Kwintessens
Geschreven door Yves Schelpe
  • 204 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

5 juni 2025 Over donkere wolken boven 'the cloud'
We hebben het vaak over onze afhankelijkheid van smartphones, sociale media en algoritmes. En terecht. We swipen gedachteloos, leven in echo's van algoritmische voorspellingen en verliezen ons in schermtijd die telkens één minuutje langer duurt. Dergelijke afhankelijkheid vernauwt onze waarneming van de wereld, en het is van belang om jongeren en volwassenen kritisch te leren omgaan met technologie in plaats van hen er simpelweg van weg te houden.
Maar vandaag wil ik het over een ander soort afhankelijkheid hebben. Een die veel fundamenteler is. Geen verslaving aan dopamine of likes, maar aan de onzichtbare infrastructuur die ons digitale leven mogelijk maakt. Ik heb het over 'de cloud'. Meer specifiek: over onze eezijdige afhankelijkheid van Amerikaanse cloudproviders zoals Microsoft, Amazon en Google. De technologie waar onze overheid op draait, onze ziekenhuizen, onze scholen, onze bedrijven. En ja, ook je eigen mailbox, agenda, Word-documenten en video calls.
Het is een vorm van afhankelijkheid waar we zelden over praten, die vaak onder de radar blijft, en er niet over praten maakt het des te gevaarlijker.
_Digitale mist met duidelijke belangen
De term 'cloud' wekt de indruk van iets luchtigs en ongrijpbaars, maar in werkelijkheid is de cloud zeer aards: het zijn fysieke datacenters, gevuld met servers, verspreid over de wereld. Als je een document opent in Google Docs, een foto uploadt naar iCloud of een vergadering houdt via Microsoft Teams, dan worden er data opgeslagen, verwerkt en verzonden via servers die beheerd worden door een derde partij. Meestal: Microsoft (Azure), Amazon (AWS), of Google.
De cloud is dus gewoon een gehuurde computer die je niet zelf bezit. De kracht ervan zit in schaalbaarheid, toegankelijkheid en gemak. Maar dat gemak heeft een keerzijde: je geeft controle uit handen.
Microsoft 365, Google Workspace, Zoom, Dropbox, Amazon Web Services, ... Het zijn tools die onmisbaar geworden zijn. Niet alleen voor bedrijven, maar ook voor scholen, zorginstellingen en overheden. Onze overheden werken met Microsoft. Ook veel scholen maken gebruik van ofwel Microsoft- of Google-platformen voor hun communicatie en documentenbeheer. Europese ziekenhuizen hosten patiëntendossiers via clouddiensten. We zijn collectief geïntegreerd geraakt in systemen die niet van ons zijn.
En dat is niet zonder risico.
_Europese data, Amerikaanse sleutels
In 2018 keurde het Amerikaanse Congres de 'Clarifying Lawful Overseas Use of Data Act' goed, kortweg: de Cloud Act. Die wet verplicht Amerikaanse cloudbedrijven om toegang te geven tot data van hun gebruikers, zelfs als die data zich fysiek in Europa bevinden. Zolang het om een Amerikaans bedrijf gaat, heeft de Amerikaanse overheid (bijvoorbeeld via de FBI of NSA) het recht om toegang te vragen tot gegevens, ook al zijn die in een Europees datacenter opgeslagen.
De Cloud Act staat haaks op de Europese privacywetgeving. Terwijl Europa inzet op databescherming, laat de VS toe dat overheden zonder rechterlijke uitspraak data opvragen. Dit is geen complottheorie, maar een structureel juridisch conflict dat meerdere malen werd aangeklaagd, onder meer door de Europese privacywaakhonden en het Hof van Justitie van de EU (o.a. in het Schrems II-arrest). In dat arrest (juli 2020) oordeelde het Europese Hof dat het zogenaamde 'Privacy Shield' (een overeenkomst tussen de VS en de EU) onvoldoende bescherming bood tegen Amerikaanse surveillance. Met andere woorden: de manier waarop Amerikaanse bedrijven Europese data verwerkten, was niet in overeenstemming met onze fundamentele rechten.
_Als gemak ons gijzelt: structurele afhankelijkheid
Toch is surveillance misschien nog het minste van onze zorgen. De échte afhankelijkheid zit dieper. Europa vertrouwt voor z'n digitale infrastructuur te veel op deze techgiganten. Niet alleen voor e-mail of videobellen, maar ook voor basale administratieve processen, databeheer, communicatie en zelfs artificiële intelligentie. Zo raakt onze publieke dienstverlening verstrengeld met de bedrijfsmodellen van buitenlandse multinationals.
Bovendien maken deze bedrijven gebruik van wat men in IT-taal 'vendor lock-in' noemt: wanneer een klant afhankelijk wordt van één specifieke leverancier, en overstappen naar een alternatief praktisch onmogelijk wordt door de gebruikte technologie, contractuele voorwaarden of kosten. In gewoon Nederlands: het is technisch en financieel zo lastig om te migreren naar een alternatief dat men liever blijft zitten waar men zit – ondanks de risico's.
En zo raken zelfs grote instellingen, universiteiten, federale overheidsdiensten of mutualiteiten verstrengeld in 'gemak op korte termijn', terwijl ze hun langetermijncontrole verliezen. De software is niet meer van hen. De data trouwens ook niet. En het risico ligt bij de gebruiker, niet bij de aanbieder. Een recente wake-upcall is het incident binnen het ICC. Microsofts rol als Amerikaans bedrijf daarin, en het ICC als partner die vertrouwt op bepaalde diensten.
_Het digitale verhuisprobleem
De moeilijkheid van overstappen van Amerikaanse naar Europese cloudaanbieders lijkt makkelijk, de uitdagingen zijn echter enorm. De voornaamste redenen zijn dat Europese alternatieven vaak minder gebruiksvriendelijk, minder schaalbaar en technisch complexer zijn. Er is ook een gebrek aan ondersteuning voor migratie, waar Amerikaanse platformen juist alles doen om klanten binnen te houden. Projecten die migratie moeten organiseren, vereisen aanzienlijke investeringen in tijd, personeel en budget. En dat schrikt veel politici, maar ook organisaties af.
Overheden en bedrijven gaan dus voor de weg van de minste weerstand, zelfs wanneer er wetenschappelijke en juridische bezwaren zijn. Liever een functionerend systeem dat risico's inhoudt, dan een log migratieproject zonder garantie op succes (op korte termijn).
En toch: het kán. Neem als voorbeeld Stackit van Lidl. De retailer ontwikkelde, bijna per ongeluk, een volwaardig alternatief voor Amazon Web Services. Men bouwde eigen datacenters, zette in op opensourcetechnologie en ontwikkelde een eigen infrastructuur voor dataopslag, communicatie en beheer. Omdat het zelf doen efficiënter bleek dan zich voortdurend aan te passen aan de veranderende voorwaarden van AWS.
Het resultaat is een functioneel, schaalbaar en veilig alternatief dat niet afhankelijk is van Amerikaanse wetgeving. Stackit is dus een goed Europees alternatief, maar nog geen evidentie voor elke organisatie. Maar het is een inspiratiebron, want het toont dat het mogelijk is om controle terug te nemen – mits visie, doorzetting en middelen.
_De democratie in de schaduw van servers: wat staat er op het spel?
Digitale soevereiniteit is geen hol begrip. Het gaat over autonomie, controle en vertrouwen. Wanneer onze data, communicatie en werking afhangen van bedrijven die buiten onze jurisdictie vallen, verliest Europa een stuk van zijn democratische controle. We kunnen dan nog wetten schrijven, maar als de infrastructuur niet van ons is, blijven we afhankelijk van de goodwill van buitenlandse spelers. Het verleden toonde al dat de wetten die we schrijven toch niet gehandhaafd kunnen worden omdat ze buiten onze geografische grenzen liggen.
Net zoals bij klimaat, voeding of energie moeten we durven nadenken over digitale duurzaamheid. Willen we al onze digitale processen outsourcen aan bedrijven die fundamenteel andere normen hanteren? Of bouwen we aan Europese alternatieven, met respect voor onze waarden, wetgeving en democratische controle?
Beleidsmakers moeten werk maken van Europese alternatieven, en de huidige steunen. En men moet ervoor zorgen dat er ondersteuning voor migratie is bij overheidsdiensten, het goede voorbeeld geven. Die ondersteuning hoeft overigens niet enkel over migratie te gaan, maar een extra paar ogen die een kritische blik werpen op de cloudstrategie van een overheid of bedrijf: wat is echt nodig, wat kan lokaal gehouden worden en welke data zijn strategisch gevoelig?
Tot slot is het ook aan elke burger om zich te informeren en vragen te stellen: waar bevindt zich je data? Wie heeft er toegang toe? En ook in onderwijs: jongeren moeten niet enkel leren hoe ze software gebruiken, maar ook hoe ze kunnen begrijpen wat die software doet, wie erachter zit en welke alternatieven bestaan.
Hoewel 'de cloud' veel mogelijk maakt en innovatief is, moeten we deze afhankelijkheid durven benoemen. Niet vanuit doemdenken, maar vanuit zorg voor autonomie, privacy en democratisch burgerschap. Technologie is geen neutraal hulpmiddel. Het draagt waarden in zich. En wanneer we onze infrastructuur uit handen geven, geven we ook een stukje van onze zelfbeschikking op. De cloud mag dan al luchtig klinken, de impact ervan is dat allerminst. Hoog tijd dus om door de wolken heen te kijken.
Kwintessens
Yves Schelpe is analist en programmeur overdag, muzikant bij nacht (als Psy'Aviah), amateur simracer en fotograaf wanneer er nog tijd rest.
_Yves Schelpe -
Meer van Yves Schelpe

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws