24 februari 2022
Woonzaak
Wonen is een grondrecht. Het recht om menswaardig te wonen. In praktijk blijft dat recht een “recht” zonder meer en wordt dat niet omgezet in iets concreets of constructiefs. Als leek kan ik na het lezen van dit boek van 200 bladzijden eigenlijk bijna begrijpen waarom dat zo is.
Wat een ongelooflijk kluwen van wetten en wetjes, besluiten, initiatieven. Wat een vat vol tegenstrijdigheden. Niets lijkt te werken of het vooropgestelde doel te bereiken. Praten, dialoog, zich constructief opstellen: allemaal tevergeefs. Als gewone burger kan ik hier en daar wel zekere details begrijpen en zekere initiatieven bijvallen omdat ze “juist” en rechtvaardig lijken. Maar je krijgt zeker geen vat op het geheel.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat “onze” politiekers dat kunnen. Het lijkt alsof zij wel zien dat er “iets” is dat niet kan, “iets” dat ze willen veranderen omdat hun politieke visie ze in die richting wijst, “iets” gaan aanpakken onder publieke druk of druk van partijgenoten, “iets” dat ingefluisterd wordt door “influencers” die het inderdaad beter weten dan de politieker in kwestie. Al die “ietsjes” “doen” natuurlijk meestal wel wat, maar ze maken het geheel niet logischer, begrijpelijker, gerichter, socialer, rechtvaardiger.
Hugo Beersmans is te bewonderen, want die lijkt wel zicht te hebben op “het woonbeleid dat er geen is” en hoe dat moet veranderen. Eén enkele boosdoener schuift hij in elk geval duidelijk naar voor. Kort na de Tweede Wereldoorlog, een 70- tal jaar geleden, vond men dat het een goed idee zou zijn de Vlamingen warm te maken voor het idee om een eigendom te verwerven in de vorm van een eigen huis. Dat leek natuurlijk heel aantrekkelijk, vele Vlamingen slikten toen die spreekwoordelijke “Baksteen in hun maag” en begonnen te werken voor een hun eigen huis. Dat had natuurlijk als gevolg dat er nog maar weinig sociale huurwoningen werden gebouwd en dat er niet veel aandacht meer was voor de private huurmarkt. “Het is die voortdurende en éenzijdige focus op eigendomsverwerving die bijzonder negatieve effecten op de andere deelmarkten veroorzaakt”, concludeert schrijver.
Als leek – nog eens - zou je het boeltje gewoon willen schrappen en van de basis af een degelijk woonbeleid uitwerken. Iets in die zin zal misschien moeten gebeuren na de uitspraak van “het Europees Comité voor Sociale Rechten”. Want het woonactivisme staat sterk in België en meer dan 50 Vlaamse organisaties, van middenveld tot vakbonden, zijn wanhopig bij elkaar gekropen en hebben een coalitie gevormd om er uiteindelijk wat aan te doen. Ze hebben samen een organisatie gevormd, “Woonzaak” en gaan een klacht indienen bij dat Comité. Om dat voor te bereiden, willen ze het ook zo breed bekend maken en dit boek is deel van die campagne. Hier kan je inderdaad alles vinden wat er over te weten is.
Concreet wil dat zeggen – zoals het in de “Vlaamse Codex Wonen” staat - dat iedereen moet kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, met woonzekerheid tegen een betaalbare prijs. In Vlaanderen zijn er 170.000 zoekenden ingeschreven en toch moeten deze overwegend kansarmen blijven wonen in slechte woningen.
Enkele voorbeelden van en vragen over hoe het nu werkt:
- Hoe komt het dat een kwart miljoen Vlaamse families op de private huurmarkt moet wonen en betalen, terwijl ze nochtans in aanmerking komen voor een sociale woning.
- Bijna iedereen weet en zegt dat er groot gebrek is aan sociale woningen en toch blijven de betrokken ministers met ideeën aandraven die naast de kwestie zijn en eerder de privémarkt bevorderen.
- Met minder dan 6,5 procent sociale huurwoningen staan wij onderaan de lijst van sociale huurwoningen in Europa. Frankrijk 18% en Nederland meer dan 30%.
- Waarom worden er alsmaar hogere limieten ingevoerd voor het bouwen van sociale woningen?
- Niet de rechter beslist over de sanctie van uitsluiting van inschrijving maar wel de sociale verhuurder. Komt daar nog bij dat de betrokken huurder drie jaar zal uitgesloten blijven gezien hij zich niet meer mag inschrijven als kandidaat huurder.
- Een argument ter verantwoording van een eigendomswoning stelt het zeer aantrekkelijk voor. “Een woning kopen is een vorm van pensioen en het fiscaal voordeel is een vorm van pensioensparen.” Wat minder mooi is, is dat het wel gebeurt dat, zelfs met fiscale steun, het niet haalbaar wordt voor een grote groep en dat die dus na hun pensioen ook nog huur zullen moeten blijven betalen, dat terwijl de overheid de pensioenen laag houdt omdat ze er lijken van uit te gaan dat men toch al een pensioen verworven heeft in de vorm van een eigen woning.
- Het is net alsof er een zwarte lijst bestaat op de private huurmarkt.
- Over de meest behoeftige doelgroep, de dak- en thuislozen, zijn er nauwelijks objectieve data beschikbaar.
- We weten uit een telling dat in Gent 8,8 procent al meer dan twee jaar in precaire opvanginitiatieven zit.
- De Vlaamse overheid heeft, met andere woorden, helemaal geen zicht op de problematiek van dak- en thuisloosheid, noch op hoe die evolueert, noch op de vraag of haar beleid daaromtrent doelmatig is. Het beleid in Vlaanderen is dan ook strijdig met de vereisten onder artikel 16 van het handvest.
- Sociale woningen lijken meer en meer het imago te krijgen van woningen voor armen. Gedeeltelijk is dat dan weer door de manier waarop de sociale woningen gebouwd worden, qua schaal en omgeving. Een sociale woning moet toch geen woning zijn die er uitziet alsof het bedoeld is als een soort opvangsysteem voor mensen die niet weten hoe je deftig kan wonen. En vermits sociale woningen nu die bijklank hebben, willen steden er liefst niet te veel op hun grondgebied, geholpen door de Vlaamse Regering die bepaald heeft dat er in één stad niet meer dan 15% sociale woningen kunnen gefinancierd worden.
- Als je dan ook nog aanstuurt op stevig fusioneren in de sector is het duidelijk dat men eigenlijk met kosten en baten bezig is, met budget en procedures, taalkennis zelfs, efficiëntie, rendabel zijn en opbrengen, en niet met sociale werking.
- Wat doe je als je je met je familie toch in de privésector gewaagd hebt en dan blijkt dat je, bijvoorbeeld, niet kan investeren in de energiebesparende middelen die een vereiste zijn of onvoldoende inkomen hebt om de onderhouds- en gezamenlijke kosten te betalen die te maken hebben het gebouw? Waardoor je dan toch weer op zoek moet naar “elders” en verhuizen naar weer een andere omgeving, school en vriendjes voor de kinderen en met toch weer kosten die daarmee te maken hebben.
- Het is duidelijk dat je het private verhuren en wonen niet zomaar kan overlaten aan “de markt” die maar één zichtbare hand heeft: winst maken.
- Als je het ongeluk hebt arbeidsongeschikt te zijn, kan je dat niet langer zijn dan negen jaar, want daarna kan je niet langer in een sociale woning blijven wonen.
- Hoe komt het dat een kwart miljoen Vlaamse families op de private huurmarkt moet wonen en betalen, terwijl ze nochtans in aanmerking komen voor een sociale woning.
- Bijna iedereen weet en zegt dat er groot gebrek is aan sociale woningen en toch blijven de betrokken ministers met ideeën aandraven die naast de kwestie zijn en eerder de privémarkt bevorderen.
- Met minder dan 6,5 procent sociale huurwoningen staan wij onderaan de lijst van sociale huurwoningen in Europa. Frankrijk 18% en Nederland meer dan 30%.
- Waarom worden er alsmaar hogere limieten ingevoerd voor het bouwen van sociale woningen?
- Niet de rechter beslist over de sanctie van uitsluiting van inschrijving maar wel de sociale verhuurder. Komt daar nog bij dat de betrokken huurder drie jaar zal uitgesloten blijven gezien hij zich niet meer mag inschrijven als kandidaat huurder.
- Een argument ter verantwoording van een eigendomswoning stelt het zeer aantrekkelijk voor. “Een woning kopen is een vorm van pensioen en het fiscaal voordeel is een vorm van pensioensparen.” Wat minder mooi is, is dat het wel gebeurt dat, zelfs met fiscale steun, het niet haalbaar wordt voor een grote groep en dat die dus na hun pensioen ook nog huur zullen moeten blijven betalen, dat terwijl de overheid de pensioenen laag houdt omdat ze er lijken van uit te gaan dat men toch al een pensioen verworven heeft in de vorm van een eigen woning.
- Het is net alsof er een zwarte lijst bestaat op de private huurmarkt.
- Over de meest behoeftige doelgroep, de dak- en thuislozen, zijn er nauwelijks objectieve data beschikbaar.
- We weten uit een telling dat in Gent 8,8 procent al meer dan twee jaar in precaire opvanginitiatieven zit.
- De Vlaamse overheid heeft, met andere woorden, helemaal geen zicht op de problematiek van dak- en thuisloosheid, noch op hoe die evolueert, noch op de vraag of haar beleid daaromtrent doelmatig is. Het beleid in Vlaanderen is dan ook strijdig met de vereisten onder artikel 16 van het handvest.
- Sociale woningen lijken meer en meer het imago te krijgen van woningen voor armen. Gedeeltelijk is dat dan weer door de manier waarop de sociale woningen gebouwd worden, qua schaal en omgeving. Een sociale woning moet toch geen woning zijn die er uitziet alsof het bedoeld is als een soort opvangsysteem voor mensen die niet weten hoe je deftig kan wonen. En vermits sociale woningen nu die bijklank hebben, willen steden er liefst niet te veel op hun grondgebied, geholpen door de Vlaamse Regering die bepaald heeft dat er in één stad niet meer dan 15% sociale woningen kunnen gefinancierd worden.
- Als je dan ook nog aanstuurt op stevig fusioneren in de sector is het duidelijk dat men eigenlijk met kosten en baten bezig is, met budget en procedures, taalkennis zelfs, efficiëntie, rendabel zijn en opbrengen, en niet met sociale werking.
- Wat doe je als je je met je familie toch in de privésector gewaagd hebt en dan blijkt dat je, bijvoorbeeld, niet kan investeren in de energiebesparende middelen die een vereiste zijn of onvoldoende inkomen hebt om de onderhouds- en gezamenlijke kosten te betalen die te maken hebben het gebouw? Waardoor je dan toch weer op zoek moet naar “elders” en verhuizen naar weer een andere omgeving, school en vriendjes voor de kinderen en met toch weer kosten die daarmee te maken hebben.
- Het is duidelijk dat je het private verhuren en wonen niet zomaar kan overlaten aan “de markt” die maar één zichtbare hand heeft: winst maken.
- Als je het ongeluk hebt arbeidsongeschikt te zijn, kan je dat niet langer zijn dan negen jaar, want daarna kan je niet langer in een sociale woning blijven wonen.
Als de bevoegde overheid graag wat meer wil weten over een rechtvaardig(er) woonbeleid en over wat er kan gedaan worden, dan kunnen ze beginnen met even de 12 pagina’s bibliografie te doorlopen achteraan dit boek en dan kan er geen twijfel over bestaan dat er wat moet gedaan worden. Je vindt er alles wat er in al die jaren over geschreven, gezegd en gedebatteerd is, de acties die gevoerd werden, de wetenschappelijke studies die er over verschenen zijn.
Maar het is natuurlijk veel eenvoudiger om samen met de gewone burger “Woonzaak”, dit ene boek van Hugo Beersmans te lezen.
Victor De Raeymaeker
Meer van Victor De Raeymaeker
Maar het is natuurlijk veel eenvoudiger om samen met de gewone burger “Woonzaak”, dit ene boek van Hugo Beersmans te lezen.
Victor De Raeymaeker