Paul Shapiro
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 2325 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

19 juni 2019 Nooit meer slachten. Hoe kweekvlees ons bord en de wereld zal veranderen.
Niet het activisme van de Amerikaanse dierenrechtenbeweging redde eind jaren 1860 arme, in hitte en kou zwoegende paarden uit de straten van de steden (die gedomineerd werden door het geluid van knallende zwepen en geschreeuw). Het waren de inzichten van een uitvinder: de drastische vermindering van paardenleed hebben we te danken aan Henry Ford. Zo ook zal de technologische zoektocht naar het op grote schaal produceren van kweekvlees paal en perk stellen aan het lijden van miljarden dieren in de intensieve veehouderij waarin dieren niet behandeld worden als levende wezens die pijn en stress ervaren, maar slechts als machines die dienen voor de productie van vlees, melk en eieren.
Het is een opmerkelijk weetje dat Paul Shapiro, Amerikaans dierenrechtenactivist en auteur van talrijke publicaties hierover, in zijn boek ’Nooit meer slachten’ zijdelings meegeeft én dat aan het denken zet: als je problemen wil oplossen, ga je dan niet beter voor een carrière op het gebied van technologie, engineering en ondernemerschap in plaats van het tij proberen te keren via je job bij een non-profitorganisatie?

De auteur, zelf veganist, startte zijn onderzoek in 2014 en deed dat door als een van de eersten een stukje kweekvlees te proeven. Meteen kwam de vraag in hem naar boven of vleeseters wel zouden openstaan voor het vlees dat niet meer van een dier komt, maar daarentegen gekweekt is in bedrijven. Nochtans zal dit alternatief broodnodig zijn wil men aan de groeiende behoefte aan vlees kunnen tegemoetkomen. Amerikanen en Europeanen hebben hun vleesgebruik wel verminderd, maar daartegenover staat dat vele Aziaten nu net vlees op het menu zetten.
Tijdens het lange onderzoeks- en productieproces ervan werd reeds gezocht naar de best klinkende naam voor kweekvlees, omdat men al op voorhand wist dat de grootste uitdaging zou zijn het publiek ervan te overtuigen om dit vlees op hun bord te leggen. De initiatiefnemers voelden aan dat het de kunst zou zijn de belangrijkste kritiek “dat het niet natuurlijk is”, te counteren. Mensen hebben immers de foute aanname dat voedsel slechts goed is als het natuurlijk is.
Nochtans heeft kweekvlees vier grote voordelen. De grootste troef is uiteraard dat het komaf maakt met massaal dierenleed. Men kan er bovendien de stijgende behoefte aan vlees van een groeiende bevolking mee opvangen. Het is ook veel milieuvriendelijker door het spectaculair lagere verbruik van water bij de productie. En, tenslotte, qua voedselveiligheid spant het de kroon: het vlees is veel puurder doordat het niet besmet is met groeihormonen, pesticiden, E.colibacteriën (EHEC), salmonella, campylobacter of voedingsadditieven.
Alles pleit dus in het voordeel van kweekvlees. Echter, niet de kosten, noch de technologie zullen het probleem zijn, maar de consument. Die zal goed geïnformeerd moeten worden.

Belangrijke bijkomende troef is dat het gekweekte vlees magerder en eiwitrijker is en  minder verzadigde vetten bevat dan zijn dierlijke tegenhanger. Dit argument, naast natuurlijk het dierenleed, was de voornaamste drijfveer van de bekende Amerikaanse cardioloog én vegetariër Uma Valeti om zijn bloeiende artsenpraktijk stop te zetten en zich te concentreren op het verder helpen ontwikkelen van het kweekvlees - vlees dat vertrekt van dierlijke cellen en dan vervolgens doorgroeit. Hij wist immers als geen ander dat een vleesrijk eetpatroon een van de oorzaken is van hartfalen, doodsoorzaak nummer één bij Amerikanen.
‘We leren bang te zijn voor terrorisme en geweld, maar in werkelijkheid ligt het grootste gevaar dat ons bedreigt op ons bord’ (Uma Valeti)
Deze uitgave verhaalt van technologisch naaldje tot commercieel draadje hoe het hele proces van de zoektocht naar kwalitatief kweekvlees verlopen is en op welke manier gedreven idealisten op de verschillende fronten tewerk zijn gegaan, vanaf het prille begin tot vandaag. Nadeel is dat de auteur regelmatig in herhaling valt en dat de overdaad aan minutieuze informatie af en toe verveelt. Het gevaar loert daardoor om de hoek dat lezers zullen afhaken. Wat jammer zou zijn, want het is een evolutie die - indien het een succes wordt - één van de belangrijkste troeven vormt in de strijd tegen klimaatverandering. Een beknopter boek was in dat opzicht een betere zet geweest.
Ook omdat de laatste hoofdstukken duidelijk maken dat dieren misschien nog het meest lijden doordat we tevens gretige afnemers zijn van melk, eieren, kaas. Het is bijgevolg van nut dat consumenten zich bewust worden van de dieronvriendelijke processen die ook dáárachter schuilgaan. Het boek (uit)lezen kan dus zeker bijdragen tot gedragswijziging en bewuste lezers ertoe aanzetten om alvast het eigen vlees- en zuivelproductenverbruik te minderen.
Wanneer de consument het kweekvlees effectief in zijn winkelmandje zal kunnen leggen is nog niet echt duidelijk. Het hele proces is er eentje van lange adem, de kiem werd reeds gelegd in 1999 door de Nederlander Willem van Eelen (1923-2015). In zijn voetsporen hebben innovatieve ondernemers, gemotiveerde wetenschappers en gedreven dierenrechtenactivisten de spreekwoordelijke koe bij de horens gevat. Dankzij hun betrokkenheid bij milieu en dier, hun enthousiasme en hun economisch en technologisch onderzoek, wordt de echte koe en haar gevleugelde lotgenoten (want vergeten we niet het nóg verschrikkelijkere leven van miljarden kippen en kalkoenen in megastallen) in de hopelijk nabije toekomst gevrijwaard van het onethisch uitbuiten door de mens. Om uiteindelijk idealiter het doel te bereiken dat Henry Ford bewerkstelligde: hij verving niet zomaar een paar paarden in de straten. Hij maakte ze allemaal overbodig.
Paul Shapiro
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies