Kwintessens
Geschreven door Karel D'huyvetters
  • 441 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

15 maart 2024 Iedereen gelijk voor de wet?
Artikel 10 van de Belgische grondwet bepaalt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet. Dat is een essentieel kenmerk van algemene wetten. De wetten zijn dus op iedereen van toepassing, zowel in wat ze gebieden en aanbieden als in wat ze verbieden. Elke individuele mens is onderworpen aan de verplichtingen van wetten, en kan zich erop beroepen om rechten te doen gelden. Wanneer men een wet overtreedt, stelt men zich bloot aan de sancties die de wetgever heeft voorzien. Maar de essentie van het individu is dat elke mens te allen tijde zijn individuele vrijheid behoudt om zich al dan niet te onderwerpen aan de wet, of zich erop te beroepen. De wet kan niet verhinderen dat er overtredingen begaan worden, of mensen dwingen om gebruik te maken van wettelijke bepalingen. Er is dus altijd een individuele instemming nodig, en de ervaring leert ons dat die verre van algemeen is. Wetten worden voortdurend overtreden en genegeerd. In 2022 werden er in België ongeveer 7,5 miljoen (!) verkeersovertredingen vastgesteld; ongetwijfeld is het aantal begane verkeersovertredingen een ruim veelvoud daarvan.
Er is dus een enorme discrepantie tussen wat de wet voorschrijft en de naleving ervan. Men aanvaardt de wet als dusdanig, maar men overtreedt die massaal. Daarbij stellen we vast dat er vanzelfsprekend een zeer groot verschil is in de aard van de overtredingen. In hetzelfde jaar werden er ongeveer 830.000 criminele feiten vastgesteld, waarvan ongeveer 10% misdrijven tegen de lichamelijke integriteit. Er zijn elk jaar ongeveer 185 moorden in België.
Uit die cijfers blijkt dat sommige overtredingen heel vaak begaan worden, en andere uiterst zelden. Wij maken zelf een onderscheid in het naleven van de wet. Iedereen is gelijk voor de wet, maar de wet is niet gelijk voor iedereen. Elk individu leeft de wetten na op een eigen manier. Sommigen overtreden nooit (bewust) een wet, anderen vaak; sommigen wetten worden voortdurend overtreden en andere bijna nooit. De kans om betrapt te worden is daarbij voor velen een belangrijke factor. Elke mens maakt bewust of onbewust een afweging die bepalend is voor het uiteindelijke gedrag. De individuele vrijheid wordt door de wetten allicht beïnvloed, zowel door hun bestaan als door hun bekendmaking en sanctionering, maar wordt er niet door ongedaan gemaakt. Iedereen maakt eigen keuzes in het leven, en de wetten zijn daarbij een leidraad, maar blijkbaar niet meer dan dat. Geen enkel systeem, politiek of religieus, slaagt erin om iedereen altijd alle wetten te doen naleven. Elke mens beslist zelf over wat men doet en laat; dat gebeurt niet altijd heel bewust en met overleg, er zijn talloze factoren die ons gedrag min of meer onbewust beïnvloeden.
Wanneer we vaststellen dat iemand de wet overtreden heeft, zijn we toch spontaan verontwaardigd, of zelfs geschokt, althans wanneer het een zware en dus uitzonderlijke overtreding is, of een zoveelste overtreding van dezelfde of een andere aard. Wij stellen ons dan op het standpunt van de wet, of desgevallend van het slachtoffer, en hebben geen oog en geen begrip voor de individuele vrijheid van de dader om de wet te overtreden, terwijl dat nochtans voortdurend en op grote schaal gebeurt. Voor de dader gelden de wetten die hij overtreedt niet, ze worden genegeerd, het is alsof ze niet bestaan, zelfs als ze algemeen bekend zijn.
Zo is het mogelijk dat een hoogopgeleide persoon, die bovendien een belangrijke maatschappelijke rol vervult, en zelfs een verdediger is van ethische gedragsregels, toch willens en wetens wetsovertredingen begaat, niet eenmaal, maar constant gedurende vele jaren. Het voorbeeld van Roger Vangheluwe dringt zich op. Als priester is hij door de Kerk verplicht celibatair, hij weet dat hij geen seksuele relaties mag hebben. Bovendien weet hij dat seks met minderjarigen strafbaar is. En toch.
Seksualiteit is een uiterst complex menselijk domein. De wetgever stelt zich wijselijk terughoudend op en verbiedt enkel zaken waarover iedereen het eens is dat ze niet kunnen worden toegelaten, zoals verkrachting of andere vormen van seksueel geweld, of kindermisbruik. Vele vormen van seksualiteit die door de katholieke Kerk scherp veroordeeld worden, zijn in België en in verscheidene andere landen evenwel niet strafbaar. Zelfs consensuele incest tussen volwassenen valt onder de algemene regel dat onder consenting adults alles toegelaten is wat niet anderzijds verboden is. Het is niet onbekend dat priesters voor hun eigen seksualiteitsbeleving dezelfde regel hanteren, ze beschouwen seksualiteit als een onvervreemdbaar menselijk recht, wat de Kerk daarover ook zegt. De maatschappij, en zelfs de Kerk, is het daar grotendeels mee eens, en laat oogluikend en begrijpend gebeuren.
Maar wat met seks van volwassenen met minderjarigen? Dat wordt door de gemeenschap afgekeurd en is dus bij wet verboden; men stelt principieel dat minderjarigen nog niet in staat zijn om bewust in te stemmen. We weten dat het toch gebeurt, anders hoefde het niet eens verboden te worden. Het gebeurt overal, en dus ook door priesters. Wegens de specifieke omstandigheden waarin priesters zich vaak bevinden, namelijk in het onderwijs en andere vormen van pastoraat, waarbij zij vaak in nauw contact komen met kinderen, en wegens hun moeilijk te onderhouden celibaatsverplichting, doet het zich bij hen klaarblijkelijk relatief meer voor. Zo is er door de eeuwen heen een stilzwijgende gewoonte ontstaan van seksuele omgang tussen religieuzen en de kinderen die aan hun zorg worden toevertrouwd. Er is dan sprake van normvervaging en zelfs bandeloosheid, aangemoedigd door het ontbreken van sanctionering, zelfs wanneer de feiten bekend zijn, en zelfs wanneer ze zich herhaaldelijk en onophoudelijk voordoen. Ongetwijfeld hebben daardoor personen met pedofiele neigingen zich aangetrokken gevoeld tot het priesterschap of het religieuze leven, maar ook personen zonder dergelijke neigingen zijn door die omstandigheden ertoe gekomen om seksuele omgang te hebben met minderjarigen.
Dat heeft ook de maatschappij gedoogd. Men heeft altijd geweten dat priesters seksueel actief waren op alle mogelijke manieren, en dat ze dat ook waren met de kinderen met wie ze in contact kwamen door hun functie. De priesters stonden de facto boven de burgerlijke wet, zij waren enkel onderworpen aan het kerkelijk recht. De Kerk deed er alles aan om priesters buiten publieke vervolging te houden, en de burgerlijke overheid stemde daarmee in grote mate in. Er zijn echter naast de talloze daders ook nog zoveel meer slachtoffers geweest van dat seksueel misbruik, dat men onmogelijk kan volhouden dat 'men het niet wist': de betrokkenen zelf wisten het althans maar al te goed, en vele anderen met hen. Het was algemeen geweten, al was het maar onder de vorm van de stereotiepe grapjes die daarover gemaakt werden, zowel onder kinderen en jongeren als onder volwassenen. De samenleving is derhalve mede verantwoordelijk voor de toestand die eeuwenlang voortgeduurd heeft, en die ook vandaag nog doorgaat.
Zo is het te verklaren dat 'zelfs' een bisschop jarenlang seks kon hebben met een minderjarig familielid, en dat helemaal niet abnormaal vond, niet voor zichzelf, en ongetwijfeld ook niet voor anderen zoals hij. Hij kende uiteraard de kerkelijke en de burgerlijke wetten, maar nam in gemoede de vrijheid om die te overtreden, helemaal in overeenstemming met zijn persoonlijk geweten. Blijkbaar leverde het zelfs geen intellectuele of psychologische problemen op dat hij zijn eigen gedrag openlijk moest afkeuren en veroordelen wanneer het voorkwam bij anderen. Dat is nu eenmaal wat priesters verondersteld worden te doen: ze maken een fundamenteel onderscheid tussen de persoon en de functie, met als excuus dat niemand volmaakt is. De boodschap, of de wet is integer, de boodschapper of de wetgever hoeft dat niet noodzakelijkerwijs te zijn.
Dat de daders van seksueel misbruik van minderjarigen zelf schuldig zijn, daarover kan en mag geen twijfel bestaan. Maar de Kerk en haar gezagsdragers zijn door hun bewust verzuim eveneens schuldig: ze hebben nagelaten op te treden tegen de daders, en nagelaten de slachtoffers te beschermen, te erkennen en bij te staan. Bovendien hebben ze systemen in het leven geroepen en al eeuwenlang in stand gehouden waar dat misbruik mogelijk en dus gangbaar was, waardoor ze bovendien ook tegenover de daders een schuld op zich geladen hebben. Tot op heden is er daarover bij de Kerk geen schuldbesef. De daders zijn de enige schuldigen, het gaat om 'rotte appels', slechte, onwaardige priesters. Dat strookt echter niet met de kerkelijke bescherming die die daders altijd genoten hebben en nog steeds genieten, en de instandhouding van de situaties waarbinnen het misbruik zich voordoet. De Kerk gaat in dezen geenszins vrijuit.
Er zal aan het seksueel misbruik van minderjarigen – en anderen … – door priesters nooit een einde komen. Indien men wil dat priesters de kerkelijke celibaatswetten niet meer overtreden, zal men die wetten moeten afschaffen, ofwel het priesterschap. In beide gevallen betekent dat het einde van de Kerk zoals we die kennen, en dat zou voor de samenleving een goede zaak zijn.
De maatschappij zal zich steeds duidelijk moeten uitspreken tegen alle vormen van niet-consensuele seks, zoals tegen alle vormen van geweld, en toezien op de beteugeling van overtredingen. Ze zal verder terecht terughoudend blijven tegenover de consensuele seksualiteitsbeleving van de burgers. Er zal altijd hoe dan ook een aanzienlijke afstand bestaan tussen deze wetten enerzijds en de naleving, de handhaving en sanctionering ervan anderzijds. Dat is nu het geval, en dat is altijd het geval geweest. Seksualiteit is nu eenmaal een domein waarop de individuele menselijke vrijheid zich niet gemakkelijk neerlegt bij welke wetten dan ook. Dat heeft ook de Kerk tot haar – en onze! – schade en schande ondervonden, al heeft de Kerk en de godsdienst in het algemeen daaruit nog steeds geen lessen getrokken.
Kwintessens
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws