Kwintessens
Geschreven door Geert Lernout
  • 1823 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

21 februari 2023 Schoonschrift (deel 3)
Wie mooi wil schrijven, moet daar moeite voor doen. Met Gustave Flaubert moet je op zoek gaan naar het juiste woord en clichés vermijden, maar je moet ook je metaforen in toom houden, cruciale dingen onderscheiden van belangrijke, en belangrijke dingen van bijzaken, en ten slotte moet je je lezers ook nog eens al je gedachten in de juiste volgorde aanbieden.
In digitale vorm is dat laatste nog moeilijker dan al die andere samen. Misschien omdat op het scherm van een telefoon of een tablet niet meer dan een paar honderd tekens tegelijkertijd te zien zijn, maar we zijn met zijn allen vergeten op welke manier die verschillende kralen bij elkaar horen. Dat ontdekte de Gentse rector een paar jaar geleden toen hij een opinie publiceerde in de vorm van zeven tweets en hij half Vlaanderen over zich heen kreeg omdat blijkbaar niemand verder leest dan de eerste twee schermpjes.
Het lijkt soms dat we niet langer de tijd hebben om langere teksten te lezen. Dat is niet zo en er is nog altijd tijd in overvloed, maar we nemen niet langer de tijd omdat er zich, al na enkele minuten, iets anders aandient. Jammer genoeg geldt dat ook voor schrijven: wie wat schrijvende vrienden op de sociale netwerken heeft, merkt al snel dat die allemaal verloren lopen in de schier oneindige mogelijkheden tot uitstelgedrag die het internet te bieden heeft. Vroeger was dat een heel gedoe: je moest dan thee of koffie gaan zetten, opruimen, lezen, wandelen, iets gaan opzoeken in de bibliotheek. Nu kan je je kostbare tijd verspillen op hetzelfde apparaat waarop je eigenlijk zou moeten werken.
De lezer van deze en andere teksten zal er niks van merken, maar sinds de vorige alinea heb ik minstens twee uur verloren door memes te zoeken over procrastinatie, om dan te besluiten er toch geen te gebruiken. Dat is natuurlijk nooit anders geweest: lezers weten niet hoelang de schrijver aan een stuk heeft gewerkt. Maar in dit tijdsgewricht kunnen we zeker zijn dat het slechts in zeldzame omstandigheden echt voldoende was. Dit is heel begrijpelijk als je de enige schrijver bent op de nieuwssite van de omroep of de krant en je onmiddellijk een bericht digitaal moet publiceren. Natuurlijk gebeuren er dan ongelukken, en natuurlijk krijg je dan iedereen over je heen, want daar hebben die lezers wel tijd voor.
Met uitzondering van deze snelheidsduivels (die geen keuze hebben), zou ik alle anderen willen vragen om steeds de regel van Merckx toe te passen die genoemd is naar de vermoedelijke uitvinder, mijn moeder Maria Merckx: tel eerst tot tien voor je reageert. En het mag ook meer zijn: voor geschreven communicatie wordt een wachtperiode van twaalf uur aangeraden.
Een strikte toepassing van de regel van Merckx zal in elk geval leiden tot tijdswinst voor alle betrokkenen, gewoon omdat er op die manier minder te lezen zal zijn. Meer dan waarschijnlijk zal blijken dat niet iedere tik een tok nodig heeft, of in de meeste gevallen niet uw tok. De kans is zelfs groot dat Twitter en TikTok verdwijnen, wat dan weer voor nieuwe tijdswinst zorgt.
Maar vooral: wat er overblijft, zal minder ontsierd worden door taal- en andere fouten. Het probleem vandaag is dat we veel te snel en meestal emotioneel reageren. Die periode van twaalf uren zorgt voor afstand en reflectie, maar vooral voor zelfkritiek. De reden is eenvoudig: een halve dag geleden waren we nog een boos kind, vandaag zijn we de redelijkheid zelve, in staat om met een rood potlood alle fouten te corrigeren of zelfs het hele ding door te halen, wanneer na reflectie blijkt dat je eigenlijk niets te zeggen hebt.
Als het goed gedaan wordt, is schrijven namelijk altijd herschrijven, en voor het grootste deel ook schrappen: minder is meer. Dat gaat gemakkelijker met een tekst die niet van jou is, maar dat is nu net het voordeel van een versnelde tijd: morgen ben je al iemand anders.
Maar ook dan is soms een derde paar ogen nodig: mijn tweede stuk in deze reeks begon ik met het corrigeren van de laatste alinea van het eerste stuk. Dit derde en laatste deel besluit ik door hetzelfde te doen met het slot van mijn tweede stuk. Van die alinea heeft de houder van het rode potlood iets anders gemaakt dan ik had geschreven: in mijn versie was dit gewoon een laatste alinea, maar in de gepubliceerde vorm is het een Nawoord geworden. Daar is een goede reden voor: in mijn vorige stuk had ik het over hoe cruciaal de opbouw is van een tekst. Maar die laatste alinea paste helemaal niet in mijn tekst en begon over iets heel anders, zonder dat ik duidelijk maakte wat dit te maken had met de rest van het verhaal. De persoon (mvx) met het rode potlood had gelijk. Zoals bijna altijd.
Lees hier deel 1 en hier deel 2 van dit essay.
Kwintessens
Geert Lernout is professor emeritus aan de Universiteit van Antwerpen waar hij Engelse en vergelijkende literatuur doceerde. Hij publiceerde in het Engels over het werk van James Joyce en in het Nederlands over de geschiedenis van het boek, over Bachs Goldberg Variaties, over openbaringsgodsdiensten en Amerikaanse religie.
_Geert Lernout -
Meer van Geert Lernout

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws