24 juli 2025
ROOK EN AS - De verborgen geschiedenissen van opium
Amitav Ghosh is een Engelstalige Indiase schrijver van fictie en non-fictie. Hij debuteerde in 1986 met ‘The Circle of Reason’ waarin hij de verenigbaarheid van het Westerse rationalisme met het Indische traditionalisme onderzocht. Daarna publiceerde hij talrijke boeken rond het kolonialisme.
Zijn belangstelling voor de rol die opium in de geschiedenis speelde en speelt, is ontstaan bij het onderzoek naar de handel in opium tijdens het schrijven van zijn trilogie Ibis waarin deze handel centraal staat. Het besproken werk is het resultaat van dit onderzoek en is als het ware een nevenproduct van hogervermelde trilogie.
In het begin van de 18e eeuw was de consumptie van thee in Groot-Brittannië al goed ingeburgerd. Chinese thee had de voorkeur en werd een belangrijk handelsproduct. De aankoop ervan diende betaald te worden met zilver. Toen er een gebrek aan zilver ontstond moest een ander betaalmiddel gevonden worden. Daarbij kwam nog dat China geen belangstelling had voor westerse goederen. Er bestond geen wederzijdse handelsstroom tussen China en Groot-Brittannië.
De oplossing werd gevonden in de papaverteelt in India. Van oudsher werd er daar een geringe hoeveelheid papaver geteeld. Deze teelt werd nu opgedreven en de opium werd door de Britse staatsonderneming East India Company uitgevoerd naar China ter betaling van thee.
In China was opium verboden sinds 1729. De opium moest dus China binnengesmokkeld worden via de westerse enclaves in de havenstad Kanton. Aan deze smokkel werden fortuinen verdiend. Het leverde de Britse schatkist enorme inkomsten op waarmee de grote koloniale expansie van Groot-Brittannië in de 19e eeuw gefinancierd werd.
Maar ook de Nederlanders lieten zich niet onbetuigd. De Verenigde Oost-Indische Compagnie had het monopolie van de opiumhandel in de Indonesische archipel. Het Nederlandse koningshuis deelde mee in de winst en het aanzienlijke privévermogen van het Huis van Oranje is daar de vrucht van. Ook grote ondernemingen zoals Royal Dutch/Shell profiteerden van deze handel.
Ook de jonge Amerikaanse republiek nam een deel van de koek. Vanaf het begin van de 19e eeuw zonden Amerikaanse ondernemers hun snelle clippers richting China met opium die aanvankelijk aangekocht werd in Turkije en later ook in India. Een groot deel van het Amerikaans spoorwegennet werd betaald met Chinees geld. Textiel, ijzerproductie, het hotel- en bankwezen deelden mee in de opiumwinsten. De 32e president van de USA, Franklin Delano Roosevelt, was de kleinzoon op opiumhandelaar Warren Delano Jr.
Dat het verslavende opiumgebruik het Chinese volk verarmde en de Chinese samenleving daardoor verloederde was niet direct een grote zorg. Opiumhandel werd wel niet als correct beschouwd maar de winst primeerde. Tenslotte waren de slachtoffers maar Chinezen, niet-witte mensen in een ver land.
De Chinese overheid probeerde tevergeefs de toevoer te stoppen. In 1839 liet China de totale hoeveelheid opium, die zich in de pakhuizen van de smokkelaars in Kanton bevond, vernietigen. Groot-Brittannië beschouwde dit als een casus belli en greep militair in. De 1e opiumoorlog was een feit. In 1842 werd China verslagen en bij het verdrag van Nanking werd Hongkong overgedragen aan de Britten en werd China een schadevergoeding van 20 miljoen dollar opgelegd om de schade van de opiumhandelaars te vergoeden.
Er was een 2e opiumoorlog nodig om China in 1860 te verplichten het gebruik van opium te legaliseren. Dit bleef zo tot in 1906.
De 1e opiumoorlog had ook een weerslag op de binnenlandse stabiliteit van China. Deze oorlog en de toegevingen aan het Westen waren in 1850 een van de redenen tot de Taipingopstand. In die burgeroorlog verloren twintig à dertig miljoen Chinezen het leven, 5 à 10 % van de toenmalige bevolking.
Het schandaal van de opiumhandel met China is minder bekend dan de handel in rubber en ivoor. Nochtans was de handel in opium veel lucratiever en eiste eveneens een zware menselijke tol.
De auteur maakt ook een parallel met het heden. De handel in opioïden zoals het pijnbestrijdingsmiddel OxyContin, had en heeft in de USA een verwoestend effect op bepaalde bevolkingsgroepen. Massa’s zijn verslaafd met jaarlijks meerdere duizenden doden tot gevolg. De overeenkomst met de opiumhandel in de 19e eeuw is treffend. Hier ging de farmaceutische sector op flagrante wijze in de fout.
Tenslotte maakt hij ook de vergelijking met de grote multinationals die handeldrijven in fossiele brandstoffen. Aan de hand van allerlei nepstudies hebben zij jarenlang hun impact op de opwarming van de aarde ontkend. Opnieuw telt enkel winstbejag ten koste van de toekomst van komende generaties.
Het is het geld dat telt…
Ignace Claessens
Het is het geld dat telt…
Ignace Claessens
Vertaler: Menno Grootveld
Meer van Ignace Claessens