Geschreven door Willem Debeuckelaere, Freddy Evers en Henri Heimans
  • 111 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

4 november 2025 Stop de humanitaire ramp in de gevangenissen
Terwijl magistraten om veiligheidsredenen moeten onderduiken en zich onveilig voelen, verkeren ook de Belgische gevangenissen in een noodtoestand. Tussen beide noodsituaties bestaat geen rechtstreeks verband, of toch?
Wat zich vandaag binnen de muren afspeelt, is geen tijdelijk of technisch probleem meer, maar een fundamentele aantasting van elementaire menselijkheid en van de mensenrechten. Kortom, een humanitaire ramp. De feiten zijn bekend en onweerlegbaar. Het aantal gedetineerden stijgt maand na maand. Meer dan 13.000 mensen verblijven in inrichtingen die samen ongeveer 11.000 plaatsen tellen. Honderden personen slapen op matrassen op de grond, onder hen nog altijd geïnterneerde personen en mensen met ernstige psychische of psychiatrische problemen – laat ons de gevangenis nu vooral voorbehouden voor de zware criminelen – en dat allemaal in onverantwoorde hygiënische toestanden en een geestelijk inferno.
Het gevangeniswezen staat op instorten. Personeel kampt met uitputting en moet werken in mensonwaardige omstandigheden: in overvolle, onveilige inrichtingen, onder aanhoudende druk en met een structureel tekort aan collega's. Incidenten en agressie nemen toe, de psychologische belasting is zwaar, en gedetineerden voorbereiden op een terugkeer in de samenleving wordt stilaan een illusie. Aangepaste individuele zorg kan niet meer worden gegarandeerd, er is geen ruimte meer om een reclasseringstraject uit te stippelen of voor groepsactiviteiten om de detentieschade te beperken. Magistraten zijn er zich van bewust dat de gevangenismedewerkers in die catastrofale omstandigheden hun werk moeten doen en daarbij dagelijks geconfronteerd worden met situaties waarin de mensenrechten van gedetineerden noodgedwongen geschonden worden. Wat overblijft, is opsluiting die noch menswaardig, noch beheersbaar is.
Zeker, de wetten worden toegepast, maar de omstandigheden waarin dat gebeurt, zijn niet langer te verzoenen met de elementaire beginselen van menselijke waardigheid. Wanneer de uitvoering van een straf of maatregel onvermijdelijk leidt tot een onmenselijke of vernederende behandeling, wordt de toepassing van de wet zelf problematisch. Een rechtsstaat die dat blijft toelaten, ondergraaft zijn eigen fundamenten.
Daarom zeggen wij, als magistraten op rust: tot hier en niet verder.
Het is tegen de aard en principes – en zelfs tegen de natuur – van magistraten om te pleiten voor een tijdelijke afwijking of versoepeling van de straffen of maatregelen die zij zelf, na tegensprekelijk debat en zorgvuldige afweging, hebben opgelegd. Maar nu is er een punt bereikt waarop we een standpunt moeten innemen, moreel en juridisch gemotiveerd, en moeten opkomen tegen fundamentele mensenrechtenschendingen die zich dag na dag in eigen land voordoen. Wanneer de naleving van de wet leidt tot structurele schendingen van de mensenrechten die maar blijven voortduren, is het onze plicht dat te erkennen en de samenleving te alarmeren.
_2.000 gedetineerden minder
De huidige crisis vraagt om uitzonderlijke, weloverwogen maatregelen. De oplossingen op middellange en lange termijn die de Commissie Overbevolking, de Commissie Strafuitvoering en andere betrokken actoren zoals de Centrale Toezichtraad voor het Gevangeniswezen (CTRG) en de Penitentiaire Beleidsraad, al hebben voorgesteld of verder uitwerken, zijn noodzakelijk en verdienen steun. Zij kunnen structureel bijdragen tot een rechtvaardiger en menselijker detentiebeleid.
Maar terwijl justitie aan die structurele hervormingen werkt, blijft de noodsituatie voortduren. Zonder onmiddellijke ingreep dreigt de overbevolking verder te ontsporen. In die context verdienen tijdelijke, uitzonderlijke noodmaatregelen die kunnen voorkomen dat fundamentele rechten verder worden geschonden, ernstige overweging. Een systeem dat zichzelf wil herstellen, moet eerst kunnen ademhalen.
De rechterlijke macht bewaakt de serene toepassing van het recht, maar sereniteit sluit niet uit dat grenzen worden gesteld. Neutraliteit betekent niet dat men de feiten negeert. Wie verantwoordelijk is voor de toepassing van de strafwet, kan niet blind blijven voor de omstandigheden waarin die wet haar uitwerking vindt. Het is daarom niet langer verantwoord te doen alsof wij vandaag nog beschikken over een detentiesysteem dat voldoet aan de minimumnormen van menselijkheid. De realiteit spreekt dat tegen.
Respect voor menselijke waardigheid vormt de toetssteen van elke strafrechtsbedeling en elke democratische samenleving. Wanneer dat respect structureel wordt geschonden, verliezen justitie en de gehele rechtstaat hun geloofwaardigheid en wordt ook zware schade toegebracht aan burgers. Dat geldt ook voor de bedreigde magistraten.
Daarom denken we concreet aan volgende noodmaatregelen, die ook al werden verwoord door de gedreven ex-gevangenisdirecteur Hans Claus. Het achterliggende idee is om het aantal gedetineerden met 2.000 te verminderen.
Ten eerste: een collectieve genademaatregel die leidt tot (aanzienlijke?) strafvermindering bij het einde van de straf, eventueel met uitsluiting van een categorie of individuele gevallen. Op die manier komt meteen een groot aantal gedetineerden vrij.
Volgens artikel 110 van de grondwet heeft de koning (in de realiteit de minister van Justitie) immers het recht om de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen. Hij kan bijvoorbeeld ook effectieve straffen geheel of gedeeltelijk omzetten in voorwaardelijke straffen met een proeftermijn of in elektronisch toezicht (dat laatste met medewerking van de bevoegde Gemeenschap).
Ten tweede: de strafuitvoering of internering opschorten voor personen zonder verblijfsvergunning en hen ter beschikking stellen van de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op repatriëring, tenzij ze in hechtenis genomen zijn voor ernstige criminele feiten.
En ten derde: elke strafuitvoering of internering van personen die nog niet zijn opgesloten, opschorten, tot er opnieuw ruimte is in de gevangenissen. Wel met uitzondering van de personen die in hechtenis zitten op het ogenblik van de definitieve beslissing van de hoven en rechtbanken, of na bevel tot onmiddellijke aanhouding.
De te nemen noodmaatregelen zijn ingrijpend en hun effectiviteit moet worden getoetst. Dat zal nauwkeurig kwantitatief onderzoek vergen.
En bij die maatregelen moeten uiteraard de slachtoffers betrokken en begeleid worden, als 'hun dader' vervroegd zou vrijkomen.
_Politieke moed
Na de vele waarschuwingen van gevangenisdirecties, toezichtsorganen, beleidsraden en internationale instanties is er politieke moed nodig om nu eindelijk daadwerkelijk te handelen. De Belgische samenleving heeft recht op veiligheid – en juist daarom ook op een strafrechtspraktijk die werkt, rechtvaardig is en menswaardig blijft.
Het gebrek aan middelen maakt het voor magistraten een lastig karwei om de mensenrechten en de rechtsstaat te bewaken. De derde macht komt in de verdrukking doordat het beide andere staatsmachten ontbreekt aan een coherente visie op lange termijn. Justitie bevindt zich op vele vlakken in een extreme noodsituatie.
(Dit artikel verscheen eerder in de krant De Standaard, op 29 oktober 2025. Overgenomen met toestemming van de auteurs.)
De auteurs zijn magistraten op rust en leden van Magistratuur & Maatschappij.
_Willem Debeuckelaere, Freddy Evers en Henri Heimans -
Meer van Willem Debeuckelaere, Freddy Evers en Henri Heimans

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws