1 december 2022
De bom
Op dit ogenblik zijn er in de wereld nog altijd 15.000 atoomraketten die het bezit zijn van 9 landen en die zijn in staat de wereld meerdere keren te vernietigen.
Op 6 augustus 1945 verwoest een atoombom grondig een grote Japanse stad, Hiroshima. Tienduizenden mensen zijn meteen dood. En de hele wereld verneemt het schokkende nieuws dat er door de Amerikanen in het geheim een enorme bom ontwikkeld werd, een “atoombom”, die in één klap een ganse stad, of gelijk welk ander reusachtig doelwit kan vernietigen. Een eerste massavernietigingswapen.
Maar waarom, in welke context, hoe en door wie, zou dit instrument van de dood kunnen worden ontwikkeld?
Het verhaal daarvan vertellen is natuurlijk een hele kluif en “De Bom” in de vorm van een strip gieten vereist het vertellen van een ware saga die 472 pagina’s zal beslaan, diepgaand gedocumenteerd is, waarvoor vier tot vijf jaar werk nodig waren en een kleine ploeg mensen die samenwerkten. Tekenaar Denis Rodier beseft dit en zegt dat dit zo uniek is dat het maar één keer in zijn leven kan. Deze “graphic novel” vertelt de achtergrond, de backstageverhalen van de belangrijkste personages van deze historische gebeurtenis die in 2020 zijn 75e verjaardag vierde. Een verhaal dat loopt van de uraniummijnen van Katanga tot Japan, via Duitsland, Noorwegen, de USSR en New Mexico. Het is een opeenvolging van ongelooflijke maar ware feiten die hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld hoe beslissingen werden genomen op het hoogste niveau en hoe zeer verontrustend het is te moeten vaststellen dat het leger zijn zienswijze grotendeels oplegt aan wetenschappers en politiekers. Het scheelde niet veel of het zou het leger geweest zijn dat gewoon alles zou beslist hebben. Dit alles wordt hier verteld op het niveau van mannen, of ze nu politieke besluitvormers zijn (Roosevelt, Truman), wetenschappers allerlei en van verschillende nationaliteiten (Einstein, Oppenheimer, Fermi) of belangrijke actoren die onbekend bleven, zoals Leó Szilàrd, het hoofdpersonage van dit album, een wetenschapper die hemel en aarde bewoog opdat de VS toch de bom zou ontwikkelen en vervolgens het onmogelijke deed zodat ze nooit zou gebruikt worden.
Het verhaal in het boek begint rond de tijd dat het duidelijk is, of tenminste erg waarschijnlijk, dat Duitsland als eerste een atoombom zal vervaardigen. Ze hebben er de geleerden en de kennis voor. De verkoop van hun eigen uranium wordt stopgezet. Vandaar dat Tsechoslowakijke voor de Duitsers zo belangrijk was, want dat land had de grote hoeveelheden uranium die ze nodig hadden om een atoombom te vervaardigen. Ze bezetten dus dat land en dan volgt België, want Belgisch Congo heeft de grootste reserves uranium in de wereld. De Wehrmacht neemt de controle over van het nucleair onderzoek. Duitse geleerden worden gedwongen mee te werken aan het programma. Ook van hen krijgen we te lezen hoe ze reageerden, voelden en dachten.
Opvallend hoe anders de geschiedenis eruit ziet als je kijkt door de ogen van de wetenschap en de ontdekking van de atoomsplitsing, de kernreactie die dan onstaat en de kracht die daaruit vrij komt. Kracht die kan gebruiktworden om er een superbom mee te vervaardigen. Op voorwaarde dat men voldoende uranium heeft. De VS, Groot-Brittanië, de USSR en Japan gaan allen op jacht naar uranium.
De VS gooit er meteen pakken geld tegenaan. “Plutoniumstad” wordt gebouwd door 5000 arbeiders en op een site van 1500 vierkante kilometer worden 500 gebouwen opgetrokken en drie reactoren om plutonium te produceren. Een tweede site in Oak Ridge stelt 20.000 arbeiders te werk om verrijkt uranium te produceren en een fabriek voor gasdiffusie om het uranium te verrijken (K-25). Het verbruikt zoveel energie dat er een eigen electriciteitscentrale voor moet gebouwd wordenop de Clunch River. Dat allemaal om tegen begin 1945 ongeveer 40 kilogram verrijkt uranium te kunnen leveren.
Het boek gaat ook uitgebreid in op de morele vraag die het al dan niet gebruiken van de bom oproept. Bij een recent “klassiek” bombardement werd 40 vierkante kimometer van Tokyo vernield en werden 100.000 slachtoffers gemaakt. Het is dus hoogst waarschijnlijk dat Japan op het punt stond zich over te geven. Maar dat zou nog enkele dagen kunnen duren, waardoor toch nog duizenden (getal door de pro-bommers opgeschroefd tot een miljoen) Amerikaaanse (en Japanse) soldaten het leven zouden verliezen, terwijl de afloop onafwendbaar en overduidelijk was: Japan moest zich overgeven.
Wat ook wel zal meespelen is het feit dat sommigen in een soort wetenschappelijk élan en nieuwsgierigheid ook het resultaat willen zien van een werkelijk gebruik van de bom. De reden dat dit nodig was om Japan te doen capituleren, klinkt dus eerder hypokriet, want het was gewoon nog een kwestie van een paar dagen geweest. De “boodschap” was meer bedoeld voor de Sovjets, om ze te tonen over welk wapen de VS kon beschikken en het moest op dat ogenblik gebeuren, net nu Rusland (Stalin), de Verenigde Staten (Truman) en Engeland (Churchill) in Potsdam gingen samenkomen om over het verdere verloop van de oorlog en het nakend einde te beslissen. Een conferentie die over de decennium durende, dreigende “koude oorlog” zou beslissen, die al in de hoofden van de leiders van de twee toekomstige blokken zat.
We zouden willen dat het niet gebeurde, gezien de schade veroorzaakt door deze bom en de constante dreiging die het sindsdien voor de mensheid vormt. En ook omdat de industriële, financiële en diplomatieke belangen die daaruit voortvloeiden, de controle mogelijk maakten over veel beslissingen buiten het democratische kader, door het militair-industriële complex.
Het verhaalt ook hoe een belangrijke groep onderzoekers en geleerden zich te laat zullen verzetten tegen het gebruik van zo'n destructief wapen zonder democratisch debat. Slechts één vooraanstaande wetenschapper stapt uit het Manhattan project wegens gewetensbezwaren. Die interne strijd tussen voortdurende twijfel of onwrikbaarheid van de houding die men aanneemt tegenover het al dan niet laten vallen van de bom en een ganse stad te vernietigen, incluis mannen, vrouwen en kinderen of - een andere mogelijkheid - de bom te gebruiken om het vernietigingspotentieel ervan te tonen aan andere landen, door middel van een demonstratie op een afgelegen eiland en dus zonder de enorme vernietigingen en het vermoorden van mensen.
Ondertussen blijft Japan toch verder vechten en gebruikt daarvoor een ongewoon wapen: Kamikaze piloten vernietigen 28 Amerikaanse schepen en brengen aan andere belangrijke schade toe. Dat belet de mariniers niet op te rukken “met duizenden kadavers aan beide kanten rottend onder de moessonregens in de lente van Okinawa”. Meestal onbekend is het feit dat er niet alleen kamikaze piloten ingezet werden maar ook kamikaze duikers, waarvan we het verhaal van één van hen, Fukuryu, te lezen krijgen.
Kleine feiten die gewoonlijk niet bekend zijn of anders verteld worden, werpen een ander licht op wat gebeurt. Zo was Hiroshima toch geen louter burgerlijk doelwit, zoals bijna algemeen gezegd en geschreven wordt, maar het was ook het hoofdkwartier van de 5e divisie en van het 2e leger dat instond voor de defensie van Zuidelijk Japan wat betekent dat er zo’n 40.000 militairen gelegerd waren.
Top secret is de “Manhattan Annex”, ook wel “De Ark van Noach” genoemd dat vol zit met dieren allerlei waarop testen met plutoniom uitgevoerd worden. Na proeven op ratten zijn proeven op mensen noodzakelijk om de gevaarlijkheidsgraad van plutoium bij mensen te testen. Uiterst pijnlijk is wat er gebeurt met Ebb Cade, een Afro-Amerikaanse arbeider, één van de zestien menselijke proefkonijnen, die zonder dat het hen gevraagd of zelfs meegedeeld werd, geïnjecteerd werd met plutonium om het effect ervan op de gezondheid van de mens te bestuderen. Hij kreeg de codenaam HP mee, dat staat voor “Human Product”(!). Hij kreeg 80 maal de normale dosis toegediend van wat een normaal mens per jaar te verduren krijgt en hij moest tanden laten trekken om de hoeveelheid plutonium gemakkelijk te kunnen meten. Het hele project is bijzonder afstotelijk door de koelbloedige, berekenende manier waarop er met mensen omgegaan wordt. “We hebben meer human product nodig. Veel meer”. De leugens die hen verteld worden, de fouten die gemaaakt worden. Eén van de “HP’s” blijkt kerngezond alhoewel hij uitgekozen werd omdat hij kanker had en niet lang meer zou leven.
Het “Manhatten Project”, het maken en gebruiken van een A-Bom, is “top secret”. Zelfs de vice president mag er geen weet van hebben. Een belangrijk iemand is Leslie Groves, de generaal die over het “Manhattan-project” zo heet het atoombomontwikkelings en proef programma, met ijzeren vuist regeert.
En - niet te vergeten - de 250.000 burgers die rechtstreeks gedood werden door de bom waarna er nog enkele honderdduizenden zouden sterven aan de gevolgen van verwondingen en stralingsziekten. Dit nadat de VS verontwaardigd gedurende jaren de aanvallen op burgerdoelen door de Nazi’s hadden veroordeeld.
De mooie, vredige stad Hiroshima wordt op authentieke wijze in dit boek gereconstrueerd en met knappe tekeningen in beeld gebracht. Ook de niets vermoedende burgers, die rustig doen wat ze iedere dag doen en waarop we symbolisch inzoemen op enkele van hen, lachende kindergezichtjes, terwijl men zich in het vliegtuig boven hun hoofden aan het klaar maken is om de bom op de stad te droppen. Meesterlijk getekende, schrikwekkende, afschuwelijke beelden van de verwoesting en wat er overblijft van stad en mens, na de bom.
Bijzonder pregnant zijn ook de tekeningen die de onderdelen van de vier ton wegende de bom “Little Boy” tonen tijdens het vervoer, de toren met de proefbom erin die tot op de juiste hoogte omhooggehesen wordt en uiteindelijk een pagina-grote close up van de bom zelf, dat ding met die geweldige kracht binnenin en de dreiging die daarvan uitgaat.
Uiterst overtuigend gedocumenteerd, maar vooral fascinerend, is dit boek ook een echt naslagwerk over de geschiedenis van de atoombom.
Uitstekend, meesterlijk, helder, vloeiend en compleet! Dit zijn de woorden die in je opkomen om dit album te beschrijven, dat op bijna 500 pagina's weet te interesseren zonder ooit saai te worden, zonder ooit de indruk te wekken kunstmatig informatie te verschaffen. En dit over een onderwerp dat niet noodzakelijkerwijs glamoureus is, omdat het hier gaat om het "atoomavontuur", om het hele pad dat zal leiden tot het gebruik van atoombommen op 6 en 9 augustus 1945 in Japan. Compleet, omdat we alle wetenschappers volgen die deze bom hebben bedacht, ontworpen en vervaardigd. Hun relaties, hun inzet, met als stuwende kracht de oorlog tegen het fascisme, hun enthousiasme, ook de vragen en twijfels van sommigen tijdens hun onderzoek, maar vooral vanaf het moment dat ze de reikwijdte van hun ontdekking kunnen beseffen en de onthutsende, reusachtige omvang en impact van de vernietiging die zou volgen. In de context van het verloop van de oorlog blijft nog maar enkel Japan weerstand bieden.
Alles verliep niet altijd vlot, bijvoorbeeld tijdens de bouw van de “construction sites”. Zo lekt het op een ogenblik bijna uit welke enorme bedragen er tegen dit project aangegooid worden, hoognodige medicijnen komen niet aan, de klachten tegen de niet geasfalteerde wegen met schade aan schoenen en voertuigen allerlei tot gevolg, black-outs, gebrek aan noodzakelijke soorten voeding, gebrek aan bussen, gebrek aan poetsvrouwen, een gepeperde rekening voor condooms, prostituées en een speciale club om te ontspannen.
Er is voor dit boek een ontzagwekkende hoop feitenmateriaal verzameld en de ploeg gaat zelfs naar Japan, en in het bijzonder naar Hiroshima, om ter plekke met eigen ogen te zien en op te snuiven hoe en wat Japan is. Hoe de Japanners bewegen en denken. Om het heropgebouwde Hiroshima te zien en het museum waarin de pakkende dorpel van de bank te zien is, waarop een man zat te wachten tot ze zou opengaan en hij in een oogwenk tot stof geblazen werd door de vernietigende kracht van de bom, zodat de afruk van zijn lichaam onuitwisbaar bewaard bleef op de stenen van de trappen. Zoals ook dat befaamde uurwerk, half verkoold, dat voor altijd het juiste uur aanwijst van de ontploffing.
Wat te denken over de woorden van de Amerikaans-Engelse spion, Klaus Fuchs, die in New Mexico, in Los Alamos, als kernfysicus aan het Manhattan project meewerkte en jarenlang inlichtingen doorspeelde aan de Russen: “Ik zorg voor evenwicht. Want als een natie zich sterker waant dan een andere, gebruikt het altijd geweld. Zo werkt dat.” Hij maakte duidelijk dat hij niet voor geld werkte, maar uit idealisme. Eigenlijk heeft hij gelijk gekregen. Na een jarenlange “Koude Oorlog” met zenuwslopende “arms race” zijn de VS en Rusland toch tot een overeenkomst gekomen waardoor we in onze tijd de langste vredesperiode ooit gekend hebben.
Wonderbaarlijk hoe scenaristen en tekenaar erin gelukt zijn vier jaar lang die moeilijke lange adem vol te houden die van het boek één vloeiend geheel maakt, in één trek verteld en zoals beleefd door echt bestaande mensen.
Dan is er nog dat overal aanwezige personage, dat zoals een god boven, in en door het verhaal zweeft. Wat een vondst! Het Uranium zelf dat van op een gearceerde “wolk” overal komt opdagen en bedreigend, triomfantelijk, schamper het woord voert als - volgens hem voorspelbaar - de mensheid niet begint met zijn energie te bundelen, te vervolmaken, te controleren en ten dienste te stellen voor het goede, maar meteen al zijn vindingrijkheid, werkkracht en denkvermogen inzet om een alles overtreffend vernietigingswapen te maken waarmee het zichzelf kan uitroeien.
Er is nog zoveel te zeggen over dit boek. Bijvoorbeeld over de tekeningen van Denis Rodier die ooit tien jaar lang superman tekende in die kenmerkende Amerikaanse “comic strip” stijl. Dat was een goede training en voorbereiding voor het tekenen van dit boek, vermits hij toen 22 platen per maand moest tekenen. Hij tekent daardoor nu uiterst vlot, heeft ondertussen de Frans-Belgische stripverhalen leren kennen. Een sausje dat hij nu over zijn tekeningen giet, wat resulteert in een uiterst zekere en toch iets lossere stijl, die ideaal is voor een vertelde geschiedkundige documentaire. Ook de voorkeur om het allemaal zwart-wit te houden is een ideale beslissing die alles scherp en sober houdt, passend bij de historische waarheid.
Dit boek lezen is een bijzondere ervaring. Niet allen door het gewicht van 2,25 kg dat je er voortdurend op wijst dat je niet zomaar een stripverhaaltje aan het lezen bent, maar dat je in dialoog bent met een gewichtig iets.
Je kan natuurlijk de vraag verwachten: “Een boek vol wetenschappelijke en geschiedkundige feiten en uitleg … Dat moet toch saai zijn?” Het antwoord daarop is een totale ontkenning, want dit dikke boek is levendig, boeiend, interessant en spannend. Wel is de werkelijkheid die het vertelt soms zo afschuwelijk dat je de neiging hebt het boek van je af te stoten. Wat je vervolgens toch niet doet, want het heeft je in zijn greep, je wilt weten en ontdekken.
De tekening is realistisch en precies maar toch vloeibaar en beweeglijk, met beheerst-levendige gelaatsuitrukkingen en gebaren, onderhuids humoristische of venijnige dialogen Dat alles schept een soort medeplichtigheidt, een soort band van begrip en waardering tussen personages en lezers-kijkers, die je enkel terugvindt in de beste Graphic Novels.
Victor De Raeymaeker
Meer van Victor De Raeymaeker
Victor De Raeymaeker