Arnout van Cruyningen
Ignace Claessens
Non-fictie
  • 197 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

23 januari 2024 Het huis van Thorbecke. De geschiedenis van de parlementaire democratie.
Arnout van Cruyningen studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is gespecialiseerd in dynastieke en staatkundige geschiedenis met verschillende publicaties van zijn hand over de Nederlandse geschiedenis en het huis van Oranje-Nassau. In het besproken werk schetst hij de Nederlandse parlementaire geschiedenis vanaf het begin in 1464 tot heden.
Dat begin situeert hij in Brugge waar in 1464 een bijeenkomst belegd werd van de verschillende standen of staten, naar de Franse benaming états. Deze standen (hoge geestelijkheid, adel en steden) kwamen voor het eerst op 9 januari 1464 samen uit ongerustheid over de plannen van de Bourgondische hertog Filips de Goede die van plan was een nieuwe kruistocht te ondernemen. Aanleiding was de val van Constantinopel in 1453.
De vergadering van de standen was geen permanent orgaan. Zij werden meestal samengeroepen door de vorst als hij in geldnood zat. Als de standen de “beden” inwilligden, was dat meestal in ruil voor een of andere toegeving van de vorst. Soms werden ze ook geweigerd. Doorheen de geschiedenis won de Staten-Generaal zo aan invloed en macht.
In 1795 werden de Nederlanden bezet door de Franse troepen. Frankrijk riep in het noorden de Bataafse Republiek uit. In ditzelfde jaar was in Frankrijk ook een nieuwe grondwet van kracht geworden.
De Bataafse Republiek had ook nood aan een grondwet en daartoe werd een Nationale Vergadering bijeengeroepen samengesteld uit de verstandigste mannen van het land. Na veel discussie kon in 1798 een grondwet goedgekeurd worden.
Het principe van de scheiding der machten werd noodgedwongen aanvaard. De wetgevende macht bestond uit twee kamers. De Eerste Kamer moest alle wetten en besluiten ontwerpen en het was aan de Tweede Kamer om deze al of niet te bekrachtigen. Een andere invulling dus van de bevoegdheden van de actuele Eerste en Tweede Kamer. De uitvoerende macht kwam bij de raadspensionaris die ruime bevoegdheden kreeg.
Deze grondwet kende tal van herzieningen in functie van het sterk evoluerende wereldbeeld. Een eerste herziening was het gevolg van de nederlaag van Napoleon en de uitbreiding van Nederland met de Zuidelijke Nederlanden in 1815. Na de definitieve scheiding in 1839 moest de grondwet andermaal aangepast worden.
In 1848 braken op het Europese continent opstanden uit die soms in een revolutie ontaardden. De onrust raasde als een bosbrand en sloeg over van Staat op Staat. Onder druk van deze revolutionaire beweging verklaarde Koning Willem II zich bereid tot verdere inperking van zijn macht. Een commissie werd samengesteld met opdracht hem een volledig ontwerp van herziening voor te dragen. Thorbecke fungeerde als voorzitter en de nieuwe grondwet werd naar zijn naam vernoemd. Daarbij wordt soms vergeten dat ook de andere commissieleden een aanzienlijke bijdrage leverden in de volledig nieuwe grondwet. De grondwet werd op 3 november 1848 bekrachtigd. Nadien werd Thorbecke verzocht de hoofdbeginselen van de grondwet verder in bijzondere wetten uit te werken.
Het tweekamerstelsel bleef behouden. De Eerste Kamer werd niet langer samengesteld door de Koning maar verkozen door de Provinciale Staten. De Tweede Kamer werd rechtstreeks verkozen door een beperkt deel van de mannelijke bevolking dat voldoende belastingen betaalde, het cijnskiesrecht. De Koning is onschendbaar en de ministers worden verantwoordelijk.
Deze grondwet kwam in Nederland als vooruitstrevend over. Nochtans had de Belgische grondwetgever deze principes reeds in 1831 ingevoerd, samen met zeer ruime vrijheden voor de burgers. De Belgische grondwet was op dit ogenblik één van de meest liberale van Europa.
De auteur schetst op heldere wijze het bij momenten tumultueuze ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden vanaf de 15e eeuw. Begrippen als “Stadhouder” en “Raadspensionaris”, in het zuiden onbekend, worden nader toegelicht. De totstandkoming van de grondwet, vernoemd naar Thorbecke, betekent ook het einde van het meest interessante deel van het werk.
Daarop volgt een eerder droge opsomming van de verschillende regeringen vanaf 1850 tot heden: hoe zij samengesteld werden, de voornaamste verwezenlijkingen, hun problemen en val, af en toe opgesmukt met schandaaltjes of anekdoten.
In de 20e eeuw is het politieke landschap in Nederland erg versnipperd. Nieuwe partijen en partijtjes zien het levenslicht, verdwijnen even vlug of fuseren met andere partijen. Ze krijgen nieuwe namen met nieuwe afkortingen waardoor de lezer soms in verwarring gebracht wordt en wat de leesbaarheid niet bevordert.
Dit mag de lezer echter niet afschrikken. De auteur biedt ons in een kort bestek een overzicht van de parlementaire ontwikkeling in Nederland, onbekend terrein voor de meeste lezers uit het zuiden. Het stelt ons tevens in staat een parallel te trekken met de ontwikkeling van ons eigen parlementair verleden.

Ignace Claessens
Arnout van Cruyningen
Ignace Claessens
Non-fictie
recensent
_Ignace Claessens recensent
Meer van Ignace Claessens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies