Johan Braeckman
Karel D'huyvetters
Non-fictie
  • 1600 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 september 2022 Ezelsoren. Kanttekeningen bij moeilijke kwesties.
Wat een goed idee om een ruime selectie van de talrijke teksten van Johan Braeckman die de laatste jaren her en der verschenen zijn, bijeen te brengen in een handig boek! Het is immers zelfs voor wie Johan kent onmogelijk om bij te houden wat hij allemaal schrijft en waar het verschijnt. Bovendien zijn bijdragen van zijn hand die men soms toevallig digitaal raadpleegt van dien aard dat men er later graag naar teruggrijpt, wat niet altijd eenvoudig is. Nu zijn althans vijftig van die stukken bewaard en in een handig formaat beschikbaar voor een aangenaam weerzien of een blije eerste kennismaking.
Want dat moet alvast gezegd: een Braeckmannetje lees je voor je plezier, dat wil zeggen dat het steeds weer een intellectueel genot is. Johan citeert in zijn woord vooraf zelf E.O. Wilson: ‘We verdrinken in informatie, maar dorsten naar wijsheid.’ Parafraserend: we dorsten naar informatie, maar verdrinken in meningen, de ‘meningitis’ die vooral, maar zeker niet uitsluitend de digitale media teistert. Johan biedt ons in elk van zijn teksten weliswaar een heel eigen benadering, maar hoedt zich streng voor louter opiniëren. Wat hij te vertellen heeft – en vertellen, dat kan hij! – is zonder fout stevig onderbouwd door zijn nuchter inzicht. Zo fungeert hij, in de razende storm van irrationaliteit en ontstellende prietpraat, en de pseudowetenschappelijke onzin die de media overspoelt, als een veilig baken waarop we ons in vertrouwen kunnen richten. Niet zelden zet hij niet alleen de keizer in zijn blootje, maar wijst hij ook de simpele ziel terecht, zij het altijd fijntjes, en met groot mededogen, die ergens een verre of juist luide klok heeft horen kleppen, en niet alleen niet weet waar de klepel hangt, maar zelfs geen flauw vermoeden heeft van het feit dat klokken klepels hebben.
Er zijn vier grote delen: wetenschap en kritisch denken; religie; menselijk, al te menselijk; Darwin en de evolutietheorie. Ik kies vrij willekeurig uit elke sectie een voorbeeld ter illustratie.
We hebben al meteen prijs met de allereerste bijdrage, over zijn kennismaking met de Belfort-Group (2012), die aanhangers bijeenbrengt van complottheorieën allerhande. Je zou dan denken dat onze auteur zich gaat weren als een duivel in een wijwatervat, maar niets is minder waar. Zijn verslag van zijn aanwezigheid op een van hun bijeenkomsten is bedaard en zakelijk, wars van de hevige emoties die bij mensen met heilige, maar bizarre overtuigingen weleens de kop opsteken. Hij gaat niet in de clinch met hen, ook hier achteraf niet, maar wijst rustig op hun feitelijke ‘vergissingen’, en vooral op hun misleide mentaliteit, hun fundamentele fallacy.
Uit het tweede deel over religie nemen we een gelijksoortig artikel, naar aanleiding van een studiedag over wonderen en mirakels. Die zijn een beetje uit de mode, maar men mag niet vergeten dat gedurende 2000 jaar wonderen en mirakels, door of namens God verricht, zowat het belangrijkste Godsbewijs uitmaakten, zeker voor de gewone gelovige en zelfs ongelovige. Dat een Opperwezen in staat is de natuurwetten naar zijn hand te zetten, is immers een onweerlegbaar bewijs van het feit dat er een bovennatuurlijk wezen is, dat bovendien almachtig is, en bovendien de mens liefheeft. Ook vandaag nog houdt de katholieke Kerk vast aan wonderen; meer nog: wonderen zijn vereist voor de zalig- en heiligverklaring van personen, die nog steeds elk jaar gebeuren. Hoe vooruitstrevend sommige theologen en gelovigen ook mogen zijn, wanneer zij zouden toegeven dat de natuurwetten absoluut geldend zijn, hebben zij een eerste, maar onherroepelijke stap gezet naar een gezond atheïsme. Onze auteur legt ons klaar en duidelijk uit waar het op staat, aan de hand van concrete voorbeelden, nuchtere vaststellingen en af en toe een geamuseerde boutade. Misschien had hij wat ongenadiger mogen zijn voor de perfide misbruiken ter zake die de Kerk eeuwenlang op de meest cynische wijze op grote schaal heeft geduld en zelfs aangemoedigd, niet zelden met groot geldelijk gewin als gevolg, getuige de nog steeds bloeiende commercie in Lourdes, die evenwel slechts een dun afkooksel is van praktijken die tot in de twintigste eeuw welig tierden.
‘Over Alan Turing en homoseksualiteit’ is een sprekend voorbeeld uit het derde deel. Het biedt de lezer in kort bestek een goed beeld van het enorme belang van Turings werk, maar brengt terecht zijn tragische en voortijdige levenseinde in herinnering, dat in rechtstreeks verband staat met zijn seksuele geaardheid en de onmenselijke manier waarop de staat daarmee omging, in 1950 notabene. Het is ongetwijfeld door toedoen van weldenkende mensen zoals onze auteur dat daarin op onze dagen gelukkig verandering gekomen is, althans in de meest beschaafde landen, en bij een groeiend aantal van hun burgers, al is de strijd zeker nog niet gestreden, ook niet in ons eigen land, dat nochtans op dat punt tot de meest vooruitstrevende en onbevooroordeelde behoort.
Dat ook aan Darwin en de evolutietheorie ruime aandacht zou besteed worden, was voor de hand liggend. Johan Braeckman is in Vlaanderen een van de voorvechters en verspreiders van deze fundamentele wetenschappelijke inzichten, die helaas nog veel te weinig aandacht krijgen, inzonderheid in het onderwijs. Het is niet overdreven te stellen dat geen enkel inzicht belangrijker is dan dat: de natuurwetten zijn absoluut, en alle leven is ontstaan uit nietige beginselen, en is geëvolueerd door genetische mutaties die erfelijk worden overgedragen. Dat is, zoals de Amerikanen zeggen, geen rocket science, en dus zou iedereen zich dat moeiteloos eigen moeten kunnen maken, quod non, helaas, nochtans. Men leert onze kinderen van alles aan, waarvan allicht veel nuttig is, en veel wellicht veel minder, maar aan dat belangrijkste van alle begrippen wordt nauwelijks of meestal zelfs geen aandacht besteed, of wordt het ongemeen belang ervan onvoldoende benadrukt. En zo komt het dat creationisme en intelligent design nog steeds aanhangers hebben, en dat Darwin nog altijd moet verdedigd worden. We moeten professor Braeckman dankbaar zijn dat hij, zoals destijds Thomas Huxley, het blijft opnemen voor Darwins ‘gevaarlijke idee’ (Dennett, 1995), ook in dit boek.
Hoeft het nog gezegd dat dit boek ongetwijfeld een zeer ruim publiek zal aanspreken, niet alleen door de vlotte, onderhoudende, overtuigende taal en stijl van de auteur, en door het belang en de actualiteit, dan wel de tijdeloosheid van de behandelde onderwerpen, maar tevens door de voorbeeldige presentatie, de klassieke, maar stijlvolle typografie, de beknopte maar uiterst nuttige en leerzame bibliografische gegevens bij elk van de teksten, en niet te vergeten, de prachtige illustraties in zwart-wit, de foto’s van Gwenny Cooman? Mede door toedoen van een kleine schare van al dan niet Chinese vrijwilligers, die zich nauwgezet van hun gelukkig niet al te lastige taak gekweten hebben, is het boek bovendien ook opvallend vrij van de meest gebruikelijke taal en typefouten en eventuele lapsussen.
Dit is een boek om zelf te koesteren, om het een ereplaats te geven op je nachtkastje, als je een bed-lezer bent, of anders naast je luie zetel en het ter hand te nemen wanneer je bezigheden je even een rustpauze verlenen, of je ertoe nopen. Je zal het je nooit berouwen dat je even de auteur gevolgd bent langs de vele paden die hij als een bekwame, betrouwbare gids bewandelt. Maar wees niet verwonderd als je vaststelt dat je niet één, maar verscheidene stukjes verorberd hebt: het is moeilijk om het boek dicht te klappen voor uitgesteld genot.

Karel D’huyvetters
Johan Braeckman
Karel D'huyvetters
Non-fictie
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies