Tom Wainwright
Marc De Bock
Non-fictie
  • 13 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

30 juni 2025 Narconomics: How to Run a Drug Cartel - Hoe drugsorganisaties te werk gaan
Dit is geen traditioneel boek over georganiseerde misdaad. Het belicht de drugsindustrie door een onverwachte lens: die van de bedrijfskunde. In plaats van drugsbendes te beschrijven als louter criminele organisaties, worden ze doorgelicht alsof ze grote internationale bedrijven zijn die gebruik maken van moderne economische principes en bedrijfsstrategieën.
Auteur Tom Wainwright, redacteur van The Economist, was tot 2013 correspondent voor dit Britse tijdschrift in Mexico-Stad, met als werkterrein Mexico, Centraal-Amerika en de Cariben, en ook delen van Zuid-Amerika en de grensregio van de Verenigde Staten. Vooraleer hij de journalistiek in ging, studeerde hij filosofie, politicologie en economie in Oxford. Hij werd in 1982 geboren in Londen, waar hij nu weer woont.
Narconomics: How to Run a Drug Cartel is zijn eerste boek en werd oorspronkelijk gepubliceerd in 2016. Dit jaar verscheen de Nederlandse vertaling door Paul Janse, een Nederlandse freelance vertaler, actief sinds 1998, die vanuit het Engels en het Russisch vertaalt naar het Nederlands.
In de inleiding bestempelt Wainwright zijn boek als het verhaal van een niet erg dappere correspondent die op pad is gestuurd om verslag uit te brengen over de meest exotische en wrede industrie ter wereld: “el narcotráfico”, een Spaans woord dat letterlijk “drugshandel” of “drugssmokkel” betekent. Het verwijst naar alle activiteiten die te maken hebben met de illegale productie, handel, vervoer en distributie van verdovende middelen, zoals cocaïne, heroïne, marihuana en methamfetamine. Wainwright wil met dit boek bewijzen dat overheden steevast zware economische fouten maken in hun gevecht met de drugskartels. Maar ook en vooral wil hij ons doen inzien dat deze misdaadnetwerken op dezelfde manier worden bestuurd als multinationals, waardoor het makkelijker is om hun volgende stappen te voorspellen, en ervoor te zorgen dat het geld en de mensenlevens die worden geïnvesteerd om ze tegen te houden niet voor niets zijn. Dit boek kun je lezen als “bedrijfskunde voor drugsbaronnen maar het beschrijft ook hoe we ze kunnen verslaan”, oppert Wainwright.
Voor de totstandkoming van het boek raadpleegde hij niet alleen goed gedocumenteerde tekstbronnen. Hij kon ook talrijke gevaarlijke plaatsen bezoeken om zich te vergewissen van de vaak meedogenloze en lugubere praktijken waarmee drugskartels hun zaken runnen. Hij interviewde mensen van allerlei slag: cocaboeren, staatshoofden, docenten, bedreigde journalisten, bendeleiders, agenten, gemeenteambtenaren, taxichauffeurs, schoonmaaksters, tiener-moordenaars, een voormalige franchisenemer van het Sinaloakartel en vele anderen. Hierbij dient opgemerkt dat zijn onderzoeksveld zich bijna uitsluitend beperkt tot Latijns-Amerika en de Verenigde Staten, waardoor andere regio’s - zoals West-Afrika of Azië - in de schaduw blijven.
Om zijn sterke analyses op een overzichtelijke wijze te presenteren, heeft Wainwright ze opgedeeld in tien hoofdstukken, die elk een bepaald aspect van de bedrijfspraktijken behandelen die door de drugskartels worden gebezigd. Hierna volgt een bondige samenvatting. Hoofdstuk 1 betreft een onderzoek naar de toeleveringsketens van cocaïne. Het ruwe product wordt op grote hoogte geteeld in het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte en moet de Verenigde Staten bereiken, meestal via Mexico. Hier leren we dat de drugskartels zich niet al te veel zorgen hoeven te maken over hun winstcijfers, zolang drugsbestrijders hun vizier blijven richten op de vroegste, minst waardevolle stadia in de toeleveringsketen van cocaïne. Het is pas verderop in de keten, bij de grens met de Verenigde Staten, dat de cocaïne echt begint te renderen.
Hoofdstuk 2 gaat over de vraag of drugskartels niet beter zouden fuseren in plaats van elkaar uit te moorden. Sommige drugssyndicaten hebben slimme maar niet altijd fraaie manieren bedacht om het vraagstuk op te lossen. Uit hoofdstuk 3 blijkt dat drugskartels met twee personeelsproblemen worstelen: hoe werf je personeel aan en hoe zorg je ervoor dat ze doen wat ze moeten doen. De organisaties die hun human resources beleid het meest serieus nemen, slagen daar het best in. In hoofdstuk 4 wordt uitgezocht waarom kartels maatschappelijk verantwoord ondernemen, en waarom ze public relations en reputatieopbouw belangrijk vinden. Daarbij wijst Wainwright op een ongemakkelijke waarheid die mensen zouden moeten kennen: de kartels zijn zo bedreven in het oppoetsen van hun imago dat miljoenen consumenten drugs kopen zonder er ook maar een ogenblik bij stil te staan dat ze daarmee moord en marteling financieren, een akelig onderdeel van hun businessmodel.  
Hoofdstuk 5 vestigt de aandacht op het fenomeen van offshoring, het verplaatsen van bedrijfsactiviteiten naar een ander land, vaak om kosten te besparen. De drugsindustrie blijkt niet blind te zijn voor de voordelen van offshoring. Net als andere bedrijven willen kartels hun kosten verminderen maar ze blijken nog meer drijfveren te hebben dan legale bedrijven om voor hun activiteiten op zoek te gaan naar het land met de meest relaxte regelgeving. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe en waarom de drugsmaffia franchising toepassen, afgekeken van McDonald’s, de Amerikaanse keten voor hamburger- en fastfoodrestaurants. Dit zie je in de praktijk in Mexico, waar het beruchte Zetas-kartel een enorme schaalvergroting wist te realiseren door middel van een crimineel franchisemodel. Wainwright verklaart dat hieraan echter ook grote risico’s verbonden zijn.
Het grootste deel van het boek richt zich op de klassieke drugs, hoofdstuk 7 vormt hierop een uitzondering omdat het gaat over de ontelbare designerdrugs waarmee de markt voortdurend wordt overspoeld. In zekere zin zijn deze synthetische stoffen misschien wel het gevaarlijkst, omdat de regulering en het onderzoek naar de effecten ervan steeds achteroplopen. In hoofdstuk 8 leren we dat de drugswereld de groei van de e-commerce niet is ontgaan. Online een lijntje bestellen is vandaag een fluitje van een cent geworden: met behulp van speciale niet-traceerbare webbrowsers en anonieme betalingen kunnen mensen van over de hele wereld illegale producten en diensten verhandelen, met drugs als veruit de populairste. En het online kopen lijkt om diverse redenen zowaar de klantenservice van drugsdealers verbeterd te hebben in vergelijking met wat de conventionele straatverkoper ooit kon bieden!
Hoofdstuk 9 bestudeert hoe drugskartels hun tentakels uitspreiden naar nieuwe markten. Die expansie- en diversificatiedrang zie je ook bij legale bedrijven. Mensensmokkel is één van die nieuwe bedrijfsactiviteiten van de kartels. Door de enorme toename van de investeringen in grensbeveiliging is mensensmokkel onbedoeld veranderd van een goedkope, door amateurs aangeboden dienst waar je al dan niet kon voor kiezen, in een bijna verplichte, heel dure en door de kartels gedomineerde business. Het is met andere woorden een geschenk aan de georganiseerde misdaad.
Het tiende en laatste hoofdstuk focust op de uiteenlopende gevolgen die de legalisering van de verkoop van recreatieve marihuana in de Amerikaanse staten Colorado, Washington, Alaska en Oregon heeft gehad of nog zou kunnen hebben. Het afsluitend deel onder de titel Waarom economen de beste politieagenten zijn is een pleidooi om georganiseerde misdaad te bekijken als een onderneming die winst wil maken eerder dan als een puur crimineel of moreel vraagstuk. Er zijn immers treffende gelijkenissen tussen gangsterbazen en gewone managers.
Tenslotte deed Wainwright een belangrijke ontdekking: toen hij de wegen van de drugshandel volgde, zag hij van La Paz tot Londen vier grote blunders die begaan worden bij officiële pogingen om de drugshandel te bestrijden. Vanuit die vaststelling formuleert hij met de nodige argumentatie de volgende oplossingen: oriënteer de inspanningen niet zozeer op aanbodbestrijding maar bij voorkeur op vraagvermindering; investeer in vroege, goedkope preventie in plaats van in dure remedies; geef liever voorrang aan internationale drugsbestrijding dan aan een strak optreden binnen de landsgrenzen; verkies het legaliseren of reguleren van bepaalde drugs boven de handhaving van een verbod, dit haalt winst weg bij de kartels en vermindert hun economische macht. Kortom: Wainwright vindt de oorlog tegen drugs zoals die vandaag meestal wordt gevoerd, economisch inefficiënt en vaak contraproductief. Hij spreekt zich uit voor een op marktkrachten gebaseerde aanpak die minder nadruk legt op repressie en meer op het verstoren van het bedrijfsmodel van de kartels.
Narconomics is een origineel, fascinerend, levendig, scherp en soms onthutsend boek, met hier en daar een vleugje humor en ironie. Bedoeld om complexe economische principes toegankelijk te maken door de drugswereld te ontleden vanuit een zakelijk perspectief. Bestemd voor een breed publiek met interesse voor economie, criminaliteit, sociologie en bedrijfskunde. Maar bovenal een toonbeeld van uitstekende onderzoeksjournalistiek.

Marc De Bock
Tom Wainwright
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies