18 januari 2019
De tovenaar en de profeet. Twee grondleggers en hun concurrerende ideeën over een leefbare toekomst op onze planeet
De titel van dit boek zou je misschien doen geloven dat je te maken hebt met één of ander fantasy- of science fiction boek. Niets is minder waar, al lijken enkele van de toekomstvisies die de auteur soms te berde brengt, er wel heel erg op. Wat Mann beoogt aan de hand van de twee personages uit de titel, is proberen het huidige debat over hoe we het klimaat en de voedselvoorziening in de hand zouden kunnen krijgen en in de juiste banen leiden, klaar en scherp te stellen.
Om dat duidelijk te maken, haalt hij twee personages die al een tijdje overleden, dood en praktisch vergeten zijn, vanonder het historische stof. Dat ze vergeten zijn is nauwelijks te geloven nadat Mann ze ten tonele voert en je merkt hoe ongelooflijk belangrijk ze wel waren als grondleggers van twee (tegengestelde) richtingen die zich bezighouden met het uiterst dringend oplossen van de huidige klimaatproblematiek.
Het eerste van die personages is William Vogt die in de loop van zijn buitengewone leven in 1948 het boek ‘Road to survival’ schreef en daarmee al als eerste de aandacht vestigde op de nefaste invloed van de mens op de omgeving, de bevolkingsaangroei en de toenemende productiedrang als motor van die “must” die “groei “heet - de centrale spil van het kapitalistische denken. Hij is eigenlijk de “uitvinder” van de moderne milieubeweging die vooropstelt dat de mens maar één wereld heeft, dat grondstoffen en fossiele energie niet onuitputtelijk zijn en dat de mens de natuurlijke grenzen van de natuur moet respecteren.
Daarom wordt hij ten tonele gevoerd als de “profeet” uit de titel. Hij is de man die als enthousiast “birdwatcher” naar de Chincha eilanden in Peru gezonden wordt om na te gaan waarom de aalscholvers, die met hun eeuwenlang opgestapelde uitwerpselen de meest gegeerde meststof ter wereld produceren - “guano” - er plots de brui aan geven, zomaar uit de lucht beginnen te vallen en van het toneel verdwijnen… Het hoofdstuk over het “product” guano, en wat dat economisch en als inkomen kan betekenen, is overigens een onvergetelijk deel van het boek. Vogt vindt natuurlijk de oorzaak: periodieke El Nino opwarmingen, waardoor de temperatuur van het zeewater te hoog ligt, zodat het voedsel dat de vogels nodig hebben, niet meer in zee aanwezig is. Hij moet de autoriteiten aanraden gewoon niets te doen en te wachten tot alles weer vanzelf in goede banen loopt.
Het andere voorbeeldpersonage - de “tovenaar” uit de titel - is een zekere Norman Borlaug. Ook die is een tijdje min of meer in de vouwen van de Geschiedenis verdwenen, niettegenstaande hij ooit een Nobelprijs kreeg. Nu wordt hij algemeen als “de vader van de groene revolutie” bestempeld.
In zijn hoedanigheid van bioloog- agronoom wist Borlaug onder andere heel zeker dat “gewone” landbouw niet zou volstaan om de snel groeiende wereldbevolking te blijven voeden. Als hij geconfronteerd wordt met de ramp van herhaalde misoogsten van tarwe in Mexico, en ter hulp geroepen, gaat hij dan ook meteen aan de slag. Niet zomaar in een veilig laboratorium ergens in de States, maar ter plekke.
In zijn hoedanigheid van bioloog- agronoom wist Borlaug onder andere heel zeker dat “gewone” landbouw niet zou volstaan om de snel groeiende wereldbevolking te blijven voeden. Als hij geconfronteerd wordt met de ramp van herhaalde misoogsten van tarwe in Mexico, en ter hulp geroepen, gaat hij dan ook meteen aan de slag. Niet zomaar in een veilig laboratorium ergens in de States, maar ter plekke.
Het wordt een episch verhaal, hoe hij met een ongelooflijke koppigheid en volharding, ondanks uitputting, ziekte, wantrouwen, onoverkomelijke regeltjes en reglementeringen, landsgrenzen en bureaucratie, er toch in slaagt door kruising van verschillende variëteiten duizenden gezonde tarweplanten te kweken in een desolaat, stofferig stuk grond “ergens” op het Mexicaanse platteland, omringd door wantrouwige collega-boeren…. Tarwe die zowel een grotere opbrengst verzekert als roestresistent is (tegen de “zwarte roest”) en bestand tegen vele andere “pests and diseases”: Deze nieuwe “soort” tarwe werd niet enkel grootschalig aangeplant in Mexico, maar daarna ook in Pakistan, Indië en Indonesië. Eenzelfde techniek wendde hij ook aan voor rijst in China, met als gevolg dat de oogst verdubbelde en zelfs explosief toenam. Hij ontwikkelde zijn methodes verder tot wat nu “biotechnologie” genoemd wordt en zette de “Groene Revolutie” in gang die ervoor zorgde dat de enorm toenemende massa aardbewoners konden gevoed worden. Wat natuurlijk stuitte op de tegenkanting van de milieuactivisten die vonden dat je de grond gewoon moet laten rusten en die zelfs zo vér gingen (elders) experimenteel onderzoek te saboteren door ’s nachts duizenden plantjes uit de grond te trekken.
Het is één van de irritante – en bewonderenswaardige – aspecten van het boek dat de schrijver bijna feilloos de standpunten, kennis, ontwikkeling van de inzichten zowel van de “Profeten” als van de “Tovenaars” juxtaposeert.
Irritant omdat hij je telkens weer meeneemt tot een punt waarop je zegt: "Het is toch duidelijk, de mileuactivisten hebben gelijk.” Om meteen met evenveel argumenten aan te komen draven die dat allemaal weer in vraag stellen. Bewonderenswaardig, omdat dat net de huidige stand van zaken weergeeft waarbij het belangrijk is evenveel aandacht en begrip te hebben voor beide benaderingen en vooral toch maar oplossingen te vinden voor de zeer dringende problemen van een overbevolkte, vervuilde planeet, klimaatverandering en gebrek aan water, energie en voedsel.
Het boek leest als een trein, wat niet wil zeggen dat er geen moeilijke en ingewikkelde materie aangepakt wordt of actuele onderwerpen aangesneden. Al gehoord van a+ Rubisco, die “essentiële katalysator van fotosynthese”?
Het belang van reusachtige privékapitalen (de Rockefeller stichting, Ford Foundation, Bill Gates enz.) die ter beschikking gesteld worden van wetenschappelijk onderzoek; de aantrekkingskracht in de geschiedenis van het technische voorbeeld van de Verenigde Staten; de invloed van de “war effort”. Onrechtstreeks is dit boek een lofzang voor de wetenschappers die op ingrijpende wijze het lot van de mensheid beïnvloeden.
Misschien nog belangrijker in het Trump tijdperk is deze pertinente conclusie die je ergens in het boek aantreft: “We must construct an entirely new morality.”
Meer van Victor De Raeymaeker