5 november 2022
Na de aardbeving
Dit is het meest expliciete boek van Murakami waarin hij een evenwicht zoekt tussen bovennatuurlijke elementen en een meer aardse benadering. In zijn nawoord stelt de auteur dat de enige manier om dat evenwicht te behouden erin bestaat het eigen verhaal te blijven vertellen. Een verhaal met een moraal, dat kan verwarmen en opbeuren.
Haruki Murakami werd in 1949 geboren in Kiote, hij groeide op in Kobe. Zijn vader was de zoon van een boeddhistisch priester en zijn moeder was de dochter van een koopman uit Osaka. Beiden gaven les in Japanse literatuur. Murakami was echter meer geïnteresseerd in de Amerikaanse literatuur. Hierdoor maakte hij zich een westerse schrijfstijl eigen waarmee hij zich onderscheidde van zijn Japanse tijdgenoten.
Murakami volgde een opleiding toneel aan de Waseda-universiteit in Tokyo. Hij begon te werken in een platenzaak en na zijn studies opende hij in Tokyo samen met zijn vrouw een jazzbar. In 1987 kwam zijn doorbraak met “Norwegian Wood” waarvan miljoenen exemplaren verkocht werden aan Japanse jongeren. Hij werd een nationale beroemdheid. In 1986 reisde hij door Europa en vestigde zich later in de Verenigde Staten waar hij les gaf aan de universiteit van Princeton (New Jersey).
Meest houden de lezers van de dromerige sfeer die zijn werk uitademt. “Na de aardbeving” heeft echter een meer realistisch karakter dat de vinger aan de pols van de Japanse samenleving houdt. Het gaat hier over de twee rampen die Japan in 1995 troffen. Eerst was er de aardbeving in Kobe en enkele maanden later de aanslag met saringas in de metro van Tokyo.
De zes kortverhalen uit “Na de aardbeving” schreef hij in de zomer van 1999. De hoofdpersonages in dit boek bevinden zich echter ver weg van de ramp. Ze zijn geen directe slachtoffers maar hebben wel bekenden in het getroffen gebied. Allemaal dachten ze vaste grond onder de voeten te hebben, maar plots veranderde die in vloeistof. Hij gebruikt de aardbeving als een metafoor voor omwentelingen die in het dagelijkse leven gebeuren. Geen van de zes verhalen zijn trouwens alledaags. Ze mogen dan wel een realistische inslag hebben, in een ervan loopt een gigantische kikker rond die vlot Nietzsche en Dostojewski citeert. Ook nu zijn de hoofdfiguren weer adolescenten die zich afvragen of er niets meer in het leven te vinden is. In de wereld van Murakami zijn zij de dapperen omdat ze zich de vraag durven stellen. De auteur schept in deze zes verhalen een sfeer die alle elementen, zowel de alledaagse als de meer extraordinaire, weet te verbinden.
Met dit boek slaagt hij er in elk geval in een prachtig, spannend, emotioneel en heerlijk werk af te leveren. Het zijn zes verhalen met elk een open eind. Je moet zelf het vervolg erbij fantaseren. Het is daar dat Murakami stelt: “De verbeelding. Dat is ons ware strijdperk”.
Je leeft intens met de protagonisten mee en ze worden getekend alsof ze van vlees en bloed zijn. Vrolijk zijn die verhalen echter niet. Op de achtergrond is de aardbeving steeds voelbaar. Maar de werkelijkheid dwingt ons verder te leven en de aardbeving leidt bij ieder tot een wending in het leven, een soort van besluit.
Elk van de verhalen is een parel met alle kenmerken die we van Murakami gewoon zijn. Ze zijn zo mooi dat het einde steeds te snel komt. In elk van die geschiedenissen stopt Murakami zijn filosofie. In één zin zet hij de lezer soms op het verkeerde been. In het laatste verhaal, dat niet voor niets “Honingkoekjes” heet, zet hij de schrijver van dienst te kijk. Hij heeft het over “proza van een opmerkelijk hoog gehalte, maar de schrijver heeft de neiging om tot sentimentaliteit te vervallen. Zijn werk sprankelt niet”. Hiermee schrijft Murikami zelf de antithese van zijn werk. Hij is er wel in geslaagd zes sprankelende juweeltjes af te leveren.
Paul Van Aelst
Paul Van Aelst
Vertaler: Jacques N. Westerhoven
Originele titel: Kami No Kodomotachi Wa Mina Odoru
Meer van Paul Van Aelst
Originele titel: Kami No Kodomotachi Wa Mina Odoru