Keiron Pim
Dirk Ooms
Non-fictie
  • 2006 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

9 februari 2023 Eindeloze vlucht. Het leven van Joseph Roth.
Op de flap van dit boek staat een meerstemmige lofzang bevattende termen als: betoverend, voortreffelijk, fascinerend, meeslepend… Wel, daar is geen woord van gelogen. Dit is een heerlijk geschreven, ontzettend levendige en geweldig sterke biografie. Keiron Pim verhaalt met liefde, maar nooit daardoor verblind, het leven van de schrijver Joseph Roth. Dit is een ontroerend goed boek.
Eindeloze vlucht. Het leven van Joseph Roth begint met de vlucht van de vader. Hij, een jonge koopman die financieel belazerd werd, probeert de scheve situatie recht te zetten, springt op een trein en verliest onderweg zijn verstand. Hij zal nooit meer thuis geraken, daar waar zijn hoogzwangere vrouw wacht. Zij bevalt van een zoon die zijn vader nooit zal zien: Moses Joseph Roth. Het is 1894, de plaats is Brody in West-Oekraïne, toen nog deel uitmakend van het Oostenrijk-Hongaarse Keizerrijk, een land dat een immens kluwen was van talen en volkeren. Roth zou later over zijn vader schrijven: “Zijn specialiteit was zwaarmoedigheid, die ik van hem heb geërfd.”
Joseph Roth, enig kind, had geen makkelijke jeugd maar al snel blijkt dat hij over een uitzonderlijk schrijftalent beschikt. Hij onderbreekt evenwel zijn studies in 1916 wanneer de wereldoorlog woedt, neemt dienst in het leger en vecht aan het oostfront, al is niet geheel duidelijk wat hij daar precies heeft uitgespookt: zijn versie achteraf blijkt voor een groot deel ongeloofwaardig. Die eerste wereldoorlog rijt zijn land echter uiteen en zijn moeder sterft niet lang daarna. Roth krijgt in 1921 de Oostenrijkse nationaliteit en ontpopt zich tot een uitzonderlijke journalist en een succesvolle romanschrijver. In 1922 trouwt hij met Friedl Reichler. Ondertussen is hij ook een “hotelpatriot" geworden, zoals Roth zichzelf noemt: hij zal de rest van zijn leven doorbrengen in hotels, want hij “haat huizen”. “Het is natuurlijk te duur, (…) en het is een slechte gewoonte van me. Een huis heeft iets definitiefs. Een crypte.” En in een hotelkamer staan de koffers altijd paraat...
Met dit boek krijg je niet enkel het verhaal van een boeiend schrijversleven, maar ook een indringend en helder verteld beeld van het interbellum, dit tot diep in de eeuwigheid gedoemd gitzwarte tijdvak tussen beide wereldoorlogen dat op een wonderlijke wijze haast nauwgezet samenvalt met het schrijvend bestaan van Roth. In de jaren twintig schrijft hij de ene roman na de andere en verwerft hij een stevige reputatie, maar leeft hij ook op grote voet en met een gat in de hand. Financiële zorgen zullen alsmaar groter worden. En er is zijn drankzucht. En de arme Friedl, die samen met hem in hotelkamers leeft. Zij ontwikkelt een psychose en moet eind jaren twintig opgenomen worden.
Je hoort tijdens het lezen van dit boek voortdurend echo’s van onze tijd. Het tijdperk na de grote wereldoorlog begint met een virus dat veel meer slachtoffers eist dan die oorlog. Roth verblijft in Duitsland wanneer daar in 1924 Hindenburg verkozen wordt, de ex-opperbevelhebber van het Duitse leger die de antisemitische ‘dolkstootlegende’ verspreidt, een uitgesproken anti-democraat waar Roth een gruwel aan heeft. Op de dag dat Hindenburg verkozen wordt zit Roth, zoals hij aangekondigd had te doen mocht dat geschieden, op de trein naar Parijs.
Roth is een vat vol tegenstrijdigheden: jood maar met een hang naar katholicisme, hij noemt zich “een katholiek met joodse hersens”. Hij is politiek links “Rote Joseph” maar verlangt gaandeweg meer en meer naar een monarchistisch systeem. Hij schrijft meesterlijk Duits maar op den duur zal hij die taal verachten. Al zeer vroeg onderkent hij de gevaren van de opkomende nazi-beweging. Pim bespreekt elk boek van Roth, de sterke romans maar ook de werken die wat minder uitvallen. De meeste aandacht gaat vanzelfsprekend naar Roths meesterwerk Radetzkymars, dat verschijnt in de herfst van 1932. Dit boek, dat de teloorgang schetst van drie generaties van het adellijk geslacht Von Trotta gekoppeld aan de ondergang van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, zal uitgroeien tot één van de grote romans van de twintigste eeuw. Het betekent zijn internationale doorbraak, maar enkele maanden na het verschijnen van deze briljante roman komt Hitler aan de macht. Op de lijst van door nazi’s verboden schrijvers staat ook zijn naam: Joseph Roth. Deze man, deze schrijver-journalist, verloren zoon, ongeneeslijk nostalgische balling en eeuwige hotelgast, echtgenoot en minnaar en drinkebroer, Europeaan uit het mythische rijk Kakanië met het dorp Brody op zak, polyglot en francofiel en uurwerkenverzamelaar… “Hij was alleen nog maar een jood.” luidt de kaalste zin van heel de biografie. Fascisten hebben het erg graag erg eenvoudig.
Roths inkomsten krimpen bijgevolg drastisch. Hij schrijft nog, in Parijs, in Amsterdam, maar de drankzucht neemt feller toe. De schrijver Stefan Zweig, zijn rijke en trouwe vriend, steunt hem ook financieel maar het lijkt een verloren zaak. Een langzame zelfmoord voltrekt zich, een “martelende persoonlijke neergang die gelijke tred hield met de ineenstorting van de beschaafde wereld” in Pims woorden. “Het einde sleept zich helaas voort. Het sterven duurt langer dan het leven” dixit Roth. Enkele maanden voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog zal Roth sterven, totaal bezweken onder zijn alcoholisme. Na hem de zondvloed van moorden.
Het kost me moeite om niet voortdurend uit dit boek te citeren, niet enkel passages uit de boeken en brieven van Roth, maar ook tekstfragmenten van de biograaf. Wat graag zou ik enkele sprankelende anekdotes uit het leven van Roth willen kopiëren. Ik zou zelfs de foto’s die dit boek verluchtigen willen “citeren"! Hoe veelzeggend zijn die niet. Je ziet de jonge, pienter ogende Roth veranderen in een vermoeide, afgeleefde en vroegoude man. Er zijn foto’s van de mooie jonge Friedl van 1922. Op een foto uit 1933, genomen in een Weense psychiatrische inrichting is ze al onherkenbaar veranderd. Ze zal in 1940 met zo’n zestig medepatiënten naakt de gaskamer in gevoerd worden. En er is de foto van Roth en Zweig in Oostende, samen op een terras in de zomer van 1936. De vriendschap licht eruit op. Zweig lijkt jonger dan Roth maar het is deze laatste die feitelijk 13 jaar jonger is dan Zweig. Schitterend, alweer, is de beschrijving ervan door de biograaf.
Er zijn veel werken van Roth verkrijgbaar in een Nederlandse vertaling. Vrij recent is een nieuwe en bejubelde vertaling van Radetzkymars verschenen van de hand van Els Snick. Zij verspreidt het woord Roths met verve. Het is een prachtige uitgave. En ik kan niet sterk genoeg deze biografie aanprijzen. De Britse schrijver-journalist Keiron Pim heeft nog maar enkele boeken op zijn naam staan: één over de figuur David Litvinoff, één over dinosauriërs, beide zijn me onbekend, zij het wellicht niet voor lang. Met Eindeloze vlucht heeft hij voorwaar een warm meesterstuk afgeleverd. Ik heb dit boek al een hele poos geleden uitgelezen, toch hoor ik nog steeds de hartslag ervan.

Dirk Ooms
Vertalers: Lidwien Biekmann en Frank Lekens
Keiron Pim
Dirk Ooms
Non-fictie
Dirk Ooms is huis- en tuinman, en boekenwurm
_Dirk Ooms - Recensent
Meer van Dirk Ooms

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies