23 december 2025
Ik geef je mijn Utopia - Een pleidooi voor een andere wereld
In ‘Ik geef je mijn Utopia’ roept Paul Groeninckx op tot verbetering van de wereld, maatschappij, politiek en het bedrijfsleven. De titel verwijst naar het klassieke 16e-eeuwse werk ‘Utopia’ van Thomas More, die een ideale samenleving beschreef die nog het meeste leek op het kloosterleven van toen. Groeninckx blijft dichter bij de realiteit van onze kapitalistische en geglobaliseerde economie, maar pleit voor meer ambitie en zorg voor ieder mens, zonder te vervallen in onrealistische idealen.
De structuur van dit boek is opgebouwd uit een inleiding gevolgd door elf ‘brieven’ aan Jef, de fictieve kleinzoon van de auteur. Elke brief behandelt een thema, maar de auteur interpreteert deze breed en wijkt regelmatig uit. Detailuitwerkingen ontbreken meestal, behalve bij bedrijfsmanagement. De stijl is bewust vlot en gepassioneerd, met veel herhalingen om de boodschap kracht bij te zetten. Dit maakt het boek toegankelijk, maar soms ook wat repetitief.
Wie het boek leest om revolutionaire of radicale ideeën te vinden, gaat teleurgesteld zijn. Wie op zoek is naar een wijze, idealistische, soms misschien naïeve weg naar een betere wereld, gaat het boek met genoegen lezen. De auteur is m.i. een overtuigde links-liberaal die zoals ik ooit las bij VLD-politica Gwendolyn Rutten, het hart links draagt maar de portefeuille rechts. Groeninckx is ervan overtuigd dat onze kapitalistische en geglobaliseerde economie succesvol kan zijn, mits ze ook voldoende zorg verzekert voor elke mens. De Europese sociale zekerheid is een geweldige stap daar naartoe, maar moet nog verder verbeteren. Tegelijk begrijpt de auteur dat individuele vrijheid en ondernemerschap essentieel is om een sterke én groeiende economie uit te bouwen die nodig is om die sociale zekerheid in stand te houden. Evenwicht tussen die twee is cruciaal, en de auteur betreurt dat aan de (Belgische) politieke linkerzijde de erkenning en het respect voor het ondernemerschap soms helemaal zoek is. Anderzijds dienen ondernemers niet alleen winst na te streven, maar ook ethiek en duurzaamheid om de impact op maatschappij en natuur te optimaliseren.
Over de nodige verbeteringen aan sociale zekerheid en aan Belgische, Europese en internationale politiek, blijft de auteur vrij algemeen. De belangrijkste tekortkomingen worden wel aangehaald evenals de nood tot actie. Maar tegelijk blijven de ideeën en voorstellen om dit te doen, vaak vaag en weinig origineel. Een voorbeeld: terecht stelt de auteur vast dat de internationale politiek er niet in slaagt om oorlogen, extreme armoede, onderontwikkeling… uit de wereld te bannen. Maar als oplossing beperkt hij zich in essentie tot ‘de hoop dat er ooit een wereldleider opstaat die, samen met zijn collega’s, de vastberadenheid heeft om van deze wereld een betere plek te maken’. Hoe we op wereldniveau kunnen komen tot zo’n leiding die nationale belangen overstijgt en het wereldbelang laat primeren, en ook de macht krijgt om dit te doen, vertelt hij niet. Het lijkt bij voluntarisme te blijven: het volstaat dat we allemaal voldoende hard willen. Een ander voorbeeld: de auteur stelt in het algemeen dat (in België) meer belasting op vermogen moet komen. Maar een paar brieven verder fulmineert hij tegen de nieuwe meerwaardebelasting van 10%, omdat die nadelig is voor het ondernemerschap. Hoe het dan wel moet, wordt niet uitgewerkt.
Een uitzondering op het gebrek aan diepgang is de behandeling van zelfmanagement en bedrijfsmanagement. Hier wordt de auteur veel concreter, en gaat in op de betere theorieën in de literatuur. Zijn beroepservaring als managementconsultant komt hem hier uiteraard goed van pas.
De belangrijkste kwaliteit van dit boek is voor mij de idealistische en tegelijk realistische oproep om te handelen. Dogmatische ideologieën helpen daarbij niet, want dé waarheid bestaat niet, zoals de auteur terecht stelt. Evolutie naar een betere wereld via voortschrijdend inzicht is daarom de enige weg: steeds opnieuw oplossingen uitwerken, bijstellen wanneer nodig en behouden wat goed werkt.
Het boek lijkt me bij uitstek geschikt voor jonge mensen aan het begin van hun carrière (zoals kleinzoon Jef 😊) die zich afvragen hoe te leven in onze steeds maar complexere en uitdagendere wereld. Het boek kan hen tonen hoe je een evenwicht kan bewaren tussen persoonlijke ambitie en maatschappelijke noden. Dat is nodig want alleen persoonlijk gewin nastreven zonder de lange termijn belangen van de maatschappij te dienen, zal m.i. niet alleen het einde van de Westerse beschaving betekenen, maar mogelijk ook dat van de wereld.
Mark Behets