Yuval Noah Harari
Dirk De Schrijver
Non-fictie
  • 4323 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

22 november 2018 21 Lessen voor de 21ste eeuw
Waar zijn vorige succesboeken handelden over het verleden van de mensheid (´Sapiens´) en over de toekomst ervan (´Homo Deus´), verdiept Harari zich in zijn recentste werk in het hier en nu van mens en maatschappij. Zijn nieuwe boek sluit naadloos aan bij het referentiekader dat de twee eerdere boeken geconstrueerd hebben. Zij vormen als het ware het leesrooster voor zijn verkenningen van het nu. Maar dat nu is wel hoogzwanger van de toekomst van morgen. Het is geen absolute must om de eerdere werken van Harari gelezen te hebben, maar het is wel sterk aan te raden.
Bij de ‘multi-invalshoek analyse’ waaraan hij het heden onderwerpt, herkennen we de evolutionair antropoloog maar ook de historicus en socioloog in Harari. Tezelfdertijd situeert hij zich evenzeer zonder moeite in het verlengde van de futuroloog Alvin Toffler. Alleen geldt Harari’s scenario voor een toekomst die grotendeels reeds begonnen is en waarvan sommige componenten zich reeds vandaag laten voelen.
In vijf secties geeft Harari ons een overzicht van de stand van zaken bij het begin van de 21ste eeuw, met de implicaties en mogelijke complicaties ervan voor mens en maatschappij.
Om te beginnen kijkt hij naar de technologische uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden: deze uitdagingen zijn enorm, zowel voor de maatschappij in haar geheel als voor de individuele mens. Ontsporingen allerhande hangen ons permanent boven het hoofd.
Daarna richt hij zijn blik op de politieke uitdagingen. Om de technologische uitdagingen succesvol te kunnen verwerken, dringt zich de noodzaak op van internationale samenwerking. Nationale staten, zelfs het niveau van hele regio’s volstaan niet. Samenwerkingsverbanden die inspelen op deze schaalvergroting van het denken en het handelen zijn imperatief. Voor ‘botsende beschavingen’ is hier geen plaats (meer). De vraag of onze hedendaagse mensenmaatschappij hiervoor klaar is, valt moeilijk eenduidig te beantwoorden. Aan de ene kant beleven we onmiskenbaar een globalisering die ons dichter bij elkaar brengt dan ooit het geval is geweest, maar anderzijds worden we even onmiskenbaar geconfronteerd met uitdagingen die gewoonweg een bedreiging voor het voortbestaan van onze wereld vormen. Religies, alsook problemen rond identiteit en migratie, zorgen bovendien voor heel wat obstakels.
Het volgende luik behandelt het individuele en het groepsdenken. Hierbij blijken identiteitsdenken en godsdienstfanatisme – en daaraan gelinkte oorlogsretoriek – een meer dan problematische rol te spelen. Om te vermijden dat we ten onder gaan aan het gewicht van een permanente dreiging van terrorisme en oorlog moeten we ‘de opmars van de waanzin’ tegenhouden.
In de vierde sectie wordt onderzocht in hoeverre we hiervoor beroep kunnen doen op kennis van de waarheid. Niemand kan vermijden in de war te geraken, niemand kan alles weten, maar allemaal hebben we behoefte aan ‘waarheid’. Dit blijkt echter problematisch. Is de ´sapiens´ met zijn evolutionaire beperkingen in staat de waarheid te achterhalen? Zijn de jagers-verzamelaars die we ooit waren, voldoende toegerust om hun weg te vinden in de maatschappij van vandaag? Het rationele denken waar we zo fier op zijn, blijkt bij nader toezien zélf een wankele constructie waar we ons niet te veel mogen op beroepen daar zij ook steeds meer gevaar loopt door desinformatie en andere manipulaties hoogst onbetrouwbaar te zijn. De zaak wordt nog ingewikkelder als blijkt dat waarheid ook nog een moeilijke relatie onderhoudt met moreel geladen begrippen zoals rechtvaardigheid en macht. ‘Verhalen’ en ‘mythen’ worden gebruikt en misbruikt. Betrouwbaar zijn ze nooit. Het zijn namelijk verhaaltjes ontsproten aan de menselijke geest.
Hoe te ontsnappen aan dergelijk allesoverheersend ‘hersenspoelmechanisme’? Kan sapiens zijn heil zoeken / vinden in een individueel eigen verhaal? Of valt er eerder heil te verwachten van een groot collectief verhaal?
Op zoek gaan naar een diepe innerlijke persoonlijke identiteit (authenticiteit) brengt geen soelaas: ook deze blijkt namelijk een mythe. In realiteit komt zij neer op ‘een complexe illusie gecreëerd door neurale netwerken’. Daarbovenop doorprikt deze vaststelling de idee van ‘de vrije wil’.

Op zoek gaan dan maar naar een maatschappelijke constructie (ideologie/religie) die deze problemen structureel oplost? Ook hier vangen we bot. De geest is immers nooit gevrijwaard van manipulatie. De onderliggende realiteit is dat mensen biologische algoritmen zijn, en dat de wetenschap deze kan kraken en vervolgens technologie inzetten om deze te manipuleren. Of het nu gaat om geloof in de mythologie van het kapitalisme of in de samenlevingsmodellen zoals beschreven in profetische science fiction literatuur (Aldous Huxley in `Brave new world` en George Orwell in ‘1984’). Bij analyse blijken beiden eveneens dystopieën te zijn waarin de mens onherroepelijk gevangen zit.
De vijfde en laatste sectie draagt de titel ‘Veerkracht’ en wordt als volgt aangekondigd: “Hoe moet je leven in een chaotische tijd waarin de oude verhalen zijn ingestort en er nog geen nieuw verhaal is om het te vervangen? Bij de queeste naar de zin van het leven zijn ‘alle verhalen het verkeerde antwoord’... ‘want onze wereld zit niet in elkaar als een verhaal’. Ook voor het individu dat op zoek gaat naar een persoonlijke zin van het leven (zijn echte zelf) en dat zich definieert aan de hand van een of andere identiteit is aansluiten bij een van de grote verhalen geen geldige optie. Immers: we zijn niet wie men zegt dat we zijn en we zijn ook niet wie we zélf denken dat we zijn.
De auteur staaft zijn stelling door nogmaals elk van de verhalen aan een kritische analyse te onderwerpen. Zijn besluit is finaal ‘er is geen verhaal’.
Geen nieuw groot verhaal dus als les voor de 21ste eeuw. Toch is er volgens de auteur geen reden voor wanhoop. Integendeel, “als je alle verzonnen verhalen opgeeft, kun je de werkelijkheid veel helderder zien dan voorheen en als je echt de waarheid kent over jezelf en de wereld, kan niets je nog ongelukkig maken”. We moeten onze vraag wel herformuleren. ‘Wat is de zin van het leven?’ wordt dan ‘Hoe kunnen we zorgen dat we niet hoeven te lijden?’.
De 21ste en laatste les houdt nog wel een element van verrassing in. Die moet de lezer maar zelf exploreren...

De schrijver voorziet zijn teksten van uitgebreide noten en een erg bruikbaar register.
Aanvullende bedenkingen

Harari behoort zeker niet tot het kamp van de optimisten. De inhoud van elk van de vijf secties van het boek is op zich al behoorlijk verontrustend, en de vaststelling dat ze ook nog onderling in relatie staan en op elkaar inwerken, maakt het geheel zelfs gewoonweg angstwekkend.
In dit werk daalt Harari af van zijn positie als objectief (?!) wetenschapper-observator af naar de realiteit van het wereldgebeuren vandaag, en belicht zijn betrokkenheid erbij. Hij laat zich hier duidelijk kennen als een geëngageerd wetenschapper-schrijver. Hij gebruikt meermaals een taal die recht voor de raap is en schuwt (ver)oordelende kritiek niet. Hij aarzelt ook niet om een aantal van zijn standpunten te illustreren aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen als ongelovige – jood – homo.
Harari uit bovendien ongezouten kritiek op godsdiensten en breekt een stevige lans voor secularisme en een seculaire ethiek. Zijn visie sluit de facto naadloos aan bij het vrijzinnig humanisme dat het Humanistisch Verbond als mens- en wereldbeeld verdedigt.
Yuval Noah Harari
Dirk De Schrijver
Non-fictie
recensent
_Dirk De Schrijver recensent
Meer van Dirk De Schrijver

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies