Paul Goossens
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 2063 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

4 juni 2023 De ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis.
Autoloze zondag. 1973. Ik rij met mijn rolschaatsen op de N48, me er nauwelijks van bewust wat de achterliggende reden is dat ik zonder gevaar, wanneer ik zou willen, tot in Ronse kan rijden. Ja, er was een tekort aan olie. Verder ging mijn kennis niet. Het was vooral superspannend en plezant. Dit beeld en veel andere beelden buitelen vanuit verre hoeken van mijn geheugen naar de voorgrond bij het lezen van de wereldgebeurtenissen die plaatsvonden tijdens mijn leven.
Hoe ouder ik werd, hoe meer mijn werkelijk weten groeide, maar niettemin komt er inderdaad een “verborgen” geschiedenis naar boven bij de lectuur van deze uitgave. Het vijfhonderdvijftig pagina’s tellende boek van Paul Goossens levert de lezer een schat aan achtergrondinformatie. Mechanismen worden blootgelegd, weinig opbeurende analyses voorgeschoteld, verbazingwekkende verhalen onderbouwd gepresenteerd. U had al veel gehoord en gelezen, maar waar hing nu die klepel? Na dit boek weet u het.
Maar komt de auteur ook met oplossingen, vroegen sommigen - de enen hoopvol, anderen eerder sceptisch - die wisten dat ik het boek aan het lezen was? Ja, die zijn er. De oplossingen zijn niet nieuw, maar reeds lang gekend, alleen: ‘the powers that be’ moeten ze willen uitvoeren.
Het gaat niét over het levensgrote klimaatprobleem dat pal in het midden staat van de kamer die wereld heet, daar wil of kan de Leuvense oud-studentenleider zich niet aan wagen, geeft hij zelf aan. De lezer kan niettemin tussen de regels lezen dat in het omkeren van ‘greed is good’ een begin van een  oplossing misschien wel voorhanden is. En niet enkel tussen de regels.  ‘[…] De recente energieprijzen en de inflatie die landen aan de rand van een sociale en economische ontwrichting brachten, regeringen deden panikeren en begrotingen opnieuw naar de rand van de afgrond duwden, het had anders gekund’. Indien Europa tien jaar vroeger op duurzame energie had ingezet was de Unie onvergelijkbaar beter gewapend geweest om de geopolitieke chantage te counteren, aldus Goossens. Het had eveneens anders gekund indien de macht van de financiële markten was ingesnoerd en er tijdig was ingegrepen om de kredietlawine in te dijken en de hakbijl te zetten in de wildgroei van de vrijgevochten kapitaalmarkten. Goossens, econoom van opleiding, redeneert verder: pas als de financiële markten gekortwiekt worden, kan de ongelijkheidsmachine worden afgeremd en misschien ontmanteld.
De uitgave bestaat uit drie grote delen en omvat niet alleen de Europese geschiedenis zoal de titel laat uitschijnen. Het tweede deel gaat namelijk zo goed als volledig over ‘Amerika en de sloop van de gelijkheid’. De drie delen worden voorafgegaan door een sprekende tekening van cartoonist Gal.
In het eerste deel beschrijft de auteur én columnist bij De Standaard de ‘Gelijkheid met vallen en opstaan’. Eerder de ongelijkheid dus. Die was even het laagst tijdens de ‘trente glorieuses’ tussen pakweg ’50 en ’80, zoals we al weten uit de boeken van Thomas Piketty. Goossens stelt dat ‘sedert  Piketty en co de concentratie van rijkdom steeds preciezer in beeld brachten en de ontkenning ervan elke geloofwaardigheid mist, de verdedigers van ongelijkheid het over een andere boeg gooien’. Hij hekelt hiermee de aanhangers van de stelling dat de kloof tussen arm en rijk er niet toe doet. De ‘ongelijkheid is geen probleem-verdedigers’ negeren straal het OESO-rapport dat stelt dat ongelijkheid de sociale cohesie ondermijnt en op lange termijn de groei. Om dat rapport te staven geeft Paul Goossens mee dat de economen Jonathan Ostry, Prakash Loungani en Andrew Berg in 2019 opnieuw overtuigend aangetoond hebben dat veel inkomensongelijkheid de groei niet stimuleert, wel afremt. Toen ze hun boek Confronting Inequality. How Societies Can Choose Inclusive Growth publiceerden stonden ze op de payroll van het IMF, geen detail.
In het tweede deel kom je te weten hoe financiële ingenieurs een nieuwe economische orde neerpootten. ‘Daarin was geen sprake van tegenmacht, marktmacht en helemaal niet van vakbonden, wel van privatisering, minimale overheid, minder regulering en belastingen. Voor de financiële conquistadores was het pure terreinwinst ten koste van de tegenspeler, arbeid’. Resultaat daarvan is niets minder dan structurele ongelijkheid. In dit deel vind je ook de enige grafiek, maar wel een héél onthullende. Zo onthullend dat volgens de schrijver heel veel mainstream economen deze grafiek straal negeren. De reden: hij toont overduidelijk dat syndicalisme een uitstekende remedie is tegen een van de grootste kwalen van deze tijd nl. extreme ongelijkheid. ‘Nochtans is de vakbond nog steeds de kop van Jut voor veel van wat fout loopt in ons land’. Niet zelden krijgt het dwarse volk in groene, rode of blauwe hesjes er de schuld van, aldus oud- journalist Goossens. Buffet en Bezos kunnen rustig hun gang gaan en als u nieuwsgierig bent naar wat David Bowie nog meer deed dan songs schrijven en van look veranderen, lezen maar.
Oud-hoofdredacteur Goossens eindigt met ‘De gemiste focus van de Europese Unie’. Europa blijkt geen eenheid te zijn maar een verzameling van soevereine staten. Dit derde deel biedt een heel kritische blik op het concept Europa en vooral dan het financiële deel van het verhaal. Het is het meest boeiende en verhelderende deel van de uitgave, maar tegelijkertijd ook het deel waaruit blijkt dat beweren dat het een boek is voor het grote publiek een al te optimistische visie is. Hier en daar bleef ik al eens haperen. Wie er hier zeer vlot doorgaat is ongetwijfeld een zeer geoefende, geïnformeerde intelligente lezer. En nu ik toch de muggenzifterij aan het beoefenen ben, de chronologie wordt niet altijd gevolgd, wat meebracht dat er soms wat onduidelijkheid was, zeker wanneer er jaartallen ontbreken. Goossens schrijft niettemin bloemrijker dan Piketty, en net daardoor is het indringender. Het is goed geschreven met soms een licht cynische ondertoon. Was ik eindredacteur geweest dan had ik niettemin een aantal ‘beschrijvingen’ absoluut niet laten passeren en zeker laten redigeren. Het doet wat afbreuk aan het belangrijke boek. Maar ik verval alweer in muggenziften, die kleine smetjes vallen totaal in het niets bij de laakbare praktijken van degenen met macht. Ik schrijf het graag nog eens: het is een belangrijk boek.
Een paar vaststellingen borrelen regelmatig automatisch naar boven. Wanneer degenen met macht toegevingen doen of maatregelen nemen die ten goede komen aan ‘de massa’, welke groep dat ook mag zijn, dan is dat altijd en steevast doordat het inzicht er is dat het niet anders kan, omdat ze anders hun eigen royale ruiten uitsmijten, omdat ze anders in hun eigen vel zouden snijden. Dus absoluut niet vanuit een altruïstische bui. Ten tweede is er het ‘niets nieuws onder de zon-feit’ dat het enige doel altijd en altijd winst, winst en winst is. En ook blijkt dat politiek op een paar gebieden moet buigen voor het geld, de markt heeft voorrang, de politiek heeft soms enkel een bijrol.
Paul Goossens draagt zijn magnum opus op aan zijn kleinkinderen. ‘Mijn generatie had hen een wereld moeten nalaten die veiliger, rechtvaardiger, dus gelijker is.’ Dat die niet meteen werkelijkheid wordt blijkt uit zijn epiloog waarin hij het heeft over de pandemie en de oorlog in Europa, en de daardoor weer stijgende armoede. Over het verdienmodel dat zijn weg vond naar de gezondheidszorg, het onderwijs en de dienstverlening. Over het afbreken van een ‘embedded’ kapitalisme. En over de vaststelling dat het na crisissen meestal weer ‘business as usual’ wordt.
1973. Er kwam een eind aan de roes van de golden sixties. Olieboycot door de Arabische landen. De economische groei stokte, inflatie en werkloosheid piekten en hele industrietakken kwamen in nood. Autoloze zondag. Ik reed op mijn rolschaatsen richting Ronse. Onwetend van de feiten hier net boven vermeld. Nu, vele jaren later, bracht dit boek me ‘Een doortimmerde en ontnuchterende analyse, helder, historisch onderbouwd en messcherp. Wat een belangrijk boek’, dixit Hendrik Vos op de achterflap. Ik kan het alleen maar beamen, reden waarom ik hierboven reeds tweemaal de woorden van Vos plagieerde. Belangrijk boek dus. Omdat ook wanneer de oplossingen niet aangewend of uitgevoerd worden, wanneer de woorden enkel op het geduldig papier blijven, je tenminste niet onwetend bent over alle mechanismen.

Sophia De Wolf
Paul Goossens
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies