Jeroen Olyslaegers
Paul Van Aelst
fictie
  • 941 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

2 november 2023 Wil
Louis Paul Boon schreef “Mijn kleine oorlog”. Jeroen Olyslaegers schrijft met “Wil” hier geen vervolg op, maar het is een aanvulling geworden. Een andere zienswijze op hetzelfde thema. Wil(fried) is de hulpagent die zijn verhaal brengt. “Wil” is als een biecht, opgeschreven voor de achterkleinzoon van de hoofdfiguur.
Een verhaal, al vertellend gebracht, uit één stuk. Dikwijls springt het van de hak op de tak. Plaats van verhaal en tijdstip worden bijna nergens nauwkeurig bepaald. Olyslaegers schrijft zoals de oude man vertelt, soms hortend, dan weer snel en vloeiend. Hij gebruikt ook spreektaal, met heel wat Antwerpse en Vlaamse woorden en zinswendingen. Er is nauwelijks structuur in het boek te vinden en een onderverdeling in hoofdstukken ontbreekt. Je moet “gewoon” doorlezen en je onderdompelen in Wils leven. Het is als een monoloog of een lange brief aan een dierbare. Dit alles maakt het verhaal boeiend en geloofwaardig, maar niet gemakkelijk om volgen.
Als je Wil na 333 pagina’s uitgelezen hebt, zit je ermee in je maag. Hoe zou je zelf reageren in situaties zoals deze waarin Wil is terechtgekomen? Is dit een verhaal over lafheid of over zelfbehoud? Van Wil krijg je geen antwoorden. Hij brengt enkel het rauwe verhaal van een politieagent in oorlogstijd.
Strikt genomen is Wil een oorlogsroman. Het verhaal situeert zich tijdens WO II. Antwerpen wordt gewelddadig bezet door de Duitsers. Groot is het wantrouwen tegen diegenen die meeheulen met de bezetter: de zwarten. Zij denken de stad te kunnen opwaarderen en zorgen voor hun eigen profijt door alle joden uit te roeien en werken daarvoor actief mee met de Duitsers. Wils beste vriend is Lode – collega en oude schoolvriend – die zich inzet om de Antwerpse joden te redden en actief is in het verzet: de witten. Daartussen loopt Wil als een jonge man die gekozen heeft om hulpagent te worden om niet verplicht in Duitsland te worden tewerkgesteld. Hij krijgt bevelen van de bezetter waar hij niet akkoord over is, maar die hij uit angst toch uitvoert. Zo wordt hij een “tweezak”, door beide partijen geminacht en niet vertrouwd. Er is voor hem geen wit of zwart meer, alles wordt grijs. Hij doet wat hij denkt te moeten doen om te overleven.
In die vreselijke wereld speelt zich een liefdesverhaal af. Wil wordt verliefd op Yvette, de zuster van Lode. Voor de oorlog hoopte Wil op een doorbraak als dichter. Zijn vroegere leerkracht Frans – Nijdig Baardje – is zijn artistieke mentor. Deze wil juist alle joden zo snel mogelijk vernietigen. Tussen deze verschillende werelden schippert Wil. Hij probeert niet meer of niet minder dan te overleven.
Als het boek begint is het leven van Wil bijna ten einde. Daarom is het noodzakelijk dat hij nu zijn verhaal kan vertellen. Hij doet dat aan zijn achterkleinzoon. Hij heeft vele vragen over wat hij deed, waarom en hoe. Zijn kleindochter pleegde zelfmoord. Zij neemt een bijzondere rol op in het hele verhaal. Hij kon haar waarderen en is dan ook van de kaart bij haar overlijden. Had hij de zelfmoord moeten weten aankomen of is dit de zoveelste levenssituatie waar je pas achteraf inzicht over verwerft. “De meesten sukkelen ongemoeid naar hun graf,” schrijft Wil. Dat is echter noch voor zijn kleindochter, noch voor hem weggelegd. Zij laat een briefje achter dat hem dodelijk op de waarheid doet terugzien: “Bompa is een smeerlap”. Ook zijn echtgenote is inmiddels overleden, kapot gemaakt door spijt en gestorven door drankmisbruik.
De laatste pagina is als een testament. Olyslaegers maakt er hier een existentialistische roman van. De laatste vraag blijft nadenderen: “Wie zegt dat wij bestaan?”
Wil is een boek met vele vragen en weinig of geen antwoorden. Het geeft je heel wat te denken. Olyslaegers heeft met dit werk terecht vele prijzen gewonnen: de Fintro Literatuurprijs 2017, de F. Bordewijkprijs 2017, de Ultima Prijs 2016, de Confituur Boekhandelsprijs 2017, de Tzum-prijs 2017, de Libris Literatuur Prijs 2017 en werd bekroond met de Inktvinger 2018. In 2023 is het boek verfilmd door Tim Mielants.
Jeroen Olyslaegers is een Vlaamse schrijver en dat zie je in zijn schrijfstijl. Hij gebruikt veel Vlaamse woorden en die spreektaal is een factor die dit boek uniek maakt. De lezer moet moeite doen om in het verhaal te komen dat op het eerste gezicht een onontwarbaar kluwen lijkt. Het is pas achteraf dat de personages tot ontwikkeling komen. Het einde is onverwachts en bruusk. Het roept vertwijfeling op. Het is dan toch een oorlogsroman!

Paul Van Aelst 
Jeroen Olyslaegers
Paul Van Aelst
fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies