Het Vrije Woord
Geschreven door Gert De Nutte
  • 108 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

2 december 2025 Jubileumviering vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (Vredeseducatie)
Op woensdagnamiddag 26 november genoot een enthousiast publiek van de jubileumviering van vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (het voormalige Vredeseducatie), dat sedert begin 2022 zijn activiteiten verder ontplooit in nauwe samenwerking met het Humanistisch Verbond.
De aanwezigen konden in de nieuwe tentoonstellings- en evenementenruimte van het Humanistisch Verbond genieten van een bijzonder gesmaakt programma, met schitterende muziek, toespraken door Humanistisch Verbond-coördinator Gert De Nutte en Vorming Vrede & Burgerschap-voorzitter Roger Boonen, en een boeiend gesprek met Rik Van Cauwelaert, Rik Pinxten, Eddy Bonte en Annemarie Gielen.
Hieronder vindt u de tekst van de inleidende lezing door Gert De Nutte.
_Goedemiddag beste vredelievende vrienden
Goedemiddag beste vredelievende vrienden, hartelijk welkom op deze jubileumviering van Vorming Vrede & Burgerschap, het voormalige Vredeseducatie, in naam van de stuurgroep en uiteraard ook van het Humanistisch Verbond dat hier vanmiddag uw gastheer is. U merkt dat u terecht bent gekomen in een – overigens nagelnieuwe – tentoonstellingsruimte die ook gebruikt zal worden voor activiteiten zoals deze. U bent getuige van de allereerste tentoonstelling die hier wordt georganiseerd, een tentoonstelling ter gelegenheid van een ander jubileum, namelijk die van de zogenaamde Verklaring van 30 november, waarvan voormalig gevangenisdirecteur Hans Claus de grote inspirator is. Hans is trouwens ook al te gast geweest als spreker op een van de voordrachten van VV&B. De Verklaring in kwestie is een document dat je kunt vergelijken met andere verklaringen zoals bv. de UVRM: het is een document dat kort en krachtig een zestal krijtlijnen uitzet die richting zouden kunnen (of moeten) geven aan een algehele transitie van onze samenleving. Info vindt u op www.novemberverklaring.eu – het zijn overigens krijtlijnen die een aantal onder u zeker zullen interesseren.
Het nadeel van de expo is natuurlijk dat die hier en daar wel wat plaats in beslag neemt, maar daar is dus niets aan te doen en ik wil u zeker en vast wel vragen om enige voorzichtigheid te betrachten met voornamelijk de artefacten die zich op de vloer bevinden. Ze zijn weliswaar verzekerd maar ook wel kwetsbaar en breekbaar en ik wil graag de vrede bewaren met de respectievelijke kunstenaars, wat u als pacifisten ongetwijfeld zult begrijpen. Gelieve dus straks tijdens de receptie ook op te letten met de drankjes – en die grote witte kubus in het midden van deze ruimte is dus geen kunstzinnige partytafel, ik zeg het maar.
Beste vrienden, laat mij beginnen met enkele citaten, twee paar met name die diametraal tegenover elkaar staande aspecten belichten van het verschijnsel strijd en oorlog.
Het eerste paar:
  • ‘Eer win je door strijd; het is beter te sterven in dapperheid dan te leven zonder roem.’ (uit de Ilias van Homeros)
  • 'Oorlog is de grootste van alle menselijke ondernemingen.’ (uit De kunst van het oorlogvoeren van Sun Tzu)
En het tweede paar (opnieuw een paar om in evenwicht te blijven):
  • ‘Oorlog is zo’n verschrikkelijke aangelegenheid dat men er beter nooit aan zou beginnen.’ (uit Oorlog en vrede, van Lev Tolstoj)
  • ‘Geen mens die niet krankzinnig is kan oorlog wensen.’ (uit De slavernij van onze tijd, eveneens van Lev Tolstoj).
De eerste citaten passen in de lange traditie van werken die de heroïek van strijd, krachtmeting en oorlog verheerlijken, een traditie van duizenden jaren die loopt van de epische geschriften van Homeros over de middeleeuwse ridderverhalen tot aan de oorlogsverhalen en -films en niet te vergeten ook  –  vaak erg gewelddadige – games van vandaag. Het tweede paar beklemtoont de verschrikkingen, om niet te zeggen de pure horror van wat gewapende strijd aanricht bij mens en samenleving.
Waarom schotel ik u dit contrast voor? Omdat zowel strijd, geweld en oorlog enerzijds, als het niet aflatende, telkens tegen beter weten in herhaalde streven naar vrede anderzijds constanten blijken te zijn in de menselijke geschiedenis én misschien ook in de menselijke natuur – ik kom er straks op terug.
We vieren vandaag dus vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (of Vredeseducatie om de oorspronkelijk benaming toch nog even te vermelden), maar eigenlijk inmiddels ook vier jaar samenwerking van de stuurgroep met het Humanistisch Verbond. In het najaar van 2021 contacteerde uitgever Stephan Svacina van Uitgeverij Gompel & Svacina me met de vraag of ik niet eens wou samenzitten met Roger Boonen en zijn kompanen van Vredeseducatie – Stephan was de uitgever van de Vredeswijzers, de publicaties met de neerslag van de voordrachten. Vredeseducatie was immers na wat omzwervingen die ik u zal besparen zo’n beetje thuisloos geworden. Nu, u weet dat wij ook als humanisten barmhartige samaritanen zijn en uiteraard ook ondubbelzinnige pleitbezorgers van vrede, en bovendien waren het allemaal sympathieke en enthousiaste mensen. Ik heb toen dus meteen wat voorstellen gedaan voor een mogelijke samenwerking, waarbij de stuurgroep zijn werking zou kunnen voortzetten onder de moederlijke vleugels van het Humanistisch Verbond – en de rest is inmiddels geschiedenis, en hopelijk ook toekomst natuurlijk.
Ik moet hier wel meteen aan toevoegen dat ik toen – als rechtgeaarde naïeve vooruitgangsoptimist, je bent vrijzinnig humanist of je bent het niet – toch wat (nooit uitgesproken) bedenkingen had bij de ‘urgentie’ van het spreken over en ageren voor vrede. Er waren natuurlijk wereldwijd allerlei gewapende en vaak uiterst gewelddadige conflicten, maar dat was allemaal ver van ons bed en waren we in Europa al niet vele tientallen jaren gevrijwaard van dat soort toestanden (met hier en daar wat uitschuivers zoals de oorlogen in Joegoslavië, maar dat was ook maar de Balkan in een uithoek waar wij West-Europeanen niet zoveel last van hadden)? Er waren (en zijn) ook hier in Vlaanderen nog wel organisaties die zich met Vrede bezighielden – zoals Pax Christi, Vrede vzw, de Vlaamse Vredesvereniging, Vredesbouwers, het Vlaams Vredesinstituut enz. – maar zo verschrikkelijk pregnant was die problematiek van oorlog en vrede toch al lang niet meer. Ik herinner mij trouwens, uit mijn studententijd ergens in de prehistorie, dat er toen aan de VUB een vak of eerder een leerstoel polemologie (de studie van oorlog en vrede) gedoceerd werd, door prof. Johan Niezing, internationaal gereputeerd polemoloog – een leerstoel die dus inmiddels al heel lang een stille dood gestorven is, net als de academische discipline van de polemologie.
En dan, dames en heren, barst daar nota bene nauwelijks enkele maanden later, op 24 februari 2022, de hel los in Oekraïne, op 2000 km van hier, in een Europees land, met westelijke grenzen aan landen die allemaal tot de NAVO behoren. Gedaan met de Europese vredesdroom, het was en is een pijnlijk ontwaken. En de gevolgen kent u, oorlog en alles wat daarbij hoort – de NAVO-verplichtingen, defensie-uitgaven, wapenproductie, dienstplicht, verder ontsporende begrotingen, oorlogsretoriek enz. – het is allemaal terug van nooit weggeweest (en de verkiezingsoverwinning eind vorig jaar in het belangrijkste NAVO-land van de geelgekuifde neofascist doet daar ook allemaal geen deugd aan uiteraard, want ze duwt het militair krachteloze Europa met de rug tegen de muur). 
En in 2024 kwam Gaza daar nog eens bovenop, ook ver van ons bed maar veel dichterbij dan we zouden denken, want op nauwelijks enkele honderden kilometers van Europa en met vele politieke repercussies ook voor onze West-Europese samenlevingen, om over de emotionele impact nog maar te zwijgen.
Daar staan we dus weer, gedaan met de winterslaap, de vredesillusie afgevoerd naar de schroothoop, de duif fladdert niet meer vrolijk rond met de olijftwijg in haar bek, maar zit samen met Job op zijn mestvaalt te treuren over de ellende van oorlog en geweld. 
Jubileumviering vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (Vredeseducatie)
Beste vredesvrienden, de situatie van vandaag plaatst ons, pacifisten en humanisten, voor een in mijn ogen onoplosbaar dilemma – en ik weet dat een aantal onder u het daar niet mee eens zal zijn (wat ook goed is, want vrij en kritisch denken is ons aller morele plicht), maar ik wil het daar toch even met u over hebben. Met name over de vraag – ik stel ze even lapidair – de vraag of gewapend verzet, gewapende strijd, oorlog zelfs, gerechtvaardigd kunnen zijn om vrede te bewerkstelligen, om vrijheid, democratie, onafhankelijkheid, soevereiniteit te vrijwaren? Pacifisme is mooi, maar wat doe je als Hitler aan je deur staat (en ik zal het nu even niet over Poetin hebben)? Je kunt als radicaal en consequent pacifist de keuze maken om in geen enkele omstandigheid je toevlucht te nemen tot strijd en geweld. Maar vergis u niet: dictators hebben geen oorlog nodig om hun medeburgers te doden, ook als die zelfs geen actieve critici zijn van hun regime – ik hoef u de miljoenen slachtoffers van Stalin, Mao, Pol Pot niet in herinnering te brengen. En om het dan toch even over Rusland te hebben: er zijn naar schatting al een miljoen mensen of meer die het land ontvlucht zijn omdat ze het risico niet willen lopen om slachtoffer te worden van de dictatuur en de repressie. Als je in Rusland trouwens als pacifist je stem zou laten horen, weet je waar je aan toe bent. Het dilemma is dus: onderga je als pacifist lijdzaam je lot omdat je nu eenmaal een pacifist bent? Maar wat zijn daarvan de gevolgen? 
Ter illustratie van deze catch 22, van de onoplosbare paradox van dit dilemma, citeer ik u graag enkele fragmenten uit de in 2024 postuum gepubliceerde ‘memoir’ van Wim Kayzer, de onnavolgbare Nederlandse televisiemaker en auteur trouwens van een van de beste romans uit de moderne Nederlandse letterkunde, overleden in 2023. In dit werk met als titel De gelukkigste jaren van de mensen, en u begrijpt zo meteen waarop deze titel slaat, in dit werk dat de zwaar zieke auteur schreef gedurende de pijnlijke laatste periode van zijn leven, met het zekere vooruitzicht op zijn dood, reflecteert hij met onbegrip, afgrijzen en wanhoop op de recente ontwikkelingen in het oosten van Europa. Als u trouwens het werk van Kayzer niet kent, kijkt u dan eens naar zijn VPRO-televisieprogramma Nauwgezet en wanhopig, uit 1989 (u vindt het op YouTube): lange, eindeloos lange, maar fascinerende gesprekken met vier wereldauteurs die indringend praten over hun werk en over wat er werkelijk toe doet, individueel én maatschappelijk. Gyorgy Konrad, Gabriel Garcia Marquez, Jorge Semprun en George Steiner, allen auteurs wiens werk verbonden is met de pijnlijkste episodes van de twintigste-eeuwse geschiedenis en dus met oorlog, vervolging, onderdrukking, opstand, verzet. Het is fenomenale en diep ontroerende televisie die nu, meer dan 35 jaar later, ook duidelijk maakt waarom iemand als Kayzer in wiens eigen documentaire programma’s de verschrikkingen van oorlog en geweld centraal staan met zulke diepe wanhoop ons tijdsgewricht gadeslaat. En dan heeft hij zelfs Gaza niet meer meegemaakt, want toen was hij al overleden …
Ik geef u drie citaten. In nummer één is de overtuigde pacifist aan het woord:
‘Moet ik dit nog meemaken na meer dan zeventig jaar maatschappelijke illusies en maatschappelijke zekerheid? (…) Na de oorlog kwamen zeven decennia waarin ik niet bang hoefde te zijn dat er in het ochtendgrauwen op de deur werd gebonsd om me te halen, decennia waarin ik te eten en te drinken had, geen spoor van honger, waarin ik allerlei illusies kon koesteren over de maakbaarheid van het leven en de samenleving – dat die illusies broos werden en voor een groot deel kapotvielen doet er niet toe –, ik had de luxe van het dromen, van zeggen wat je wilde zeggen zonder daarop te worden afgerekend.
Ik droeg de oorlog al die jaren met me mee, als trauma en ijkpunt. Europa zou, ondanks alle mitsen en maren, een verzekering zijn dat Auschwitz nooit herbouwd zou worden. Wat een leven heb ik geleefd, vergeleken met ontelbaar veel anderen. (…)
En nu? Eadem sed aliter. Hetzelfde op een andere manier. Europa dreigt uiteen te vallen in het samenraapsel van de aloude natiestaten waaruit de vorige eeuw al die godvergeten ellende voortkwam, ook al lijken de staten nog heel even solidair met elkaar omdat er een oorlog woedt aan de oostgrens. Ik heb in een interbellum geleefd dat de wereld nauwelijks kende. Geboren uit de oorlog staat, na al die decennia van wat ik wel geluk moet noemen, alles opnieuw op springen. Ik heb de gelukkigste jaren van de mensen meegemaakt. Die jaren worden met de dag meer herinnering.’
Maar citaat nummer twee illustreert die catch 22 van de humanist en pacifist die niet in de gruwel van een onvrije en repressieve samenleving wil leven:
‘Het is een beetje dubbelop en toch is er nog veel meer over te zeggen, maar pacifisme is in dit geval even niet aan de orde. We kunnen niet anders dan keuzes maken die bij voorbaat verkeerd zijn, omdat alles in dit conflict onvoorspelbaar is. Ben ik tegen het sturen van militair materieel naar Oekraïne? Natuurlijk. Ik ben een pacifist die zijn morele gelijk viert, de meest correcte en gemakkelijke positie. Ben ik voor het sturen van militair materieel naar Oekraïne? Ja, want het niet sturen van die ellendige wapens naar die godvergeten oorlog betekent nog grotere problemen. Is daarmee ook maar iets gewaarborgd? Nee, niets. Misschien dagen we de gek in het Kremlin alleen uit om toch maar kernwapens in te zetten. Je ziet: ik weet precies wat er moet gebeuren.’
En in nummer drie leest u de tristesse en de ontgoocheling van de auteur die geboren werd uit de oorlog (in 1946) en zal sterven in het aangezicht van een nieuwe oorlog:
‘Ooit schreef ik honderden pagina’s over de oorlog waaruit ik geboren werd. Nu de waanzin zich opnieuw aandient, lukt het me niet meer om erover te schrijven. Omdat het van een gekmakende triestheid is dat de geschiedenis zich onaangedaan herhaalt, niet eens als komedie, zoals Marx meende, maar gewoon als herhaling van de vorige, met alle details van toen, de loopgraven, de artillerie, de wanhoop, de waanzin, de dronken generaals.’ 
Jubileumviering vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (Vredeseducatie)
Principes hoog houden en zelfgenoegzaam het eigen morele gelijk vieren? Of het hoofd buigen en deemoedig inzien dat vrede, democratie, welzijn en welvaart met een prijs komen? Kayzer weet het niet, ik weet het ook niet, als u het weet wil ik het graag van u horen.
Wat ik in ieder geval wel weet: ik wil bij voorkeur niet in Poetins versie van 1984 leven en we gaan die man of het regime waar hij voor staat niet tegenhouden met een witte vlag in onze handen en een bloem op onze hoed. Wie daaraan twijfelt moet de Oorlogskronieken maar eens lezen van de Wit-Russisch-Belgische auteur Aleksandr Skorobogatov, die als dissident al twee decennia in België woont – en de publicaties van zovele andere analisten (voor wie het interesseert: ik heb een wat langer essay geschreven over dat boek van Skorobogatov n.a.v. de uitreiking van de Arkprijs van het Vrije Woord aan de auteur in 2024, u vindt het op onze website). Dat betekent geenszins dat we de wegen van overleg en diplomatie niet moeten uitputten, maar laat ons alsjeblieft ook niet naïef zijn. Ik weet dat sommigen onder u dit niet zo graag zullen horen, maar ik geef u ook een kort artikeltje mee uit De Standaard van 10 en 11 november jongstleden, het is een bericht over oud-NAVO secretaris-generaal Willy Claes: 
‘Claes moet ook niet weten van het vakbondsriedeltje dat deze regering extra investeert in defensie en tegelijk bespaart in de sociale zekerheid. “Over dat punt”, zo zegt Claes”, “wil ik zelfs niet discussiëren. Wie gaat Poetin tegenhouden als hij aan de grens staat? Dat zullen de vakbonden niet zijn, hoor. Onze vrijheid is ook een kernwaarde. In een onvrij land zoals Rusland zitten hun collega’s in de cel. Dat ze daar maar eens aan denken.”’ 
Zijn we bereid om een prijs te betalen voor onze vrijheid? En als we die prijs niet willen betalen, welke prijs betalen we daar dan nadien voor? En hoe menslievend en solidair en humaan is het om met name de Oekraïense bevolking en soldaten de smeerlapperij voor ons te laten opknappen? Voor ons West-Europeanen die ’s avonds verontwaardigd fulmineren bij de berichten van het journaal en daarna gezapig weer overgaan tot de orde van de dag? Het zijn moeilijke vragen waarop het enige antwoord misschien inderdaad die vaststelling van Wim Kayzer is, dat hij het ook niet weet.
Mogelijk biedt hier het pleidooi voor ‘combinatiedenken’ van moraalfilosoof Patrick Loobuyck wel soelaas: wees bereid om ook de visie van wie anders denkt met een open geest te benaderen en wentel je niet in je eigen grote gelijk of in de tribale kijk en (voor)oordelen van de groep waartoe je denkt te behoren. En misschien is de waarheid niet ofwel zwart of wit, maar beide tegelijk. En misschien kun je dus best een humanist en pacifist zijn, maar tegelijkertijd niet uitsluiten dat je eieren moet breken om een omelet te kunnen maken, om de grote Winston Churchill te parafraseren (nu ja, de uitspraak wordt aan hem toegeschreven maar er is blijkbaar niet al te veel bewijs voor).
‘Oorlog’, zo schreef Machiavelli in Il Principe, is soms noodzakelijk om een grotere ramp te voorkomen'. Of Cicero: ‘Sommige oorlogen zijn onvermijdelijk, en dan moet men ze zonder aarzelen voeren.’ Of Thomas Jefferson: ‘De enige manier om een tiran te stoppen is met geweld.’ Of Stijn Meuris van Noordkaap, toch ook niet de minste: ‘zou een heel klein beetje oorlog / soms niet beter kunnen zijn / dan die luid gesproken woorden / en die nachten van de pijn?’
Beste vrienden, denkt u nu vooral niet dat ik hier meesurf op de potsierlijke retoriek van onze minister van Defensie of van teflonpaling Mark Rutte, maar ik wil wel pleiten voor een kritisch realisme gebaseerd op feiten, grondige analyses en consequent vrijheidsdenken – en die zijn niet gebaat bij ideologisch geïnspireerde ballonnetjes van welke kleur ook. 
Jubileumviering vijftien jaar Vorming Vrede & Burgerschap (Vredeseducatie)
Een belangrijk aspect waarover ik hier eigenlijk ook graag iets had gezegd – maar er is geen tijd meer voor – is de vraag of strijd en oorlog onvermijdelijk zijn, inherent zijn aan de menselijke natuur (en dus een evolutionaire origine hebben) en/of noodzakelijk deel uitmaken van het menselijke samenleven. Wie daarover meer wil weten, verwijs ik graag naar een vierdelige blogreeks van UGent-criminologen Lieven Pauwels en Ann De Buck op onze website. Vertrekkend van de publicatie Waarom we vrede willen, maar oorlog voeren van Harald Meller, Kai Michel en Carel van Schaik, onderzoeken zij die fundamentele paradox in de menselijke geschiedenis: ondanks ons diepgewortelde verlangen naar vrede blijven oorlogen opduiken. Het boek combineert indrukwekkende theoretische diepgang met zorgvuldig gedocumenteerde voorbeelden uit archeologie en etnografie. Het laat zien dat oorlog geen biologisch lot is, maar een complex samenspel van biologische aanleg, culturele structuren, emoties en sociale dynamiek, waarbij elementen als groepsvorming, ontmenselijking, wij-zij-denken, seksueel geweld en de rol van religie en macht belangrijke en concrete aanknopingspunten bieden om hedendaags geweld en radicalisering beter te begrijpen. Ik ga er niet verder op in, maar voor ons allen die geïnteresseerd zijn in de problematiek en de mechanismen van ‘oorlog en vrede’ is het heel boeiende literatuur.
Beste vrienden, de catch 22 waarmee ik en samen met mij vele andere pacifistische humanisten worstelen, belet niet om met zekerheid te stellen dat geweld en oorlog de wellicht grootste gesels zijn die de mensheid kunnen treffen: ‘Een goede daad die met geweld wordt verricht verandert in kwaad’, of nog ‘Je kunt geen oorlog beëindigen met oorlog’. Dat schreef Lev Tolstoj in Het Koninkrijk Gods is in u en de Russische graaf, sociaal bewogen pacifist en auteur van sommige van de mooiste werken uit de wereldliteratuur, waaronder niet in het minst het monumentale Oorlog en vrede, die wist maar al te goed waarover hij sprak. Als jonge officier – hij was halverwege de twintig – vocht hij immers mee in de Krimoorlog (1853-1856) – niks nieuws onder de oorlogszon – en hij was aanwezig tijdens het bloedige beleg van Sebastopol in 1854-1855. Zijn ervaringen daar verwerkte hij in zijn vroege bundel Sebastopol-verhalen die een rauw en realistisch en ontluisterend beeld geven van wat oorlog in de praktijk betekent. Om af te sluiten vergast ik u op twee paragrafen uit die bundel, eentje uit Sebastopol in december, en de slotparagraaf van het verhaal Sebastopol in mei:
‘(…) u ziet verschrikkelijke, schokkende taferelen; u ziet de oorlog niet in zijn correcte, prachtige en schitterende vorm, met muziek en tromgeroffel, met wapperende vaandels en trots te paard zittende generaals, u ziet de oorlog zoals hij echt is, in bloed, lijden en de dood …’ (Sebastopol in december)
En die slotparagraaf: 
‘Ja, op het bastion en in de loopgraaf zijn witte vlaggen geplaatst; het bloeiende dal ligt vol stinkende lijken, de heerlijke zon daalt naar de blauwe zee, en de deinende blauwe zee glinstert in de gouden stralen van de zon. Duizenden mensen verdringen zich, kijken, praten en glimlachen naar elkaar. En deze mensen, – christenen –, die het grote gebod van liefde en zelfopoffering belijden – vallen die bij de aanblik van wat ze gedaan hebben niet vol berouw op de knieën voor Hem die toen Hij hun het leven gaf in ieders ziel samen met de doodsangst, de liefde voor het goede en schone heeft gelegd, en omarmen ze elkaar niet met tranen van vreugde en geluk, als broeders? Nee! De witte lappen worden opgeborgen – en opnieuw fluit het dood en lijden brengende geschut, opnieuw vloeit het onschuldige bloed en klinken het gekreun en de vervloekingen op.’ (Sebastopol in mei)
Beste vredesvrienden, of we daadwerkelijk een verschil kunnen maken weet ik niet, maar we kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om ‘vrede’ te betrachten, in alle mogelijke aspecten van het menselijke samenleven, want dat is de noodzakelijke voorwaarde om een humane en duurzame maatschappij op te bouwen waarin wederzijds respect en verdraagzaamheid de basis vormen van een gedeeld burgerschap. Daarom ben ik blij met onze goede en vruchtbare samenwerking met Vorming Vrede & Burgerschap en daarom hoop ik dat we die nog vele jaren kunnen bestendigen. Op naar de twintig jaar zou ik zeggen.
En zullen we het laatste woord aan John Lennon geven? ‘All we are saying is give peace a chance.’ 
En binnenkort is het Kerstmis, en u weet van Wannes dat de kanonnen dan niet schieten maar met een kerstboom zijn getooid …
Het Vrije Woord
Algemeen coördinator Humanistisch Verbond
_Gert De Nutte -
Meer van Gert De Nutte

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws