18 december 2025
POST MORTEM - Cases en verhalen uit de praktijk van de bekendste patholoog van Nederland
Dr. Frank van de Goot is betrokken bij vele onderzoeken naar doodsoorzaken en vermissingen. Hij werkte jarenlang voor het Nederlands Forensisch Instituut. Hij werd bekend van het tv-programma ‘Doden liegen niet’. Nu is hij in binnen- en buitenland actief bij het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau.
Om de lezer te waarschuwen voor beschrijvingen die samenhangen met de aard van het werk van klinisch en forensisch patholoog Van de Goot, geef ik een paar zinnen uit het boek weer: “De klassieke y-snede wordt gemaakt met een PM40-mes… dan wordt de punt van het mes in de kin gezet… de huid aan de voorzijde eraf… de buikwand wordt geopend…”
Vanuit mijn interesse voor detectiveverhalen, begon ik aan dit boek. Het is het werk van een forensisch patholoog om na een verdacht overlijden het lichaam van het slachtoffer van binnen en van buiten grondig te onderzoeken, met als doel: de waarheid achterhalen.
In 16 hoofdstukjes ontdekken we pathologie voor leken, waarin Van de Goot bepaalde aspecten van zijn vak beschrijft voor ons, onkundigen op dit gebied. Het eerste hoofdstuk gaat over de Y-snede waaruit ik bovenstaande tekst puurde. Als hij een schedellichting bespreekt of de ontbinding van een lichaam, raad ik aan dat niet tijdens uw lunch te lezen.
Na de technische kant besproken te hebben, gaat hij in 21 hoofdstukken over op voorbeelden waarin hij die methodes moest gebruiken. Omdat hij aan honderden cases heeft gewerkt, heeft hij keuze te over. Hij geeft eerlijk toe dat hij niet alle verdachte overlijdens kon oplossen, maar omdat hij zeer grondig zoekt en niet opgeeft, ontdekt hij soms toch oorzaken die zijn collega’s over het hoofd zagen. Zo vertelt hij dat hij een onderzoeksprogramma met ingegraven varkenspootjes op touw zette, om te weten te komen hoe lang het lijk al onder uitgebaggerde zeegrond lag.
Om de waarheid te achterhalen, heeft hij zelfs twee keer autopsie op een hond toegepast. Hij is ooit de bergen ingetrokken om een vermiste man te zoeken. Nog gekker: hij heeft op vraag van de eigenaar van diens afgezette been een lamp gemaakt. Het zijn dus niet alleen verhalen van slachtoffers en daders die je in dit boek aantreft. Van de Goot heeft een speciaal gevoel voor humor, dat de lectuur - misschien niet ronduit aangenaam - maar toch lichter verteerbaar maakt.
Het boek bevat ook biografische gegevens. Hij ‘bekent’ dat hij een autist is, die veel van zijn mama hield. Hij draagt het boek op aan zijn broer met wie hij als kind gevaarlijke avonturen beleefde, zoals die keer dat ze tunnels groeven in een afgesloten bunker. Op zijn achttiende begon hij totaal onvoorbereid aan een wandeltocht in IJsland. Omdat hij niet wilde opgeven, werd het avontuur hem bijna fataal.
Sébas Diekstra is advocaat van slachtoffers en werkt al tien jaar samen met Van de Goot. Hij schreef het voorwoord, waarin hij stelt dat in een verslag van een leven dat abrupt is geëindigd, gerechtelijke instanties, maar ook de nabestaanden zoeken naar verantwoording. Post mortem laat beide kanten zien.
De sobere zwart-wit tekeningen geven zelden informatie, maar scheppen een bepaalde sfeer, die past bij het – voor leken zoals ik – macabere onderwerp.
Gerda Sterk