.” “Waarom is die hiërarchie nodig in het onderwijs? Waarom blijft dat watervalsysteem zo hardnekkig stand houden?”
- “Politiek betekent enkel: de begroting in orde krijgen, de migratiestroom controleren, economische groei en partijpolitiek. Waar zitten de grote ideeën, waar de toekomstvisie?”
Opvallend is hoe bijna ieder van deze jonge mensen Willaert bedankt omdat ze iets ontdekt hebben waar ze nog nooit over nagedacht hadden, wat ze nog nooit gehoord hadden, terwijl dat voor de gemiddelde linkse mens toch de dagelijkse leef- en denk-achtergrond is. Wat voor leerplannen en “eindtermen” hebben wij in ons onderwijs? Hoeveel ruimte is er voor buiten het stramien lopen, eigen initiatief, iets “anders” doen?
Een deugddoend boek, eerst en vooral door de vraagstelling van Dominique die een knap links referentieboekje kan uitmaken. Maar natuurlijk ook door de frisse groei-aanwezigheid van jonge mensen die de toekomst zullen bepalen en je doen hopen op en geloven in een groeiende massa mensen die schudt aan het wankele hek van een versleten en verkeerd socio-economisch systeem.
Meer van Victor De Raeymaeker
Een deugddoend boek, eerst en vooral door de vraagstelling van Dominique die een knap links referentieboekje kan uitmaken. Maar natuurlijk ook door de frisse groei-aanwezigheid van jonge mensen die de toekomst zullen bepalen en je doen hopen op en geloven in een groeiende massa mensen die schudt aan het wankele hek van een versleten en verkeerd socio-economisch systeem.