2 juni 2025
Peter Schmidt en Jean Paul Van Bendegem in dialoog over grote en kleine levensvragen
Een katholiek priester en een vrijzinnige filosoof gaan níet in discussie! Integendeel, deze vrienden, de kaap van de zeventig voorbij, denken samen na over de grote en kleine vragen van deze tijd. Ik had reeds ‘Wijs, grijs en puber’ van Jean Paul Van Bendegem in mijn boekenkast en daar waren na de zoveelste uitlening op mysterieuze wijze enkele belangrijke bladzijden uit verdwenen. Ik hoop en vermoed dat de dief er iets aan heeft gehad. Ook dit laatste boek zal ik met plezier delen met eenieder die erom vraagt. Mis ik pagina’s nadien dan weet ik nu waarom. Het zij de snoodaard vrijzinnig vergeven!
Er is de bekende uitspraak van Jean-Paul Sartre, “L’enfer, c’est les autres”. Ik voeg daar graag aan toe: “mais le ciel aussi”.
Jean Paul Van Bendegem
Dit opmerkelijk dialoogboekje haal je boven als iedereen in de wachtzaal van de tandarts, op het perron of in de bus weeral zwijgend, eenzaam en met gebogen hoofd naar zijn mobieltje staart. Openlijk vrijmetselaar, emeritus professor en filosoof van de wiskunde verrast Jan Paul Van Bendegem me keer op keer met zijn snedige overpeinzingen, waarheden en uitzonderlijke humor. Zijn tegenspreker in dit boek, docent exegese, theoloog en priester Peter Schmidt boeide me ook meteen. Tegenspreken is verkeerd gekozen want de twee mannen voeren vooral een amicaal gesprek over thema’s zoals zichzelf, taal, klimaat en hoop. In die gesprekken voel je heel veel respect voor elkaar. Meermaals herken ik weeral de guitige soms ietwat provocerende opmerkingen van Jean Paul Van Bendegem. Peter Schmidt daarentegen, beaamt, vult soms aan of wordt zelf aangevuld. Ik merk bij de vrolijke atheïst en de erudiete priester veel meer gelijkenissen dan tegenstellingen.
“Tegelijk kun je zonder zelfkennis moeilijk een wijze mens zijn, vrees ik. Daar zitten we bij het socratische gnothi seauton, ken jezelf.” (Peter Schmidt)
“Met als bijkomende voorwaarde dat je altijd bereid bent te worden gecorrigeerd en terechtgewezen. Dat vind ik toch ook een belangrijk element.” (Jean Paul Van Bendegem)
“Met als bijkomende voorwaarde dat je altijd bereid bent te worden gecorrigeerd en terechtgewezen. Dat vind ik toch ook een belangrijk element.” (Jean Paul Van Bendegem)
Ze verwijzen tijdens vraag en antwoord constant naar filosofen, denkers, kunstenaars en literatuur. In gelijkaardige werken raak je soms verstrikt in anderstalige quotes en saaie aanhalingen maar niet in dit boekje. Beiden zijn of waren lesgevers en beheersten meesterlijk de vaardigheid om op een eenvoudige manier diepzinnige onderwerpen over te brengen. Nogmaals, ik herken meteen de stijl en vooral humor van Jean Paul Van Bendegem in anekdotes en verrassende weetjes. Zijn tafelgezelschap Peter Schmidt daarentegen blijft niet achter: Henri Matisse krijgt kritiek van een dame die gechoqueerd is door de weinig realistisch voorstelling van zijn vrouwelijke naakten met hun grove lijnen met blauwe en grijze tinten: “Madame, je ne peins pas une femme, je peins un tableau.”
In een volgende gespreksronde: “En aangezien een gelovige en een atheïst samen aan tafel zitten om daarover van gedachten te wisselen, rijst eerst en vooral de vraag: bestaat God?”
“Bestaat God? Wij zeggen allebei hetzelfde: “Ik weet het niet.” Er is volgens mij geen mens in de hele wereld die dat weet.” (Peter Schmidt)
Die vraag komt in dit boek meermaals voor en ik voel bij Jean Paul Van Bendegem een zekere irritatie als hij verhaalt over Rik Torfs. ‘Het doet me denken aan de paar gesprekken die ik had met Rik Torfs, die alle atheïsten – en dus mij ook – steeds weer de vraag voor de voeten werpt hoe ze kunnen weten dat God niet bestaat. Mijn antwoord daarop is: “Ik weet dat niet, net zoals jij zegt dat je niet weet of God wel bestaat.”
“Bestaat God? Wij zeggen allebei hetzelfde: “Ik weet het niet.” Er is volgens mij geen mens in de hele wereld die dat weet.” (Peter Schmidt)
Die vraag komt in dit boek meermaals voor en ik voel bij Jean Paul Van Bendegem een zekere irritatie als hij verhaalt over Rik Torfs. ‘Het doet me denken aan de paar gesprekken die ik had met Rik Torfs, die alle atheïsten – en dus mij ook – steeds weer de vraag voor de voeten werpt hoe ze kunnen weten dat God niet bestaat. Mijn antwoord daarop is: “Ik weet dat niet, net zoals jij zegt dat je niet weet of God wel bestaat.”
In hoofdstuk 4, Het klimaat verandert onze wereld, is de bezorgdheid en angst voor de toekomst bij beide heren voelbaar.
Beiden zijn (klein)kinderloos maar dat belette Jean Paul Van Bendegem niet om zich in te zetten voor ‘Grootouders voor het Klimaat’. De ondergang van de Titanic als metafoor voor de catastrofe die we bewust tegemoet gaan en niks doen is treffend. De democratie die we zo koesteren is in hun ogen zelfs een spelbreker om meteen tot een beredeneerde oplossing te komen. Snel wisselende regeringen en politiekers voor korte tijd zijn altijd op hun hoede en nemen meestal beslissingen waar ze bij een volgende verkiezing niet op kunnen afgerekend worden. Je wordt niet echt vrolijk van dit hoofdstuk.
Beiden zijn (klein)kinderloos maar dat belette Jean Paul Van Bendegem niet om zich in te zetten voor ‘Grootouders voor het Klimaat’. De ondergang van de Titanic als metafoor voor de catastrofe die we bewust tegemoet gaan en niks doen is treffend. De democratie die we zo koesteren is in hun ogen zelfs een spelbreker om meteen tot een beredeneerde oplossing te komen. Snel wisselende regeringen en politiekers voor korte tijd zijn altijd op hun hoede en nemen meestal beslissingen waar ze bij een volgende verkiezing niet op kunnen afgerekend worden. Je wordt niet echt vrolijk van dit hoofdstuk.
Juist daarom ga ik meteen naar hoofdstuk 5 Wat mogen we hopen?
“Er zijn echt mensen die zich altruïstisch gedragen zonder enig egoïstisch motief, tegen de typische overtuiging van Dawkins dat er in altruïsme altijd egoïstische motieven meespelen – zijn idee van The Selfish Gene”. Daar houdt het niet op want: “Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.” (JPVB)
“Er zijn echt mensen die zich altruïstisch gedragen zonder enig egoïstisch motief, tegen de typische overtuiging van Dawkins dat er in altruïsme altijd egoïstische motieven meespelen – zijn idee van The Selfish Gene”. Daar houdt het niet op want: “Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.” (JPVB)
Denken en zoeken doe je zeker als je dit boekje leest, maar niet alleen. “Dat is een van de redenen waarom de vrijmetselarij voor mij belangrijk is, omdat het daar gaat over verbondenheid, samen zoekende zijn.” (JPVB)
Michel Ackaert
Meer van Michel Ackaert
Michel Ackaert