Raf de Boever
Nest Van Ginderen
Non-fictie
  • 872 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

30 november 2022 Het ultieme taboe
“De geschiedenis herhaalt zichzelf in steeds nauwere kringen,” zong een Vlaamse chansonnier ooit. Ik heb dat zinnetje altijd onthouden. Een doorslag voor vele dingen in de geschiedenis. Zo ook voor het zo broodnodige boek dat Raf de Boever ons in de schoot wierp. In zijn boek “Het Ultieme Taboe” houdt hij de mensheid een spiegel voor.
Een spiegel die jarenlang gebroken op zolder stof lag te vergaren. De Boever kocht een nieuwe spiegel en gebruikt die voor het eerst in de geschiedenis. Hij brengt ons het dramatische verslag dat eigenlijk nooit geschreven had mogen worden, en dat de mens nog het beste typeert. Waarom is de mens bang van het vreemde? Waarom gaan zijn/haar haren rechtop staan als iemand er anders uitziet, een andere taal bezigt, een andere kleur heeft? Mijn ouders leerden me dat die mensen ook naar de wc moeten. Maar zo zag men het niet altijd. De Boever neemt één van de meest spraakmakende geschiedenissen van xenofobische aard vakkundig onder de loep. Die van de zwarten in “onze” Congo.
Enfin, zijn dat onze zwarten wel geweest? De goeie basis van elke relatie is altijd wederzijdse verstandhouding. Maar al vanaf het huwelijk in 1884 is het daar scheef gelopen. Koning Leopold II was al jarenlang bezig geograafje te spelen. Hij deed niets liever dan reizen om zo de slechte relatie met zijn vader en zijn catastrofale huwelijk te vergeten. Dan kwam zijn interesse natuurlijk goed uit. Na oeverloos proberen had hij eindelijk een speelgoedje gevonden. Niemand was geïnteresseerd in dat donkere binnenland van Afrika, waar alleen dichtbeboste vlaktes voorkwamen en mensen zich nog voortbewogen in primitieve levensvormen die de onze niet waren. Dus waarom daar één woord aan verspillen. En doordat de grote koloniserende landen Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, onze Leopold de vrije baan gaven, sprong deze maar al te graag in het (veel te) diepe. Rik Coolsaet verwoordde het in zijn boek België en zijn Buitenlandse politiek zo: “Meer dan zijn vader hanteerde Leopold II het verwerven van een kolonie als een middel om het Belgische nationalisme te stimuleren en het voortbestaan van België en van de Coburgdynastie te verzekeren.” Meer woorden moeten we daar niet aan vuil maken. En onze narcistische vorst zou vanaf dag één iedereen meekrijgen die op zijn pad kwam.
Wat Raf de Boever beschrijft in zijn boek is niet meer dan de grootste hold-up in de Belgische geschiedenis. Een geschiedenis die volgens mij eigenlijk onderverdeeld is in 3 verschillende hold-ups. Eerst en vooral een economische. Een Koning die geen geld heeft, en een heel continent haast leeghaalt om zijn geldhonger te stillen en met de drang om van België één groot bouwwerk te maken. Al gauw had de vorst daar iets op gevonden. Congo was rijk aan grondstoffen. Vooral de rubber stak zijn ogen uit. Geschiedkundigen zouden later massaal refereren aan de term “rood rubber”. En daar is de xenofobie het zichtbaarst. Congolezen werden ingezet als productiemiddel. En als dat gebeurt, als je twee verschillende niveaus creëert van mensen, als je de mensheid onderverdeelt, dan loopt het mis. Handen werden afgehakt, en het aantal mensen wiens naam niet te boek gesteld is of op een graf gekerfd, is ontelbaar. Brussel zou vol Menenpoorten staan.
Dat brengt ons bij de humanitaire hold-up. Wie heeft het recht om de mensheid onder te verdelen? Heeft de geschiedenis ons niet geleerd dat we allemaal terug te brengen zijn tot één oerverhaal. “The Big bang” heeft nooit luid genoeg geknald blijkbaar. De Congolezen waren gewoon “quantité négligable”. Iedereen was meer dan een “zwarte”. Want daar moest je je tijd toch niet insteken zeker. Zolang ze maar rubber ontgonnen en het vuile werk deden, waren ze nog net goed om in leven te houden. Maar anders dreigde de hel.
Het mooiste punt dat De Boever maakt, en hij maakt er veel, is dat niemand onze Koning terugfloot, ook lang na de regeerperiode van Leopold II niet.  Niet moeilijk als je weet dat zowat de hele edele en niet-edele toplaag van België daar ook garen bij spinde. Men vond het goed voor de economische ontplooiing van België in het buitenland. Kortom alles om maar niet te moeten zeggen, dat wat iedereen wel wist, dat de Congolezen werden uitgebuit. Stilletjes aan sijpelden de wandaden ons land binnen, maar ze werden zorgvuldig gemaskeerd. De kranten, zeker de katholiek geïnspireerde, gebaarden van krommen aas. En als de socialistische kranten er dan over berichtten, dan was er wel ergens een arbeidersstaking die belangrijker was om de “talk of the town” te zijn.
“Ons vurig verlangen dat de wilde volkeren van Afrika de duisternis van de dwaling zouden verlaten voor het schitterende licht van het evangeliseren en dat zij hun ruwe en idiote gewoonten zouden ruilen voor beleefdheid en de christelijke beschaving. Deze verandering zal tot gevolg hebben dat deze stammen die verlaagd zijn tot het dierlijk niveau…” Als deze uitspraak van de koster van Nederokkerzeel zou komen, dan zou daar geen haan naar kraaien. Maar deze uitspraak viel op te tekenen uit de mond van Paus Leo XIII. Vanaf het begin wist de Koning onze clerus warm te maken om de lange bootreis aan te vatten om “onze Congo” van de dwaling af te helpen, en zijn inwoners te bekeren tot het “Ware Geloof”. Vele paters moeten toen een baksteen hebben ingeslikt, want in no time verscheen er in elke missie wel een kerk. Dé truc om iedereen in de pas te doen lopen, was natuurlijk ook het onderwijs. Elke missiepost kreeg zijn school, om de kinderen van in het begin te leren wat “beschaving” is.
Met deze praktijken maskeerden zij perfect de wandaden die er economisch en humanitair werden bedreven. Ze waren hier niet gekomen om de beest uit te hangen, maar ze zeiden eerder van: “Kijk eens, wij hebben het beste voor, en wij brengen de beschaving.” Als je dat natuurlijk harder roept, dan dat er mensen worden mishandeld, gefolterd en nog erger, dan krijg je wel een hele éénzijdige waarheid, die trouwens nog ver door sijpelde, tot zeer diep in de twintigste eeuw.
Zelfs tot op vandaag. De hold-ups van onze koloniale elite hebben ervoor gezorgd, dat vanaf de Tweede Wereldoorlog zich onherstelbare breuklijnen begonnen te vormen in Congo, die na de onafhankelijkheid van 1960 bleven en bleven etteren. En de évolués die er op hoopten dat zij van Congo een Westerse staat konden maken waren eraan voor de moeite. Want de roep van het bloed roept altijd harder. Nu is Congo een kaalgeplukt derdewereldland waar iedereen lijdt en honger heeft.
Bij ons blijft het koloniaal verleden aan onze ribben plakken. Nog niet zo lang geleden kregen we de “Annie Cordy”-tunnel, wat een herdoping betekende voor de Leopold-II-tunnel, één van de belangrijkste landmarks van onze hoofdstad. In elk Belgisch dorp of stad is er wel een roep om standbeelden omver te werpen, straten te hernoemen, en is er al meermaals rode verf over ’s Konings memorabilia uitgekieperd. Maar is dat wel dé manier om het te doen? Om zo de rode rubber-ridder uit ons geheugen weg te vagen? Om de Congolezen te helpen hun verleden te vergeten? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Je snijdt alleen de broodnodige herinnering aan de Koning weg. En dat is juist niet de bedoeling. Want slechte herinneringen zijn ook herinneringen. Je moet aan de mensen uitleggen wie die Koning was en wat hij gedaan heeft. We moeten daar lessen uittrekken. De bevolking noties van “goed burgerschap” inprenten. Dat doe je ook door de mensen de spiegel van het verleden voor te houden. Die haal je voor een groot deel weg met al die standbeelden en naamplaatjes uit het straatbeeld te verwijderen. Want alles gaat voorbij, behalve het verleden.
Raf, laat me persoonlijk tot jou richten voor het einde van deze recensie. Je schreef wat allang moest geschreven worden. De spiegel van de geschiedenis. De kroon die België ontkroond als beschaver van Zwart Afrika. Je krast prachtige woorden in de ziel van de mensen, en je verdedigt als één van de eerste de Afrikaan. Je laat hen weer mens worden na al die jaren, en je plaatst de discussie, die in de politiek niet of nauwelijks gevoerd wordt, op scherp. Een boek dat eigenlijk naast Van Loo hoort te liggen. De Bourgondiërs bouwden onze wereld op, en jij Raf jij liet zien hoe ons imago er bijna aan was voor de moeite. Ik verwijt je zelfs de wat langdradigheid van je boek niet. Want dat is de schuld van de uitgevers die je boek niet wilden uitgeven. Het ga je goed, en leg je pen vooral nooit meer weg.

Nest Van Ginderen
Verkrijgbaar bij de boekhandel: Standaard, Corman, De Groene Waterman e.a.
Raf de Boever
Nest Van Ginderen
Non-fictie
recensent
_Nest Van Ginderen recensent
Meer van Nest Van Ginderen

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies