2 juni 2023
Het tellen van de dagen
Fernando Aramburu is een Spaans-Baskische schrijver die in Duitsland woont. Hij is niet aan zijn proefstuk toe. Zijn internationale bestseller ‘Patria’ ging alleen al in Spanje 1,5 miljoen keer over de toonbank en werd in 30 talen vertaald. In die roman over Baskenland bracht hij op pijnlijke manier naar boven wat terrorisme doet voor de twee families in het verhaal. ‘Pijnlijk om lezen’, verklaarden sommigen.
Welnu, in Het tellen van de dagen, een stevige turf van 638 blz., gooit hij het over een totaal andere boeg. Toni is een jonge vijftiger, uitgebluste leraar filosofie in een middelbare school in Madrid. Na een traumatisch jeugd onder het bewind van een tirannieke, dranklustige schuinsmarcheerder als vader, zelf docent aan de universiteit, verlaat hij snel het ouderlijk dak. Zijn gehate corpulente broer Raúl, lieveling van mama, trouwt het juiste meisje, krijgt de juiste kinderen en is voortdurend het mikpunt van de spot van Toni.
‘Spanje is geen land voor filosofen. Het is er simpelweg te warm. Spanje is een land van stranden, kroegen en volksfeesten. En hij omschreef de wijsbegeerte als een bezigheid voor verbitterde kluizenaars, bewoners van donkere landen.’
Gregorio, docent wijsbegeerte en vader van Toni
De jonge Toni beleeft een vluchtige romance met lelijke eendje Águeda maar laat haar genadeloos vallen als blijkt dat ze door een pijnlijk vaginisme niet in staat is om hem te bevredigen. Hij kiest voor Amalia, een bloedmooie intelligente radiopresentatrice en krijgt er meteen een schoonvader bij die melancholisch doet over het Franco regime. Het komt heel voorspelbaar tot een breuk met vechtscheiding en de twee kunnen elkaar voortaan niet meer luchten. Er is ondertussen een zoon Nikita die uitblinkt door luiheid en zich voortdurend in de nesten werkt. Komt daarenboven en tijdens de scheiding nog bij dat Amalia plots een relatie begint met Olga. Ze is naar eigen zeggen biseksueel en dat thema komt goed van pas in haar volgende radioprogramma.
Toni moet het allemaal lijdzaam ondergaan en neemt een drastisch besluit. Hij zal zelf de datum van zijn eigen dood bepalen en in de voorafgaande maanden een dagboek bijhouden. Zijn metgezellen in dit macaber verhaal zijn de hond Pepa die hem op zijn dagelijkse wandelingen doorheen Madrid vergezelt en de frauduleuze makelaar ‘Kunstpoot’ die tijdens de bomaanslag op het station een voet verloor. Die cafémaat maakt hij deelachtig aan zijn plannen die meteen besluit om het ook te doen, zelfdoding. Sterker nog, hij bezorgt Toni zelfs het vergif.
Ondertussen gaan het jaar en de seizoenen langzaam voorbij en krijg je in die notities een goed beeld van de getormenteerde mens achter Toni. Je bent getuige van enkele vluchtige onfrisse ontmoetingen met sekswerkers, een sekspop Tina in zijn bed en heel veel misprijzen voor alles en iedereen maar vooral het saaie leven dat hij weldra bewust zal achter zich laten. Maar, plots is daar een ouder geworden Águeda terug met een trieste zieke hond genaamd… ‘Toni’!
Niet echt mijn ding, armdikke romans vol zelfbeklag, weemoed en zelfs suïcide maar toch heb ik deze turf met heel veel voldoening en bijna ononderbroken doorgelezen. Bijna bangelijk en ook al beweert Aramburu in een interview in het tijdschrift ‘Espanje’ het tegendeel, is dit mijns inziens geen fictief autobiografisch verhaal maar de harde werkelijkheid. De schrijver in dit boek en hoofdrolspeler Toni zal bij iedere lezer herkenbare situaties naar boven halen waar die liever niet aan wordt herinnerd. Een traumatische jeugd, een vechtscheiding, een verkeerde jobkeuze, seksuele frustraties of asociaal gedrag; van alles wat Toni overkomt vinden we wel iets terug in onszelf en onze levensloop. Ik heb dikwijls het boek eventjes aan de kant gelegd om te bekomen en vooral te hopen dat het uiteindelijk toch nog goed zou komen met Toni en… mezelf!
Niet allemaal kommer en kwel maar ook boeiend om heel herkenbaar samen met Toni en Pepa door de straten en pleintjes van Madrid te kuieren. De Gran Via, het Retiro park en de plaza Cibeles, ik was er ooit ook en heb er wellicht verschillende hopeloze mensen zoals Toni gekruist. Het tellen van de dagen is dus ook Madrid: de kroegen, de voorbijgangers en de plaatselijke marktjes met daarboven de gierzwaluwen die nota bene voortdurend terugkomen in dit meesterwerk met Spaanse titel: Los vencejos (de gierzwaluwen).
Hoe het uiteindelijk afloopt met Kunstpoot, Águeda, pop Tina, Pepa en vooral Toni laat ik aan de geduldige lezer (638 blz.!). Het blijft ook een raadsel wie voortdurend en anoniem die beschuldigende briefjes in de postbus van Toni stopt. De schrijver van die briefjes, verwensingen en beledigingen blijft onbekend. Misschien Toni zelf? Ergens lijkt me dit verdacht veel op de commentaren van het koor in een of ander stuk van Sophocles. Het tellen van de dagen: een modern Grieks drama in een Spaans jasje van Cervantes? Toni: Don Quichot?
Michel Ackaert
Michel Ackaert
Oorspronkelijke titel: Los vencejos
Vertaler: Hendrik Hutter
Meer van Michel Ackaert
Vertaler: Hendrik Hutter