David Gibbins
Michel Ackaert
Non-fictie
  • 138 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

2 augustus 2024 Een geschiedenis van de wereld in twaalf scheepswrakken
David Gibbins is een vooraanstaand maritiem archeoloog en diepzeeduiker, voorheen professor aan verschillende universiteiten (o.a. Oxford). Hij bezit ook het opmerkelijke schrijverstalent om zijn ontdekkingen en bevindingen bijna in romanvorm aan de lezer te presenteren.
Helemaal mijn stijl en vooral wat de eenvoudige zeeman, soldaat, landverhuizer, ontdekker of ambtenaar overkwam toen het noodlot toesloeg, is precies wat ook ik als voormalig diepzeeduiker boeiend vind. Ik dook zelf ook op verschillende legendarische wrakken zoals SS Thistlegorm, SS Carnatic, Giannis D. en wilde toen ook meteen het hoe, wanneer en waarom van die scheepsrampen te weten komen.
Gibbins vertelt heel weinig over de technische duikomstandigheden zelf, maar wat hij weet over de toenmalige wereld, de context en wat de oorzaken of de gevolgen soms waren van een scheepsramp is uniek. Maritieme geschiedenis: helemaal niet saai!  
De schrijver wetenschapper begint met: ‘Vroege zeevaarders in de prehistorie, tweede millennium v.o.t.’ en een opmerkelijke ontdekking uit de bronstijd tijdens werken aan de haven van Dover. De archeologen vinden er meteen het oudste zeeschip dat ooit op de hele wereld werd gevonden. In het hoofdstuk dat volgt duidt Gibbins heel gedetailleerd de toenmalige levensomstandigheden, handelsroutes en vergelijkbare scheepsconstructies in andere delen van de bewoonde wereld. Sterker nog, van die boot wordt een replica gemaakt en met succes op zeewaardigheid getest. Dat doen later nog andere wetenschappers over met een Vikingschip, een trireem of een galjoen. Ergens op mijn bucketlist staat nog een tocht met de replica van de HMS Endeavour. Ooit!
Gaandeweg en met behulp van steeds betere duiktechnieken loodst hij ons doorheen de wereldgeschiedenis aan de hand van diverse scheepswrakken. Dat zijn de koninklijke scheepsladingen uit de tijd van Toetanchamon of de wijnhandel van het klassieke Griekenland waarmee hij meteen de link legt naar de filosofen van de gouden 5e eeuw v.o.t. Er is dus meer dan enkele intacte amforen op de zeebodem.
De Romeinen, de opkomende Christenheid en het vroege Byzantium van de 6e eeuw n.o.t., de archeoloog Gerhard Kapitän wordt geattendeerd op een wrak bij het vissersdorpje Marzamemi in Sicilië. Hij vindt er als het ware de losse geprefabriceerde bouwdelen van een Byzantijnse kerk.  Ondertussen wordt de westerse wereld geteisterd door verschillende pandemieën, natuurrampen en oorlogen tussen de verschillende machtsblokken. Schepen worden gebruikt om te bevoorraden, troepentransport of zinken na legendarische zeeslagen, die soms het verschil maken tussen macht, overheersing of onderdrukking. De bronzen stormram van een schip boort zich in de flank van de vijand en beiden gaan naar de kelder. De zware kop van de boeg getuigt op de zeebodem eeuwen later van het drama.
Navigare necesse est, vivere non est necesse. Navigeren is onmisbaar, leven niet. Gnaeus Pompeius 106-48 v.o.t., volgens Plutarchus
China, het Goudland en de Abbasidische islam, fijn aardewerk, luxegoederen en exotische producten, vinden hun weg naar Europa of eindigen na een schipbreuk voortijdig op de bodem van de zee. Plots verschijnt er een volk uit het noorden met niet altijd de beste bedoelingen, de Vikings. Hun snelle wendbare schepen met de gevreesde drakenkoppen teisteren de kusten of eindigen als graftombe voor één of andere heerser. Het achtste wrak treft me heel speciaal, de Mary Rose (1545), het vlaggenschip van koning Hendrik VIII.
Ik stond in Portsmouth zelf ooit de conserveringstechnieken te bewonderen van dit paradepaard van die eigenzinnige koning. De ramp speelde zich af voor de ogen van de vorst en we weten nu precies wat er die fatale dag gebeurde en wie er aan boord waren. Bijna alle opvarenden vonden de dood maar hun bezittingen of hun gebeente vertelt ons nu ontzettend veel over de miserabele leefomstandigheden aan boord. François van der Delft, ambassadeur van de keizer van het Heilige Roomse Rijk was getuige. Hendrik VIII was furieus.
We gaan dan bijna naadloos over naar de Santo Cristo di Castello (1667), een door Genuezen in de Nederlandse Republiek besteld koopvaardijschip. David Gibbins beschrijft uitvoerig zowel het wrak dat ter hoogte van Mullion voor de kust van Cornwall zonk alsook de kostbare lading. Hij doet dit aan de hand van vrachtbrieven, verslagen en getuigenissen. Waarom dit spiksplinternieuw vaartuig op de eerste reis ten onder ging is heel bizar en louter toevallig.
Kapitein Lorenzo Viviano een heel bekwaam en ervaren gezagvoerder die de ramp overleefde bleef te lang talmen om uit te varen. Niet omdat Engeland en de Republiek op voet van oorlog waren en een uit Amsterdam afkomstig schip weleens zou kunnen geconfisqueerd worden. Neen, de Genuezen hadden een bestelling geplaatst bij één der belangrijkste schilders uit de Gouden Eeuw, ene Rembrandt van Rijn. De meester nam de opdracht aan en vervaardigde twee kleinere ‘modelli’ als voorbeeld van het grote werk. Zijn overdreven hoge prijsofferte en de trage afwerking van de werkjes hielden Viviano op. De Santo Cristo di Castello vertrok veel te laat op het seizoen en sloeg te pletter op de kust van Engeland. De (proef)werken van Rembrandt verdwenen samen met een fortuin aan luxegoederen voor altijd naar de bodem van de zee.
Piratenjagers zoals de Royal Anne Galley (1721) of de desastreuze pogingen om in het hoge Noorden langs het poolijs een doortocht te vinden door HMS Terror (1848) brengen ons stilaan naar WO II en één der moorddadigste periodes in de schaapvaartgeschiedenis. Duitse U-boten patrouilleren solitair of als een roedel wolven o.a. in de Atlantische Oceaan en torpederen iedere vaartuig dat ze in het vizier van hun periscoop krijgen. Tegen het einde van de oorlog zijn er 3500 Britse koopvaardijschepen tot zinken gebracht. De schade en het verlies aan mensenlevens is bijna onhoudbaar, maar net op tijd breken Engelse wetenschappers onder leiding van Alan Turing de code van het enigma toestel en onderscheppen zo de Duitse berichten.
Ook in dit laatste hoofdstuk ‘SS Gairsoppa (1941) of moed en verlies in de Slag om de Atlantische Oceaan’ heeft de schrijver vooral ook aandacht voor de mens aan boord en de samenstelling van de bemanning. Hij heeft het ook over de ‘Lascars’ of de vele Indische zeelieden. Deze mannen waren meestal moslims en hadden hun eigen kok, eigen voedsel en zelfs kledij tegen de kou aan boord. Het zinken van een schip met  Lascars, uit meestal eenzelfde Indisch dorp, betekende een ramp en bittere armoede voor het thuisfront. 
Bijna 20 jaar geleden ga ik op de Noordzee ter hoogte van Duinkerke duiken op een Duits oorlogswrak uit WO II. Het is een E-boot (benaming geallieerden) of beter een Duitse Schnellboot van de Kriegsmarine. Deze kleine maar uiterst wendbare aanvalsschepen haalden grote snelheden, ongeveer 80 km per uur, zowel tijdens de aanval als tijdens het ontsnappen aan de vijand. Ze waren uitgerust met torpedo’s die ze heel snel afvuurden om meteen daarna rechtsomkeer te maken buiten het bereik van hun doelwit.
Het zicht op een diepte van 25 meter is slechts 50 cm en het wrak doemt plots op van tussen verloren warrelige vissersnetten, niet ongevaarlijk dus. We zijn met zo’n 12 duikers op het wrak maar het kost veel moeite om de eigen buddy niet uit het oog te verliezen. Het is gebruikelijk om van iedere wrakduik een aandenken mee te nemen en dat heeft reeds menig onvoorzichtige duiker het leven gekost. Een koperen patrijspoort, een verroest wapen of dè hoofdprijs, de scheepsbel, luchtvoorraad en decotijden worden dan uit het oog verloren en dan is de prijs soms hoog.
Ik vind een klaar om afgevuurd te worden torpedo op het dek. Het ding is bijna onherkenbaar maar daar op het einde blinkt een kleine koperen propeller. Die wil ik hebben. Het schroefje draait nog steeds makkelijk en na heel wat rotaties is het nog steeds niet los. Mijn buddy wijst me op de luchtvoorraad en ik moet met spijt het souvenir achterlaten. Het spreekt vanzelf dat daarna aan boord de sterke verhalen over deze duiktocht meteen worden gedeeld. Het duiklogboekje moet worden ingevuld en dan wil je wel iets hebben om neer te schrijven. Ik ben reisverslaggever en columnist in het duikclub magazine. Uiteraard vertel ik van mijn gemiste kans om dat leuk aandrijfschroefje los te draaien. ‘Aandrijfschroef?’, merkt een ervaren wrakduiker op. ‘Verdorie, Michel, dat was niet de aandrijving maar wel de detonator ingesteld op de afstand schip en doelwit. Jij was gewoon die aan het inkorten met op het einde wellicht een gigantische explosie!’ Oeps!
Een geschiedenis van de wereld in twaalf scheepswrakken van David Gibbins, is een uiterst boeiend en leerrijk geschiedkundig werk, de moeite waard om te lezen, zelfs al ben je geen onvoorzichtige roekeloze duiker.

Michel Ackaert
David Gibbins
Michel Ackaert
Non-fictie
Michel Ackaert (1957) was cipier in de gevangenis van Brugge. Publiceerde reisverslagen, opiniestukken, recensies en een boek over menswaardige detentie ‘Seks in de gevangenis’.
_Michel Ackaert Recensent, reiziger, vrijwilliger en cultuurfanaat
Meer van Michel Ackaert

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies