Zadie Smith
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 1357 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

12 januari 2021 Overpeinzingen
Het zal kiezen worden. Veel schrijvers zullen tijdens het voorbije speciale jaar hun pen in inkt van het “merk“ Corona gedoopt hebben. Zadie Smith, schrijfster en winnares van literaire prijzen, was er al heel snel bij om dat te doen.
Reeds afgelopen zomer gooide ze haar ‘Overpeinzingen’ over de pandemie op de boekenmarkt. De titel nam ze over van Marcus Aurelius. Ze las zijn overpeinzingen omdat ze handvaten zocht om de wereldwijde ‘oefening in nederigheid’ door te komen.

Stoïcijn werd ze er niet van, het leverde haar wel het inzicht op dat schrijven een manier is om gehoord te worden. Dat doet ze niet voor het eerst, maar deze keer resulteerde haar hersenwerk in zes essays, gebundeld in een boekje in handformaat.
Covid-19 zet ook voor haar alles op zijn kop. Wat ooit noodzakelijk was, lijkt er niet meer toe te doen. Zaken waar nauwelijks waardering en aandacht voor was, blijken van wezensbelang. Persoonlijk zoekt Smith uit wat ze moet doen met het leven dat nu in onversneden vorm wordt opgediend, zonder afleiding of opschik. Ze loopt - voor het eerst of opnieuw - in dat veranderde leven een aantal opvallende figuren tegen het lijf die ze heel treffend en accuraat beschrijft. Myron in de rolstoel, Ben met de sterke handen, de Aziatische man in het park, de jongen in de universiteitsbibliotheek, de vrouw met het hondje. Deze mensen intrigeren haar en ze doen haar even wankelen, maar trekken dan telkens een gedachtenproces op gang. Smith behoort immers niet tot de groep die (gewone) mensen achteloos klasseert. Ze observeert minutieus en verrast met haar scherpzinnige kijk. De schrijfster levert geen oude wijn in nieuwe zakken, ze komt regelmatig heel origineel uit de filosofische hoek.
Het stormt in het hoofd van Zadie Smith. Ze kan het zich permitteren achter te blijven met ‘de nutteloze gedachten van een romanschrijver’. Het maakt immers op economisch, persoonlijk, existentieel, praktisch of in welk opzicht dan ook niets uit als ze een dag niet schrijft, geeft ze toe. Dat het ook heel anders had kunnen lopen, beseft ze maar al te goed. Ze beschrijft het in ‘Toevalligheden’. Wijze en eerlijke Zadie staat met beide voeten op de grond.

Het laatste rake essay ‘Postcriptum: minachting als virus’ is de perfecte kers op dit mini-taartje van slechts honderd pagina’s.
Smith heeft op toch wel intense, diep doorvoelde wijze gehoor gegeven aan het citaat van Marcus Aurelius dat ze op de eerste bladzijde plaatste:

‘Het is zonneklaar dat geen andere rol in het leven zo geschikt is voor het beoefenen van de wijsbegeerte als die waarin je je bevindt.’
Zadie Smith
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies