Jonas Roelens
Michel Ackaert
Non-fictie
  • 388 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

25 november 2024 De onuitspreekbare zonde - Sodomie in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1700)
Dr. Jonas Roelens, historicus en docent aan de universiteit van Gent, Nijmegen en KASK/HoGent, gefocust op de geschiedenis van afwijkende seksualiteit in de late middeleeuwen, deed zijn doctoraat over sodomie in de Zuidelijke Nederlanden. Het resultaat is dit uitzonderlijk boeiend, helder en vooral verrassend werk: ‘De onuitspreekbare zonde’.
Eerste en vooral choquerende conclusie al vanaf het begin van dit boek: Wij, jij en ik dus, zijn heden en volgens de normen van de late middeleeuwers eigenlijk allemaal sodomieten! Verbaasd en gechoqueerd? Welnu, in de loop van de geschiedenis was het begrip sodomie volgens de goegemeente én de Kerk een verzameling van een hele reeks seksuele verwerpelijke handelingen.
Dat waren ‘alle’ handelingen die vooral met elkaar gemeen hadden dat ze niet op voortplanting waren gericht. Masturbatie, anaal geslachtsverkeer, orale seks genegen, dan was je in Brugge volgens de schout of de baljuw een ‘buggher’.  Het verdikt viel, de beul presenteerde de rekening voor hout en stro en de zondaar stond aan de Kruispoort geketend te fikken aan een ‘staecke’. Dacht je wel tweemaal na alvorens je jezelf of je partner een helpende hand gaf of bij haar of hem daar onderaan lekker geil ging neuzen. Was je anders geaard dan hield je dit angstvallig verborgen want er werd nogal duchtig geklikt en geroddeld. Een concurrent elimineren, een oude vete beslechten of een politieke tegenstander uit de weg ruimen dan zorgde je ervoor dat de sukkelaar beticht werd van het ‘abominable pesché de zodomie’ en vervolgens in het ‘Verluyboek of bouc crimineel’ terecht kwam. Kostprijs van de executie: 2 livres! Bangelijk! 
Kerkvader, theoloog en filosoof Augustinus van Hippo (354 n.o.t. – 430 n.o.t.) beschreef het reeds lang vooraf en vooral zonder specifiek te benoemen (vertaald voor de middeleeuwer!): ‘So recht vervaerlic ende onmenschelic, dat is overmits onsprekeliker lelicheit stomme sonden hieten, datsi ghien naem en hebbe’. Inderdaad het misdrijf ‘bougghernye of buggherie’ werd heel dikwijls zelfs niet eens benoemd. De schrijver verzamelt zijn gegevens daarom dikwijls boekhoudkundig tussen saaie rekeningen in de stadsarchieven. Je leert ook meteen hoe het corrupte rechtsapparaat werkte en vooral faalde in die eeuwen.
Het valt op dat de wereldstad Brugge helemaal aan de top stond van betrapte sodomieten met na ‘torturen’ geforceerde bekentenissen en heel veel daadwerkelijk uitgevoerde wrede doodsvonnissen. In dit boek krijg je namen, feiten en vooral duiding bij die rechtszaken. In deze stad van kunst, cultuur en internationale handel komen bijna de helft van het totale aantal processen en executies voor na een veroordeling voor ‘orrible et vilain pechie de sodomie’.  Die uitzonderlijke situatie in Brugge valt ook tijdgenoten al op. Net als Firenze in Italië was Brugge destijds berucht omwille van de homo-erotiek die er hoge pieken scheerde. Volgens een bepaalde kroniek was de ‘losbandigheid’ of ‘ongebondentheyt’ zo groot, dat de schepenen de Bruggelingen niet langer konden bedwingen. Ik huiver en mijn beeld van een kosmopolitische verdraagzame handelsstad vervaagt. Ook de kunstwerken uit die tijd verliezen langzaam hun glans en grandeur.
In het algemeen en met de buitenlandse cijfers beschouwd valt het op dat de Zuidelijke Nederlanden een van de meest actieve regio’s was in het bestraffen van sodomie tijdens de late middeleeuwen. Volgens het principe van Moore, het zondebokmechanisme, is meteen duidelijk dat men de sociale cohesie van de groep wilde versterken door een ongewenste groep outsiders collectief te marginaliseren. Door negatieve kenmerken toe te schrijven aan marginale groepen, zoals ketters, leprozen, joden, vagebonden, later heksen en daarvoor dus ook sodomieten, werd de gemeenschap aangemoedigd om de christelijke waarden hoog te houden tegenover een veronderstelde collectieve vijand.  Waar heb ik dat de laatste tijd nog gehoord?
In ‘sodomie en sociaal kapitaal’ bewijst de schrijver dat de straf die sodomieten ontvingen in belangrijke mate afging van hun socio-economische status. Die was milder in het geval van edelen die aan het Bourgondisch hof dienden of tot de Orde van het Gulden Vlies behoorden. Zij konden zich immers wenden tot de Grote Raad. De geestelijkheid, niet anders! Met wat zakgeld bracht de prior Caerel zo ver dat ‘hem de broeck byden voorsieden pater heeft laeten los vinden ende afftrekken, hebbende syn mannelyckheit van achter gebrocht in syns declarants vuyl fondament ende daer gedaen tgene hem lustte’.  Desondanks had de katholieke Kerk sinds de middeleeuwen een duidelijke, veroordelende, visie op sodomie ontwikkeld. Dit morele oordeel was echter in de eerste plaats gericht tegen leken, terwijl geestelijken zoals gewoonlijk zelf grotendeels buiten schot bleven.
De katholieke neiging om dit soort gevallen stilletjes met de mantel der liefde te bedekken in een poging om schandalen te voorkomen heeft dus een lange geschiedenis. Deze inschikkelijkheid had alles te maken met het feit dat geestelijken een ‘privilegium fori’ genoten, wat betekende dat ze alleen door religieuze rechtbanken ter verantwoording geroepen konden worden. “Komt weeral heel bekend voor, monseigneur”! 
Jonas Roelens had het reeds over voor de hand liggende zondebokken maar ook buitenlanders, vooral in Brugge een niet onaardig percentage van de actieve bevolking, moesten het soms ontgelden. Volgens de vijftiende-eeuwse jurist Filips Wielant moesten zelfs heteroseksuele handelingen tussen christenen en Saracenen, Turken en Joden als sodomie beschouwd worden. Want het was verboden voor rechtschapen christenen om met dit soort mensen te ‘cohabiterene’. (‘Buggers in het buitenland’) In elk geval was het gebruikelijk om sodomie voor te stellen als een buitenlands fenomeen dat de lokale samenleving kan besmetten door contact met migranten.
Een hoog aantal buitenlandse sodomieten werd meteen veroordeeld. Die buitenlanders en handelaars lagen weliswaar aan de basis van de rijkdom en machtpositie van de zwinstad maar dat veranderde snel toen het economisch en politiek langzaamaan niet meer zo goed ging met Brugge. Terug naar land van herkomst of op de brandstapel zoals Franciscus Tercianus die in Brugge op 9 mei 1523 de vuurdood stierf. Tijdens het verhoor onder ‘tortuur’ bleek dat de homoseksuele man geen ‘Walsh nog Vlaemsch en conste’ en dan maar in het Ytaliaensch’ werd ondervraagd. Franciscus was afkomstig uit het ‘Royaulme de Perchie’, het koninkrijk Perzië en dus heel ver van huis. ‘Eigen volk eerst’, ook toen!
Hoofdstuk 9 gaat dan vooral over vrouwelijke sodomie. Lesbische relaties, hermafrodieten, travesties of gewoonweg geëmancipeerde sterke vrouwen, het gaat de middeleeuwer allemaal veel te ver. Schoorvoetend en heel voorzichtig zullen anders geaarde kunstenaars later in de renaissance scenes uit de Griekse en Romeinse mythologie afbeelden waarop je meteen homo-erotiek herkent.  In 1476 werd Leonardo de Vinci na een anonieme klacht in een verklikker bus eventjes opgepakt.
‘Zaterdag, 19 november 1482 (Ik schrijf in datzelfde Brugge deze recensie precies 542 jaar later!): ‘Een hooiwagen waarop zes vrouwen vastgebonden zijn, bereikt de Brugse Kruispoort. Bij die stadspoort staat een mensenmassa hen al samen met de beul op te wachten. Terwijl de zes vrouwen gillend van de pijn in vlammen opgaan, wacht een zevende vrouw bang haar lot af in een cel van het Brugse gekkenhuis. Margriet is er namelijk in geslaagd om tijd te winnen door de Brugse schepenen ervan te overtuigen dat ze zwanger is.’ Denk daar maar eens aan als je volgende keer die Kruispoort of het zothuis passeert!  
De bewaarde procesdossiers bevatten echter niet alleen voorbeelden van vrouwen die op vrouwen vielen, maar ook vrouwen die beschuldigd werden van bestialiteit, travestie, masturbatie en seks met moslims. Men vond het heel moeilijk om seksuele aantrekkingskracht tussen vrouwen te bevatten en dat zou nog voortduren tot het Engeland van Queen Victoria. In dit boek en verwijzend naar archieven en procesverslagen spreken de mensen van toen over hoe sommigen het met afwijkende seksualiteit heel moeilijk hadden. Hoewel historici wellicht nog een hele tijd zullen twisten over het ontstaan van homoseksualiteit als geaardheid zoals we dat vandaag de dag begrijpen, tonen de getuigenissen van o.a. Mayken en Magdaleene wel aan dat bepaalde individuen zich ook toen al bewust waren van hun seksuele voorkeuren en daar zelfs ronduit voor uitkwamen. De gevolgen waren dikwijls gruwelijk. Hun verrassende zelfbewustzijn maakt hen allesbehalve ‘vrouwen zoals alle anderen’. Heel veel respect voor die sterke madames!
Met dit uitzonderlijk boeiend werk meer inzicht gekregen? Jawel. Tolerantie verloopt in golven. Inzicht krijgen in die slingerbeweging uit het verleden helpt misschien om de factoren te verklaren die vandaag de dag intolerantie in de hand werken. Zodat de verlangens en gevoelens van o.a. Gerart de Jonckher, een middeleeuwse getuige in het boek, vandaag of morgen nooit meer onuitspreekbaar zijn of met de dood worden bestraft.
Ik heb tijdens het lezen en herlezen van dit werk voortdurend gehuiverd en met de beelden van martelingen en vreselijke terechtstellingen in mijn bloedmooie geboortestad geworsteld. Kathedralen, patriciërswoningen, paleizen, kloosters en de herkenbare portretten van hoge pieten en de clerus veeg ik aan de kant als ik te weten kom wat niet mocht geweten of benoemd zijn in de middeleeuwen en later. Als ik door de Smedenpoort en voorbij de plaats kom waar ooit de beul woonde zie ik zo voor me de galgen waar rottende half verkoolde lijken van ‘buggers’ te kijk waren. Onder de Kruispoort en toentertijd de voornaamste ingangsweg naar de binnenstad hangt in mijn fantasie nog de geur van stro, hout en verbrand mensenvlees. In de stadsarchieven staat netjes vermeld wat de beul daarvoor aanrekende. De onuitspreekbare zonde, een boek om heel stil van te worden en vooral heel dankbaar te zijn om in de 21e eeuw te leven.  Alhoewel, hoe lang nog?

Michel Ackaert
Jonas Roelens
Michel Ackaert
Non-fictie
Michel Ackaert (1957) was cipier in de gevangenis van Brugge. Publiceerde reisverslagen, opiniestukken, recensies en een boek over menswaardige detentie ‘Seks in de gevangenis’.
_Michel Ackaert Recensent, reiziger, vrijwilliger en cultuurfanaat
Meer van Michel Ackaert

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies