22 augustus 2022
Vreemdelingen op een kade. Een familiekroniek.
Tash Aw is een Maleisische schrijver van Chinese origine. Hij groeide op in Kuala Lumpur en woont thans in Parijs.
Beide grootvaders van de schrijver emigreerden in de jaren twintig van vorige eeuw van Zuid-China naar het Maleisische schiereiland. Op de kade wachtten zij op verre familieleden die hen verder zouden helpen: zij waren “vreemdelingen op een kade”.
De ondertitel van het boek is eerder misleidend. De auteur levert geen eigenlijk verhaal af van zijn familie omdat hij nu eenmaal over onvoldoende gegevens beschikt. Zijn vader sprak slechts sporadisch over zijn eigen verleden en van het lot dat zijn vader bij zijn aankomst in Maleisië toebedeeld was.
Chinezen kunnen moeilijk over hun gevoelens praten. Het is taboe om je kwetsbaar op te stellen door onderwerpen als liefde, verdriet, moedeloosheid, twijfel aan te kaarten. Armoede is de ergste menselijke tekortkoming, waarover liefst gezwegen wordt. Dat de grootvaders van de auteur precies uit armoede genoodzaakt waren Zuid-China te verlaten wordt aangezien als een falen.
“Alles wat is stukgelopen moeten we in het verleden achterlaten.”
Nu de emigranten enige welstand verworven hebben, komt het verleden niet meer ter sprake. De studie van geschiedenis is een vorm van achteruitkijken, men is alleen in de toekomst geïnteresseerd. Zo wordt de Culturele Revolutie in China zoveel als mogelijk verdrongen. Dit verleden is te pijnlijk, het heden is comfortabeler. Dit strookt niet met onze westerse opvatting te leren uit de geschiedenis, want “l’histoire se répète”. Om te weten wie we zijn, moeten we bekend zijn met het verleden, hoe groot de knoeiboel ook was.
Zo kent de auteur slechts enkele algemene en oppervlakkige feiten uit het leven van zijn ouders en grootouders, geen details waarmee je aan de slag kunt bij het schrijven van een heuse familiegeschiedenis.
De schaamte speelt daarbij ook een grote rol. Niet alleen de schaamte voor het eigen falen, de aanzet tot migratie, maar ook de schaamte voor het vernederde Keizerrijk China van de 19e eeuw, overheerst door koloniale mogendheden zoals Engeland, Frankrijk, Japan en de Verenigde Staten.
Het tweede deel van het boek is gewijd aan de relatie van de auteur met zijn grootmoeder van moederszijde. Zij wordt beschreven als een sterke vrouw, une grande dame, een vrouw die van aanpakken wist. Na het overlijden van haar ouders wordt ze op de leeftijd van acht jaar opgevangen door een tante, wier naam zij niet kent. Omtrent haar vader en moeder is praktisch ook niets bekend. Ze kent zelfs de naam van haar moeder niet, noch haar leeftijd toen ze stierf. Zo ging dit nu eenmaal bij arme lui.
Begin 20e eeuw gingen meisjes doorgaans niet naar school in China. Grootmoeder was blijkbaar een pientere vrouw en leerde op zichzelf lezen, schrijven, rekenen en zelfs een beetje boekhouding. Ze sprak drie talen waaronder Engels, opgepikt van de Engelse kolonialen. Toch heeft ook zij geen interesse in haar verleden en afkomst en moedigt haar kleinzoon aan om vooruit te kijken, onafhankelijk te zijn en volhardend bij tegenslagen.
De auteur is gefrustreerd door het doek dat over zijn afkomst gevallen is. Hij blijft voortdurend op zoek naar zijn identiteit. In tegenstelling tot zijn medestudenten in Engeland, afkomstig uit oude voorname families, kan hij niet terugvallen op stambomen en familietradities. Ook de Engelse gedragscodes, zo anders dan in China, dient hij te ontrafelen om zich eraan te confirmeren.
De auteur heeft de verdienste de lezer een andere inkijk te verschaffen op migratie, ontwikkelingen, identiteit en het behoud ervan. Hij geef een kijk op de problemen van de migrant die zich moet aanpassen aan andere gebruiken, andere gewoonten, kortom aan een andere samenleving. De lezer krijgt de kans dit alles eens te bezien vanuit het standpunt van een migrant van Chinese origine, waarvan de grootouders zich genoodzaakt zagen te emigreren en zich te confirmeren aan hun nieuwe thuisland. Niet voor hun plezier maar om niet te verhongeren.
Migratie blijft actueel, vooral nu met de groeiende onrust in de wereld. De onbevooroordeelde lezer zal na de lectuur van het besproken werk aangezet worden de migranten te benaderen vanuit hun gevoelens, angsten en frustraties, in plaats van hen met een air van westerse superioriteit te beoordelen, ja zelfs te veroordelen.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens