Ann Peuteman
Jacinta De Roeck
Non-fictie
  • 2449 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

3 februari 2021 Verplant. Waarom het heerlijk wonen kan zijn in het woonzorgcentrum
Covid-19 heeft de wereld door elkaar geschud. We dachten onze levens eeuwig, niets is minder waar. Sinds maart 2020 maait een onverwacht virus zelfs de sterksten onder ons omver.
Maar eerst, eerst was het de beurt aan de zwaksten, de ouderen. Corona hield flink huis in de woonzorgcentra. Een vlaag van verontwaardiging veroverde de eerste pagina’s van de kranten, werd uitgesproken aan elke debattafel op tv.

De berichtgeving was wrang en al eens erg kort door de bocht. Er werd voorbij gegaan aan de realiteit dat een leven dat al meer dan negentig jaar meegaat, met meerdere onderliggende ziekten, ook aan minder dan corona genoeg heeft om te overlijden. De overheid, de grootschalige WZC, het tekort aan zorg en zelfs de zorgverleners werden met de vinger gewezen. Gruwelverhalen over ouderen die nog bij leven op een lijkzak gelegd werden om na overlijden snel ‘weggewerkt’ te kunnen worden, haalden de voorpagina’s. Eerlijk? Ik weiger te geloven dat zorgverleners dit deden. Het was een kaakslag aan elke zorgkundige die het beste van zichzelf gaf en nog geeft. Pure stemmingmakerij die alle WZC, alle zorgverleners en alle WZC-bewoners over dezelfde kam scheert.
Het is allesbehalve een fraai verhaal over onze ouderenzorg. Het zou niet goed wonen zijn in een zorgcentrum, de bewoners zijn allemaal ‘malcontent’, de zorgverleners allemaal overwerkt, onderbetaald en presteren ondermaats. Geen woord over die WZC waar het wel heerlijk wonen is, die WZC waar de ouderen, met dank aan goede zorg, er een goed jaartje bij kunnen doen. Geen woord over de vele zorgverleners die alles van zichzelf geven, om samen met directie en bewoners van het WZC een ‘thuis’ te maken.

Het boek Verplant van Ann Peuteman is een verademing. Deze journaliste was al lang voor corona een regelmatige bezoekster van onze WZC verspreid over heel Vlaanderen. Ze sprak er met directie, zorgverleners en, niet in het minst: met de bewoners. Langzaam maar zeker werd ze expert in de ouderenzorg, in het reilen en zeilen in onze WZC. Haar boek is een 205 pagina’s lange hoopvolle getuigenis zonder doemdenken. Geen opsomming van wat slecht gaat, maar vele tips om van elk WZC een thuis te maken waarnaar de oudere graag verhuizen zal (het woord ‘opgenomen worden’ heeft afgedaan). Tips die de schrijfster sprokkelde uit de realiteit, in de vele WZC waar er ‘good practices’ te vinden zijn. Peuteman pleit ook voor diverse woonvormen voor een publiek dat alsmaar diverser wordt en mondiger.
Niets wordt in dit boek vergeten, sprekende titels illustreren de inhoud, een verfrissende en vernieuwende kijk op de ouderenzorg. Zo heeft de schrijfster het in (On)bewoonbaar over de plek waar WZC thuishoren. Op de buiten, aan de rand van stad of dorp, in het stad, omdat niet elke bewoner een kamer wenst met zicht op een bos, omdat niet elke bewoner gek is van ‘terrasjes doen’ met zicht op een mensenzee. Wat elke bewoner wél wil, is de ‘eigenheid’ behouden en dat begint met zeggenschap over de keuze van het WZC, de inrichting van de eigen kamer, de eigen flat. Zoveel als mogelijk dan toch. In (On)doenbaar focust Peuteman op het personeel, de opleiding en de omgang met de bewoners. Wederzijds respect dat geen betutteling en verklein- of wij-woordjes nodig heeft om respectvol te zijn.
In (On)bespreekbaar, (On)eetbaar en (On)misbaar gaat het over het medezeggenschap van de bewoners. Een flat of kamer waar ze familie en vrienden kunnen ontvangen alsof ze nog thuis zijn. Waar ze het leven tussen opstaan en slapengaan mee kunnen bepalen. Want niet iedereen staat te springen om omstreeks half zeven te ontbijten en te douchen. Niet iedereen wil elke vrijdag vis en elke maandag vidée. En vooral, er zijn nog bewoners die taken kunnen opnemen - zoals het helpen in de keuken, aan het onthaal. Of bewoners die activiteiten willen organiseren en zelfs begeleiden (een leesclub, een politieke debatclub, een gezelschapsspelletjesclub,…).

In het hoofdstuk (On)betaalbaar heeft ze het over iets wat iedereen al eens bezig houdt, de betaalbaarheid van een WZC, een laatste thuis.
Peuteman legt ook het ‘Tubbemodel’ uit. Met dit Zweedse model, dat inspraak geeft aan bewoners maar ook aan personeel en vrijwilligers, wordt er al geëxperimenteerd in België. Hoog tijd om de reeds opgedane ervaringen om te zetten in beleid. Naast de WZC en serviceflats dringen andere woonvormen zich op. Dit moet qua ruimtelijke ordening, fiscaal en zorgvoorschriften mogelijk gemaakt worden. Hoogtijd is het, want de mei ‘68 generatie komt eraan. Deze mondige groep zal de keuzevrijheid die ze altijd genoten, de mogelijkheid tot zelfontplooiing en de zelfbeschikking niet opgeven bij het ouder worden. Integendeel.

Dit is een boek voor iedereen die weer hoop wil op een toekomst bij het ouder worden. En dat laatste doen we allemaal. Hoe langer hoe ouder, na het pensioen dient er zich een tweede leven aan dat niet onder hoeft te doen voor het eerste. Behalve als de spieren strammer worden en de gezondheid niet meer mee wil. Maar zelfs dan moet er nog zicht zijn op zo goed mogelijk leven ondanks de mankementen en de beperkingen.
Ann Peuteman
Jacinta De Roeck
Non-fictie
Adviseur ethische thema's Open Vld
_Jacinta De Roeck -
Meer van Jacinta De Roeck

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies