5 december 2024
De ontdekking van Holland
Jan Brokken studeerde journalistiek in Utrecht en politieke wetenschappen aan de Universiteit van Bordeaux. In 1986 zei hij de journalistiek vaarwel en legde zich toe op non-fictie: reisverhalen, documentaires en verhalen over zijn jeugd in het landelijke Nederland van na de Tweede Wereldoorlog. Jan Brokken is een rasverteller met reeds meer dan dertig titels op zijn naam. Zijn boeken zijn in veel talen vertaald.
Dat Volendam op het einde van de 19e begin 20e eeuw een trefpunt van kunstenaars was, is weinig bekend. Bij kunstenaarskolonies denkt men in de eerste plaats aan Barbizon en Pont-Aven in Frankrijk, Worpswede in Duitsland, Sint-Martens-Latem in België en Bergen, Domburg en Katwijk in Nederland. Volendam komt niet in dit lijstje voor.
De Engelse naturalistische schilder George Clausen bezocht geregeld Nederland en op een van zijn studiereizen ontdekte hij het vissersdorp Volendam, even ten noorden van Amsterdam. Zijn werk maakte zoveel indruk dat tientallen kunstenaars zich naar Volendam spoedden. In eerste instantie Engelsen en Schotten, maar algauw ook Fransen, Belgen en Duitsers.
De kunstenaars werden vooral aangetrokken door het unieke licht boven de Zuiderzee. Deze zee, toen nog open, fungeerde als een enorme spiegel die het licht op ongeëvenaarde wijze weerkaatste. Voeg daarbij nog de steeds wisselende wolkenformaties die van over de Noordzee kwamen aandrijven. Daarnaast waren de vissersactiviteiten, de opgetuigde vissersboten en de vissersfiguren een blijvende inspiratiebron.
Een gewiekste zakenman, Leendert Spaander, zag brood in de toevloed van kunstenaars. In 1881 kocht hij een café nabij de haven en verbouwde het tot hotel. Van bij de aanvang was de uitbating gericht op beeldende kunstenaars door bij het pand elf ateliers te voorzien. Hij stuurde ansichtkaarten van Volendam naar kunstacademies overal in Europa. De kunstenaars die zijn hotel bezochten zorgden voor mond tot mond reclame. Zo groeide het Hotel Spaander in een mum van tijd uit tot een belangrijk internationaal centrum voor kunstschilders. Zij verbleven er lange tijd, soms enkele maanden en zelfs meerdere jaren. Zij kwamen ook geregeld terug.
De schilders en schilderessen zorgen voor een kosmopolitische geest. De plaatselijke bevolking was verdraagzaam en breeddenkend qua geloof. Er vonden dikwijls verkleedpartijen, bals of banketten plaats: een voortzetting van het studentenleven aan de academie. De kunstenaars hadden goede eetlust en nog grotere dorst. “Ze eten mij arm doch drinken mij rijk”: zo zag Leendert het.
In het gastenboek zijn de namen van bekende schilders te vinden zoals Paul Signac, Pierre-Auguste Renoir, Max Liebermann, Théo Van Rijsselberghe, Wassily Kandinsky. Ook Picasso zakte af naar Noord-Holland. Hij verbleef niet in Volendam maar in Schoorl waar hij één van de dochters Spaander zou geportretteerd hebben.
De Eerste Wereldoorlog luidde de neergang in van vele kunstenaarskolonies. Het hotel Spaander kon gedurende de oorlog nog gevluchte kunstenaars onderdak bieden zoals de Belgische beeldhouwer Albert Termote en zijn landgenoot kunstschilder Raoul Hynckes.
Europa zat economisch aan de grond. Er waren nog weinig middelen om aan kunst te besteden. De schilders trokken zich noodgedwongen in hun ateliers terug.
Hotel Spaander kon de terugloop compenseren door gefortuneerde toeristen aan te trekken zoals Baden-Powell, Eleanor Roosevelt, de Duitse Keizer Willem II in ballingschap, Josephine Baker en later nog Clark Gable, Kirk Douglas, Walt Disney en Maurice Chevalier om maar enkelen te noemen. Ze lieten er niet alleen het geld rollen, ze fungeerden ook als publiektrekkers. In 2022 ging het hotel in nasleep van de corona epidemie failliet. Het hotel is ondertussen heropend onder een internationaal label.
De auteur geeft blijk van een enorme kennis van bekende en minder bekende schilders uit de 19e en 20e eeuw. Hij schetst de evolutie in hun kunst, hun achtergrond en relaties, hun opleiding, de tentoonstellingen waaraan zij deelnamen en hun verdere reizen. Dit alles doorspekt hij met talrijke “petites histoires” wat de lectuur aangenaam maakt.
Zo wordt de lezer in contact gebracht met een verbluffend oeuvre van talrijke eerder onbekende schilders. De vele, prachtige reproducties zijn daar getuige van. De schrijver beheerst de kunst de lezer te blijven boeien. Het is zeker geen saaie les in kunstgeschiedenis. Jan Brokken heeft nu eenmaal de gave alles interessant te maken.
Tenslotte ook nog een speciale vermelding voor de puike en verzorgde uitgave, met talrijke kleurenreproducties.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens