Naoko Abe
Michel Ackaert
Non-fictie
  • 1636 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

19 oktober 2020 Sakura
Waarom start ik deze recensie met de affiche van een kabuki toneelstuk in Tokio in het voorjaar van 2017?
Ik had toen nog net een staanplaats kunnen bemachtigen achteraan en probeerde het verhaal mee te volgen. We waren precies op tijd in Japan om nog net de laatste verschijnselen van het Hanami of bloemenkijkfeest mee te maken, zowel in Tokio als een weekje later in Kyoto langsheen het ‘Tetsugaku no Michi’ (“pad der filosofen”).
DAIGO NO HANAMI (Blossom-viewing in Daigo)

‘This is a dance portraying the famous blossom-viewing party held by the warlord Toyotomi Hideyoshi in the 3rd lunar month of 1598 in the garden of Daigo-ji Temple in Kyoto. It was a grand banquet to which Hideyoshi’s family, many daimyo lords, their wives and retainers were invited.’ (cast: Nakamura Ganjiro, Onoe Matsuya, Ischikawa Udanji, Nakamura Senjaku)

Wanneer bloemen bloeien
Tussen twee pijnbomen
Zullen de kersenbloesems
Bij de Daigoji-tempel
Eeuwig bestaan
Ik krijg nu, enkele jaren later, een boeiend werk toegezonden: Sakura, over een uitzonderlijk man en amateur-wetenschapper, Collingwood “Cherry” Ingram. Ik kan het thema dus meteen plaatsen en vooral aanvoelen. Op mijn geheugenkaart staan tientallen beelden van de wereldberoemde Japanse wilde kerselaar: de tuinen van het keizerlijk paleis in Tokio, de aanplantingen tussen enkele Shinto schrijnen, een heiligdom in Inari, in Kyoto de geishawijk Akihabara en reeds vernoemd het “pad der filosofen” waar Kitaro Nishida zichzelf en anderen liep te overpeinzen. Overal werden we toen omringd door de prachtige bloesems van deze alom geprezen en bewonderde boom. Kan er iets meer Japans zijn dan in traditionele kledij met de hele familie, een bento box en een kruikje sake jezelf te verliezen onder het neerdwarrelen van de wit-roze bloemblaadjes?

Welnu, in het boek Sakura wordt haarfijn uit de doeken gedaan dat de bloeiperiode in Japan een stuk korter is dan bij andere variëteiten in de rest van de wereld. Hoe het komt dat men in Japan meestal amper nog slechts één vooral gekloonde soort aantreft. Maar vooral ook kom je doorheen de biografie van die zonderlinge jonkheer Collingwood Ingram, en zijn jarenlange inzet voor het behoud van de boom te weten: Waarom?
Hij trok eerst als verstokte vogelliefhebber naar het land van de rijzende zon ... zelfs op huwelijksreis. Van in het begin van het boek word je bovenop de levensloop van de man meteen ook ondergedompeld in de wereldgeschiedenis vanaf het begin van de 20ste eeuw. Collingwood wordt actief betrokken in de Grote Oorlog en ziet met lede ogen het Japan uit de Edoperiode en na de Meiji-dynastie langzaam evolueren naar een vooral Westerse en geïndustrialiseerde natie. Dit betekent meteen bijna de doodsteek voor zijn geliefde, maar ook voor de sterke soortenrijkdom van de Japanse kerselaar. Hij besluit het heft in eigen handen te nemen en de soort(en) te redden. Een Japan zonder wilde kerselaar met op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Fuji is immers ondenkbaar.

Het hoogtepunt van zijn betrachtingen moest de terugkeer van de taihaku-kers worden. Na ettelijke mislukkingen door te veel of te weinig water en via de alternatieve noordelijke route, komen de in doormidden gesneden aardappels gestopte stekjes eindelijk levend toe in Kyoto…
Collingwood, oud-officier tijdens de Grote Oorlog, wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog ingedeeld bij de Home Guard terwijl in zijn geliefde Japan, nu de vijand, de ouders van Naoko Abe - de schrijfster van dit boek - het lied ‘Hohei nu Uta’ (“lied van de infanterie”) plichtmatig zingen:

De kleur van een soldatenkraag is
Zoals veel twijgjes vol kersenbloesem.
Weggeblazen in een Yoshino-storm,
Geboren als zoon van het Yamato-ras,
Vallen ze als bloesem aan de frontlinie
Japan was in de aanloop naar de Pacifische oorlog stilaan vergleden naar een militaristisch fascistisch regime waarin de keizer als bindmiddel van de natie vergoddelijkt werd. De kersenbloesems werden plots een macaber symbool van het hoogste wat een onderdaan kon bereiken. De Bushido of de weg van de samoerai kon niet anders eindigen dan in het ultieme offer of het vallen voor het vaderland en de keizer, net zoals de bloemblaadjes van de kerselaar. Als de Tokubetsu Kogeki Tai, de speciale aanvalseenheid van kamikaze toestellen, door admiraal Onishi opgericht wordt, zijn de kersenbloesems als symbool nooit veraf. De twintigjarige piloot, tweede luitenant Kazuki Kamitsu, schrijft net voordat hij aan zijn laatste dodelijke opdracht begint:

Waarom verdrietig zijn
Als het om de roem van de keizer gaat?
Als een jonge kersenbloem
Is het leven zeer waardevol als je valt
Vrijwillig, ongedwongen, spontaan en met de glimlach? Neen, de schrijfster van dit boek gaat ook op zoek naar getuigenissen en clandestiene geschriften van deze jonge vooral angstige en onzekere zelfmoordpiloten. De georkestreerde foto van een groepje schoolmeisjes dat op de startbaan van Chiran met kersenbloesemtakken de helden uitzwaait, blijft in het naoorlogse Japan tot in de jaren zestig verboden.
Na de oorlog, wanneer het gezin van Ingram ongeschonden uit de wereldbrand is gekomen, schrijft hij het standaardwerk Ornamental Cherries (vooral als een rondleiding door zijn domein The Grange). Zijn beschrijvingen van sommige variëteiten zijn bijna prozaïsch. De pink-perfection doet hem denken aan een verwend nest dat nodig een pak voor de broek moet hebben. De oshokun, genoemd naar een adembenemend mooie Chinese courtisane, was ‘onbevredigend’ vanwege zijn zwakke gestel….

Het is niet verwonderlijk dat vooral door de inspanningen en de expertise van Ingram de kerselaar niet meer weg te denken is uit de tuinen en de parken van Groot-Brittannië. Het Windsor Great Park bij Windsor Castle waar de koningin zich het liefst terugtrekt, bevat heel wat variëteiten geschonken door Ingram. Geen dorp of stad in Engeland of er is wel een Cherry Lane of Cherry Tree Avenue.
Dit boek, (nota bene) geschreven door een Japanse, raakt ook even de pijnpunten en de trauma’s van de vele krijgsgevangenen in de Japanse kampen aan. Daphne, de schoondochter van Ingram zat er 3 ellendige jaren vast en het siert hem dat hij nadien haar afkeer voor alles wat Japans was respecteerde. Collingwood Ingram werd 101 jaar.

De schrijfster besluit:

‘Mede dankzij Ingram zag de lente er nu anders uit. Hij had de schoonheid in de wereld verspreid en meegeholpen een gedeelde schat te creëren waarvan iedereen kon genieten: de kersenbloesem.’
Naoko Abe
Michel Ackaert
Non-fictie
Michel Ackaert (1957) was cipier in de gevangenis van Brugge. Publiceerde reisverslagen, opiniestukken, recensies en een boek over menswaardige detentie ‘Seks in de gevangenis’.
_Michel Ackaert Recensent, reiziger, vrijwilliger en cultuurfanaat
Meer van Michel Ackaert

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies