Johan Op de Beeck
Johan Jacobs
Non-fictie
  • 2664 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

16 juni 2022 De Franse Revolutie (deel 1) ,
We schrijven eind jaren 80 van de 18de eeuw, nog niet zo gek lang geleden dus. In de straten van Parijs sluimert een sentiment van discontentement en honger. Frankrijk telt op dat moment zo'n 22 miljoen inwoners, waarvan de meeste behoren tot de "derde stand". Die had weinig tot niets te zeggen en was minimaal gerepresenteerd in 's lands bestuur.
_Sire, het land is bankroet
De Franse minister van financiën moest in 1786 zijn vorst, Louis XVI, de uitgestelde onprettige maar dwingende waarheid vertellen over de toestand van de Franse schatkist. Daar zat een groot gat in, en de banken waren intussen failliet of wilden geen geldschieter meer zijn voor de spilzuchtige levensstijl van het hof, de geestelijkheid en de adel. Tijd dus voor fundamentele veranderingen.

De eerste verlichtingsfilosofen, Voltaire, Rousseau, Diderot, Montesqieu en d'Holbach, waren al overleden, maar hadden heel wat Fransen, Amerikanen, Pruisen, Oostenrijkers en vele anderen beïnvloed, onder wie de Fransen Condorcet, Marat, La Fayette, De Gouges en een zekere Robespierre.
_Ondertussen in België
De Belgische provincies, met uitzondering van Luik, waren op dat moment deel van de Oostenrijkse Nederlanden. Ook daar gaapte er een kloof tussen het keizerlijke denken en de onderdanen. Het grootste verschil met Frankrijk was evenwel de religieuze enggeestigheid. Hoe graag de verlichte Jozef II hier ook wat vooruitgang in wilde boeken, de clerus was zo alomtegenwoordig dat haar greep op de conservatieve en vrome samenleving onwrikbaar was. De feodaliteit werd breed gedragen en de trouw aan het klerikalisme  was grenzeloos.

Johan Op de Beeck is een begenadigd auteur en journalist, met een voorliefde voor geschiedenis. Hij schreef eerder al bestsellers die zich voornamelijk situeren in de zeventiende en achttiende eeuw; het begin van de moderne tijd en de opkomst van de Verlichting. Over Napoleon schreef hij maar liefst vier dikke historische werken. 

Als zijsprong beschrijft Op de Beeck in zijn laatste werk nauwgezet de strijd tussen de hervormingsgezinden in België, met aan de ene kant de verlichte democraat Vonck en aan de andere kant de klerikaal  Van der Noot. Aanvankelijk trokken beide samen op, maar al gauw bleek Van der Noot alleen maar onder de voogdij van Oostenrijk uit te willen, en had hij verder lak aan verlichting en democratie. Het voortdurende bedrog en sabotage van Van der Noot ten aanzien van de Vonckisten resulteerde in een flauw doorslagje van de Franse revolutie, beter bekend als de Brabantse omwenteling.
_Einde van het Ancien Régime
Niet zo in Frankrijk, waar intussen het Verlichtingsdenken zijn intrede gedaan had. De rede zou er voorrang krijgen op dogma's, de wetenschap op bijgeloof, en de democratie op absolutisme en goddelijk recht. Het veroveren en afdwingen van gelijkheid was voor de Franse revolutionairen van kapitaal belang. Daarom besliste de derde stand na het bestormen van de Bastille, zich los te maken van het Ancien Régime, waar de derde stand altijd in de minderheid werd gesteld door de eerste en tweede stand. Ze zou voortaan een eigen Assemblée vormen, los van adel en geestelijkheid, die zich als de enige echte volksvertegenwoordiging zou doen gelden.

Eén van de eerste wapenfeiten van de Assemblée National was het opstellen van de Déclaration des Droits de l'Homme et du Citoyen. Iets gelijkaardigs was in Europa nooit eerder vertoond en zou pas in 1948 op mondiale schaal herhaald worden door de VN, met het Mensenrechtenverdrag. Vanaf dan bestond er geen staatsgodsdienst meer, geen censuur, geen despotisme, en konden alle mensen geloven wat ze wilden, beschermd door de wet, en waren ze vrij en gelijkwaardig: Liberté, Egalité, Fraternité.
_François Robert, de Belg die boegbeeld werd
Het parfum van de revolutie was ook tot Luik doorgedrongen, waar advocaat François Robert het opsnoof en zich geroepen voelde naar Parijs trekken om er een belangrijke rol te spelen in de revolutie. Op de Beeck maakt dankbaar gebruik van de bewaarde nalatenschap van François Robert om zijn kroniek van de revolutie te vervatten. Robert maakte deel uit van de protagonisten van de revolutie. Hij was lid van de Assemblée, aan de zijde van Danton, Marat, Condorcet en Robespierre, en gaf de progressieve krant Le Mercure National uit. Door het verhaal vanuit het perspectief van Robert, in de derde persoon, te vertellen wordt het boek geen saai voer voor historici, maar een erg onderhoudend werk, hoewel Op de Beeck voor de historici onder ons een grondige historische bronvermelding aanhoudt. De lezer blijft aan de lippen van Robert plakken en leest daarom gezwind voorbij pagina 100.

In de Assemblée werd voortdurend geschiedenis geschreven. Ellenlange discussies werden er gevoerd, bijvoorbeeld of een democratie monarchistisch kan zijn of een republiek vereist, en of Liberté, Egalité en Fraternité ook buiten de landsgrenzen geëxporteerd moesten worden. Die discussies ontaardden meer en meer in chaos. Bovendien waren sommige leden van de Assemblée ronduit corrupt en beoogden in feite een geruisloze terugkeer naar het Ancien Régime. Fracties begonnen elkaar naar het leven te staan, en dat vertaalde zich ook naar de straat. "Volkstribunalen” zinden op bloedige wraak.
_En zo begon de terreur
Docteur Joseph Ignace Guillotin had zich waarschijnlijk liever herinnerd willen zien voor zijn werk in de Assemblée dan voor zijn lugubere uitvinding. Robespierre werd een automaat die doodvonnissen uitvaardigde. Terreur werd een staatsdoctrine. Voortdurend werd er met elkaar afgerekend. De revolutie at haar kinderen op. Aan dit schrikbewind kwam pas een einde toen Robespierre zelf zijn hoofd verloor.

Napoleon Bonaparte was degene die uiteindelijk de terugkeer naar de normaliteit bracht, echter zonder de belangrijkste verworvenheden van de revolutie overboord te kieperen. Daarover zal Op de Beeck het in deel 2 van De Franse Revolutie hebben. Hij heeft andermaal een wervelend historisch werk afgeleverd. Op de belangstelling van uw dienaar mag het tweede deel alvast rekenen.
Johan Op de Beeck
Johan Jacobs
Non-fictie
Johan Jacobs woont in Hasselt, is informaticadocent op rust en studeerde computerwetenschappen aan KULeuven en UAntwerpen.
_Johan Jacobs auteur
Meer van Johan Jacobs

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies