20 maart 2023
Vensters en verbintenissen
Studies over Breytenbach en de Lage Landen
Beschouwingen bij twee boekpublicaties: Breyvier. Over taal, burgerschap en Breytenbach en Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands.
Academisch eerbetoon in Gent
In 2014 ontving Breyten Breytenbach de titel van doctor honoris causa van de Universiteit Gent. Naar aanleiding van de academische onderscheiding organiseerde het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika een internationaal en druk bijgewoond symposium “die taal se stiltes” gewijd aan het werk van Breytenbach. Het wetenschappelijk congres was aanleiding om deze onderzoeksgroep te introduceren, nadat de collega’s in Gent eerst ieder jaar een week van het Afrikaans organiseerden. Het seminarie was een voortzetting van wat Luc Renders en echtgenote gedurende tien jaar aan de Universiteit Hasselt in goede banen hebben geleid.
In 2014 ontving Breyten Breytenbach de titel van doctor honoris causa van de Universiteit Gent. Naar aanleiding van de academische onderscheiding organiseerde het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika een internationaal en druk bijgewoond symposium “die taal se stiltes” gewijd aan het werk van Breytenbach. Het wetenschappelijk congres was aanleiding om deze onderzoeksgroep te introduceren, nadat de collega’s in Gent eerst ieder jaar een week van het Afrikaans organiseerden. Het seminarie was een voortzetting van wat Luc Renders en echtgenote gedurende tien jaar aan de Universiteit Hasselt in goede banen hebben geleid.
DHC Breyten Breytenbach 2014, Copyright Universiteit Gent
Transnationaal vergelijkend onderzoek
Sinds de feestelijke avond in de Aula van Gent richt ik mij in het vergelijkend letterkundig onderzoek op de beeldvorming van Breytenbachs werk in de Lage Landen. Ik verzamelde academische opstellen, soms in co-auteurschap, in Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen). Tijdens mijn sabbatical in 2022, toen Alfred Schaffer in Gent de onderwijsopdracht overnam, kreeg ik de gelegenheid onderzoek te verrichten in bibliotheken en archiefinstellingen in Zuid-Afrika. Notities en nieuwe bevindingen zijn uitgewerkt in twintig essays in Breyvier. Over taal, burgerschap en Breytenbach (Skribis, Gent). Het eerste deel, getiteld “Marginalia”, bevat dertien hoofdstukken die de al uitgebreide Breytenbach-studie vanuit een internationaal perspectief verder verruimen.
Er is in het werkschrift Breyvier, op het achterplat aangeduid als “apocrief breviarium” of dus carnet, ook aandacht voor onder meer het debat over het Afrikaans, de perspectieven van het dertigjarige Gorée-instituut (1992-2022), voor “rebranding” en “look activism” in het discours van Ronelda Kamfer, voor Antjie Krog, de deconstructie van patriarchale denkpatronen en neoconservatisme, voor Rudy Kousbroek, Henk van Woerden en Herman de Coninck, voor de vertaling van Het verdriet van België van Hugo Claus in het Afrikaans. Vooral Antjie Krog krijgt in delen 2 (“Meertalig burgerschap”) en 3 (“Omtrent Claus, De Coninck en Krog”) veel aandacht – meteen de brug naar een volgend boek dat ik voorbereid over Krog en de Lage Landen.
Sinds de feestelijke avond in de Aula van Gent richt ik mij in het vergelijkend letterkundig onderzoek op de beeldvorming van Breytenbachs werk in de Lage Landen. Ik verzamelde academische opstellen, soms in co-auteurschap, in Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen). Tijdens mijn sabbatical in 2022, toen Alfred Schaffer in Gent de onderwijsopdracht overnam, kreeg ik de gelegenheid onderzoek te verrichten in bibliotheken en archiefinstellingen in Zuid-Afrika. Notities en nieuwe bevindingen zijn uitgewerkt in twintig essays in Breyvier. Over taal, burgerschap en Breytenbach (Skribis, Gent). Het eerste deel, getiteld “Marginalia”, bevat dertien hoofdstukken die de al uitgebreide Breytenbach-studie vanuit een internationaal perspectief verder verruimen.
Er is in het werkschrift Breyvier, op het achterplat aangeduid als “apocrief breviarium” of dus carnet, ook aandacht voor onder meer het debat over het Afrikaans, de perspectieven van het dertigjarige Gorée-instituut (1992-2022), voor “rebranding” en “look activism” in het discours van Ronelda Kamfer, voor Antjie Krog, de deconstructie van patriarchale denkpatronen en neoconservatisme, voor Rudy Kousbroek, Henk van Woerden en Herman de Coninck, voor de vertaling van Het verdriet van België van Hugo Claus in het Afrikaans. Vooral Antjie Krog krijgt in delen 2 (“Meertalig burgerschap”) en 3 (“Omtrent Claus, De Coninck en Krog”) veel aandacht – meteen de brug naar een volgend boek dat ik voorbereid over Krog en de Lage Landen.
In de meer academische opstellenbundel Kwintet zijn artikels gebundeld over contacten tussen Breytenbach en Nederlandse en Vlaamse schrijvers (o.a. Remco Campert, Hugo Claus, Gerrit Komrij, Rutger Kopland, Bert Schierbeek, H.C. ten Berge, Eddy van Vliet) en boekuitgaven door Nederlandse uitgeverijen en bijdragen in Nederlandse en Vlaamse periodieken (Raster, Yang en Revolver). Er is verder aandacht voor Breytenbachs actieve betrokkenheid bij GORIN (Gorée Institute) – onderzoek in samenwerking met Alwyn Roux – en een variantenstudie van Die windvanger-De windvanger-The Windcatcher (Breytenbachs lyriek in drie taalgebieden). In het eerste deel van Breyvier zijn ten opzichte van of bij wijze van annotaties bij grondiger werkstukken aanvullende notities opgenomen over Breytenbach in het transnationale domein. Beide boeken zijn communicerende vaten: ze staan in een dialoogverhouding.
De lezer van Breyvier en Kwintet verneemt een en ander over literaire netwerken en vriendschappelijke contacten, over taalopvattingen en mens- en wereldbeeld van Breytenbach. De nadruk ligt telkens op een specifieke lezing van Breytenbachs werk in de Lage Landen, die uit de aard der zaak langs andere lijnen loopt dan in Zuid-Afrika.
De lezer van Breyvier en Kwintet verneemt een en ander over literaire netwerken en vriendschappelijke contacten, over taalopvattingen en mens- en wereldbeeld van Breytenbach. De nadruk ligt telkens op een specifieke lezing van Breytenbachs werk in de Lage Landen, die uit de aard der zaak langs andere lijnen loopt dan in Zuid-Afrika.
Dubbeltalent
Breytenbach is een dubbelkunstenaar: naast het literaire werk gaat het in mijn beschouwende teksten, zowel academische artikelen als kanttekeningen, over schilderwerk. De coverafbeelding van beide boeken is ontleend aan het recente schilderkunstige oeuvre van Breytenbach. Komende week in een uitgebreid interview van Willem de Vries zeg ik méér over de keuze van de grafische werken. De schilderkunst is niet zonder belang: literatuur en beeldend werk van Breytenbach haken in elkaar. Het eerste publieke optreden in Nederland was als schilder Juan Breyten in een galerie in Arnhem, kort daarna bij Galerie Espace in Amsterdam. Het was in het jaar van het Zuid-Afrikaanse dubbeldebuut met Die ysterkoei moet sweet en Katastrofes (1964). In die tijd publiceerde Breytenbach trouwens ook in Yang, een Gents literair periodiek. Ik breng naast de receptie in Nederland, beschreven door Jaap Goedegebuure, Annemiek Recourt en Erik Van den Berg, ook de receptie in Vlaanderen in beeld.
Breytenbach is een dubbelkunstenaar: naast het literaire werk gaat het in mijn beschouwende teksten, zowel academische artikelen als kanttekeningen, over schilderwerk. De coverafbeelding van beide boeken is ontleend aan het recente schilderkunstige oeuvre van Breytenbach. Komende week in een uitgebreid interview van Willem de Vries zeg ik méér over de keuze van de grafische werken. De schilderkunst is niet zonder belang: literatuur en beeldend werk van Breytenbach haken in elkaar. Het eerste publieke optreden in Nederland was als schilder Juan Breyten in een galerie in Arnhem, kort daarna bij Galerie Espace in Amsterdam. Het was in het jaar van het Zuid-Afrikaanse dubbeldebuut met Die ysterkoei moet sweet en Katastrofes (1964). In die tijd publiceerde Breytenbach trouwens ook in Yang, een Gents literair periodiek. Ik breng naast de receptie in Nederland, beschreven door Jaap Goedegebuure, Annemiek Recourt en Erik Van den Berg, ook de receptie in Vlaanderen in beeld.
Raakvlakken en verschillen
In beide boeken gaat het dus specifiek over de beeldvorming van het oeuvre van Breytenbach in Nederland en Vlaanderen. In het Nederlandse taalgebied zijn er overeenkomsten en ook wel verschillen in de kritische ontvangst van Breytenbachs literaire werk. Immers, beide literaire systemen in de Lage Landen zijn anders cultureel ingebed, weer helemaal anders dan in het Afrikaans in Zuid-Afrika. In Nederland was de boycot van het apartheidsregime strijdvaardiger, beter gestructureerd en historisch compleet anders bepaald dan in België, hoewel er ook in Vlaanderen organisaties en schrijvers waren die zich aansloten bij de antiapartheidsbeweging.
In beide boeken gaat het dus specifiek over de beeldvorming van het oeuvre van Breytenbach in Nederland en Vlaanderen. In het Nederlandse taalgebied zijn er overeenkomsten en ook wel verschillen in de kritische ontvangst van Breytenbachs literaire werk. Immers, beide literaire systemen in de Lage Landen zijn anders cultureel ingebed, weer helemaal anders dan in het Afrikaans in Zuid-Afrika. In Nederland was de boycot van het apartheidsregime strijdvaardiger, beter gestructureerd en historisch compleet anders bepaald dan in België, hoewel er ook in Vlaanderen organisaties en schrijvers waren die zich aansloten bij de antiapartheidsbeweging.
Beyond Kwintet en Breyvier
Over een paar weken is de uitgave van Kwintet gepland. Het boek omvat 430 bladzijden en beschouw ik als het resultaat van het wetenschappelijk Breytenbach-onderzoek van de voorbije jaren. Breyvier zie ik als een satellietboek: met onderzoek flankerende beschouwende bijdragen en bibliografische notities. De boeken zijn complementair opgevat: eerst Kwintet, dan de Breyvier-essays die hieruit zijn ontsproten en aanzetten bevatten voor voortgezet onderzoek als een onderdeel van de transnationale letterkunde. Het onderzoek kent geen einde. Thans richt ik mij onder meer op de toneeltekst Will of a Rebel over de politieke activist Breytenbach, meer bepaald een samenwerking tussen regisseur William Kentridge en de schrijvers Ari Sitas en Hanchen Koornhof. Van de toneeltekst is een bescheiden uitgave gemaakt, vooral na aanmoediging door Ampie Coetzee, in een oplage van vijftig exemplaren. De tekst is wellicht in 1977 opgevoerd door Junction Avenue Theatre Company in Nunnery Theatre van Wits en Space Theatre in Kaapstad. Met dank voor de informatie aan Anthony Akerman en Temple Hauptfleisch. Ook Okhela, de Franse tak van het ANC in de jaren zeventig en tachtig, is voorwerp van studie. De archiefdocumenten van de Grieks-Egyptische Alexandre Moumbaris, communistische activist en oud-gedetineerde van het apartheidsbewind, geconserveerd in de afdeling Historical Papers Research Archive van Universiteit van die Witwatersrand, leveren interessant onderzoeksmateriaal op. Daarnaast is er de monografie die samen met Alwyn Roux wordt geschreven over de verbeelding van Afrika in de lyriek van Breytenbach en over het Gorée Institute, “Centre pour la Démocratie, le Développement et la Culture en Afrique”.
Over een paar weken is de uitgave van Kwintet gepland. Het boek omvat 430 bladzijden en beschouw ik als het resultaat van het wetenschappelijk Breytenbach-onderzoek van de voorbije jaren. Breyvier zie ik als een satellietboek: met onderzoek flankerende beschouwende bijdragen en bibliografische notities. De boeken zijn complementair opgevat: eerst Kwintet, dan de Breyvier-essays die hieruit zijn ontsproten en aanzetten bevatten voor voortgezet onderzoek als een onderdeel van de transnationale letterkunde. Het onderzoek kent geen einde. Thans richt ik mij onder meer op de toneeltekst Will of a Rebel over de politieke activist Breytenbach, meer bepaald een samenwerking tussen regisseur William Kentridge en de schrijvers Ari Sitas en Hanchen Koornhof. Van de toneeltekst is een bescheiden uitgave gemaakt, vooral na aanmoediging door Ampie Coetzee, in een oplage van vijftig exemplaren. De tekst is wellicht in 1977 opgevoerd door Junction Avenue Theatre Company in Nunnery Theatre van Wits en Space Theatre in Kaapstad. Met dank voor de informatie aan Anthony Akerman en Temple Hauptfleisch. Ook Okhela, de Franse tak van het ANC in de jaren zeventig en tachtig, is voorwerp van studie. De archiefdocumenten van de Grieks-Egyptische Alexandre Moumbaris, communistische activist en oud-gedetineerde van het apartheidsbewind, geconserveerd in de afdeling Historical Papers Research Archive van Universiteit van die Witwatersrand, leveren interessant onderzoeksmateriaal op. Daarnaast is er de monografie die samen met Alwyn Roux wordt geschreven over de verbeelding van Afrika in de lyriek van Breytenbach en over het Gorée Institute, “Centre pour la Démocratie, le Développement et la Culture en Afrique”.
Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands
Overigens heb ik in Kwintet en in Breyvier ook bijdragen opgenomen over andere schrijvers vanuit een soortgelijk vergelijkend standpunt. In Kwintet bundel ik essayistische en literair-historische bijdragen, onder meer over de theaterregisseur Tone Brulin, Guido Gezelle, Keorapetse Kgositsile, Uys Krige, Alfred Schaffer, Bert Schierbeek, Adriaan van Dis: figuren in wat de tussenruimte kan worden genoemd, de transmissiezone of op de brug tussen de taal- en cultuurgebieden van Afrikaans en Nederlands. In Breyvier verzamel ik ook bijdragen over Antjie Krog, zoals over haar ondermijning van intersectionele stereotypen. Krogs lyriek is het onderwerp van een volgende monografie (Academia Press, 2024). In de tussentijd presenteer ik op Voertaal aanzetten van dat boek, en binnenkort een beschouwing over “ageing” in Krogs lyriek waarbij ik de recente bundel Plunder betrek.
Overigens heb ik in Kwintet en in Breyvier ook bijdragen opgenomen over andere schrijvers vanuit een soortgelijk vergelijkend standpunt. In Kwintet bundel ik essayistische en literair-historische bijdragen, onder meer over de theaterregisseur Tone Brulin, Guido Gezelle, Keorapetse Kgositsile, Uys Krige, Alfred Schaffer, Bert Schierbeek, Adriaan van Dis: figuren in wat de tussenruimte kan worden genoemd, de transmissiezone of op de brug tussen de taal- en cultuurgebieden van Afrikaans en Nederlands. In Breyvier verzamel ik ook bijdragen over Antjie Krog, zoals over haar ondermijning van intersectionele stereotypen. Krogs lyriek is het onderwerp van een volgende monografie (Academia Press, 2024). In de tussentijd presenteer ik op Voertaal aanzetten van dat boek, en binnenkort een beschouwing over “ageing” in Krogs lyriek waarbij ik de recente bundel Plunder betrek.
De uitgever van Breyvier is Skribis in Gent, uitgeverij W∞lf geeft Kwintet uit. Eerder verzorgde deze uitgeverij Rakelings (2017, 2018 [tweede druk]), een omvangrijke opstellenbundel die ik samenstelde ter gelegenheid van de oprichting van de Gentse Leerstoel Zuid-Afrika: Talen, Literaturen, Cultuur en Maatschappij. De boeken kunnen voor belangstellende lezers in Zuid-Afrika en in de Lage Landen worden besteld op de website van beide uitgeverijen.
Kwintet bevat bijdragen in het Nederlands, ook een hoofdstuk in het Afrikaans en een tekst in het Engels. Het is een voorbeeld van de meertaligheid waarin het onderzoek plaatsvindt en wordt gearticuleerd (zie Breyvier). Er zijn momenteel nog geen plannen voor een vertaling in het Afrikaans. In ieder geval tracht ik met beide boeken (bibliografische) gegevens toe te voegen aan het grondige onderzoek dat door onderzoekers in Zuid-Afrika wordt ondernomen, onder anderen Francis Galloway, Louise Viljoen, Hein Viljoen, Helize van Vuuren en Alwyn Roux. Voor de studie van Breytenbach in het transnationale perspectief zijn de bijdragen in beide boeken aanzetten, contouren en stimuli voor voortgezette studie. Iets vergelijkbaars dient te worden ondernomen over (de beeldvorming van) Breytenbachs werk in het Engelse en Franse taalgebied.
In de media
Op Voertaal verschijnt eerstdaags een tweedelig vraaggesprek door Willem de Vries. Candice Jantjies besteedde aandacht aan Breyvier en Kwintet in Die Burger (11 maart 2023).
Yves T'Sjoen
Op Voertaal verschijnt eerstdaags een tweedelig vraaggesprek door Willem de Vries. Candice Jantjies besteedde aandacht aan Breyvier en Kwintet in Die Burger (11 maart 2023).
Yves T'Sjoen
Nawoord
Op woensdag 22 maart organiseert Samespraak een onderhoud: Prof Alwyn Roux (Unisa) treedt over beide boekuitgaven in gesprek met Prof Yves T’Sjoen (Universiteit Gent/Universiteit Stellenbosch). Dat gesprek kan men hier volgen.
Meer van Yves T'Sjoen
Op woensdag 22 maart organiseert Samespraak een onderhoud: Prof Alwyn Roux (Unisa) treedt over beide boekuitgaven in gesprek met Prof Yves T’Sjoen (Universiteit Gent/Universiteit Stellenbosch). Dat gesprek kan men hier volgen.