19 september 2023
Onder de Amstel
Stadsvertellingen over Amsterdam met archeologische vondsten van de Noord/Zuidlijn uit Damrak en Rokin
Van 2003 tot 2018 werd een nieuwe metrolijn aangelegd door het centrum van Amsterdam, de Noord/Zuidlijn, wat een uitgebreid archeologisch onderzoek mogelijk maakte. De bouwlocaties Damrak en Rokin waren bijzonder belangrijk aangezien ze toegang verschaften tot een unieke archeologische vindplaats, de oude rivierbedding van de Amstel. De zowat tweehonderdduizend archeologische vondsten, die op deze locaties aangetroffen werden, werpen een licht op de voorwerpen en materialen die door de eeuwen heen in Amsterdam gebruikt werden.
Eenendertig auteurs, variërend van historici, archeologen, conservatoren, materiaaldeskundigen en journalisten, hebben zich over deze vondsten gebogen met honderdenzeven verhalen tot gevolg. Elk verhaal is gebaseerd op een specifieke vondst of groep van vondsten.
Amsterdam is in de 12e eeuw ontstaan uit een nederzetting aan de monding van de Amstel in de IJ, met een directe verbinding naar de Zuiderzee. Deze nederzetting breidde zich uit rond de Amstel. De rivier werd steeds intensiever gebruikt, ook om er afval in te storten. Zo bevat de bedding van de Amstel en schat aan historisch afval, afkomstig uit woningen, werkhuizen, kloosters en kerken.
De materiële weerslag van eeuwen bewoning werd duidelijk bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn, die het historische hart van Amsterdam doorkruist van het Centraal Station tot aan de 19e-eeuwse ring. De bouwputten aan het Damrak en het Rokin waren ongeveer 25 meter diep wat de archeologen toeliet terug te gaan in de tijd, zelfs tot de laatste ijstijd, ongeveer tienduizend jaar geleden.
Archeologische vondsten zijn dragers van verhalen. Zo hebben zij de verschillende auteurs geïnspireerd tot honderdenzeven verhalen over een vondst of een groep van vondsten. Het werk is chronologisch opgebouwd van de 14e eeuw tot heden, een reis door de tijd. Zo vernemen we welke bouwmaterialen doorheen de tijd gebruikt werden, met welke wapens de burgers zich verdedigden, met welk speelgoed de kinderen zich vermaakten, hoe de huizen ingericht waren en met welke keukenspullen de huisvrouwen het dagelijks voedsel bereidden.
De voorwerpen worden niet alleen beschreven, zoveel als mogelijk wordt ook uitgelegd hoe ze vervaardigd en gebruikt werden. Vaak wordt er ook een verband gelegd met geschriften waarin de voorwerpen vermeld werden, of met schilderijen, prenten en miniaturen waarop ze afgebeeld staan.
Het werk is rijkelijk voorzien van afbeeldingen van de gevonden voorwerpen, samen met de schilderijen en prenten waarop ze te zien zijn. Zo is het boek een prachtig verzorgde uitgave geworden. Het is een waar genoegen het boek te doorbladeren en mondjesmaat van de verschillende toelichtingen te genieten. Geen boek om in één ruk uit te lezen. Elke bibliofiel zal het een ereplaats geven in zijn bibliotheek, het af en toe ter hand nemen om onder te duiken in de ondergrond van Amsterdam.
De Vlaamse lezer mag zeker niet denken dat het werk enkel de Amsterdammer aanbelangt. Veel gevonden voorwerpen overstijgen de stadsgrenzen. Ze kwamen ook voor in onze gewesten en zijn afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden bij de uittocht naar het noorden na de val van Antwerpen in 1585.
Bij een volgend bezoek aan Amsterdam zal de lezer met andere ogen naar het Damrak en het Rokin kijken. In plaats van drukke straten zal hij er de vroegere Amstel zien vloeien.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens