Geert Schuurmans
Marc De Bock
Non-fictie
  • 2477 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

21 juni 2021 De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt
In ons land leven bijna twee miljoen mensen net boven de armoedegrens. Ze behoren tot wat men gemeenzaam de “lagere middenklasse” noemt. Het zijn de huishoudens met een maandelijks inkomen dat tussen de 60 en de 80 procent van het nationaal mediaan inkomen schommelt.
Deze mensen voeren elke dag een strijd om het einde van de maand te kunnen halen, een strijd die voor de buitenwereld lang niet zichtbaar is. Eén tegenslag is voldoende om hen in echte armoede te duwen. Zij behoren tot een onderbelichte en achtergebleven deel van de samenleving.

De Antwerpse socioloog Geert Schuermans schreef er een boek over: De achterblijvers - Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt. Concreet ging hij in 2020 elke maand praten met Sofie, Eliza, Koen, Amin, Kurt en Cindy. Ze wonen in Denderleeuw, Maasmechelen, Merksplas, Deurne en Houthulst. Ze zijn van beroep medisch assistent, kleuterleidster, zelfstandig klusjesman, rekkenvuller, drukker en poetsvrouw. En zij hebben één ding gemeen: ooit behoorden ze tot de gewone of zelfs hogere middenklasse maar pech en/of de coronacrisis gaven de fatale tik die hen op de maatschappelijke ladder naar beneden deed donderen.
De gesprekken stoelen op vijf thema’s: de waarde van werk, politiek, identiteit, ecologie en veerkracht.  Het hoofdstuk over de waarde van werk herinnert aan het dedain waarmee velen nog steeds op handenarbeid neerkijken, daarbij verwijzend naar het boek De ambachtsman: de mens als maker van de Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett en leert ons over het fenomeen “bullshitjobs”, geïntroduceerd door de Amerikaanse antropoloog David Graeber, om tot de onthutsende conclusie te komen dat “hoe meer je werk voor anderen van nut is, hoe minder je ervoor krijgt” en “meer zelfs, op de een of andere manier wordt de klasse die dingen maakt of mensen verzorgt voortdurend weggerationaliseerd, ze is non-stop onderhevig aan efficiëntieoefeningen en besparingen”.

Ook de verklaring van het verschil in waardering - zowel in loon als prestige - tussen wat de Italiaans-Amerikaans econoom Mariana Mazzucato “de doeners” en “de pakkers” noemt in haar boek De waarde van alles, slaat spijkers met koppen. Deze onthutsende feiten leiden bij de betrokkenen tot boosheid en een gevoel van minderwaardigheid.

De gesprekken over politiek worden beheerst door het wantrouwen tegenover politici, treffend verwoord door Koen: “Wat gaan die mannen voor mij doen?”. Iets milder is Amin: “Nee, het systeem hier is niet perfect, maar jullie weten niet hoe goed jullie het hebben”. Sofie klinkt dan weer bitter en verdrietig: “In dit systeem zijn mensen met mijn profiel gedoemd om achter te blijven”. De gesprekspartners van de auteur verlangen vooral dat de politici naar de stem van het volk luisteren en het nodige doen om het onrecht te keren. Merkwaardig daarbij is hun pleidooi voor een terugkeer naar het dienstbetoon, een ijzersterke manier om het politiek vertrouwen dat vandaag, zeker bij mensen met een lager inkomen, helemaal weg is, te herstellen.
Wanneer Geert Schuermans het met hen heeft over identiteit komen verrassende elementen over racisme, discriminatie en armoede aan bod. Maar bovenal bekent hij bij het schrijven van dit boek geleerd te hebben dat mensen niet één maar vele identiteiten hebben en hen te zien en te aanvaarden in alles wat ze zijn.

Het volgende gespreksonderwerp is het ecologisch vraagstuk waaruit ook hier blijkt dat mensen die net boven of onder de armoedegrens leven harder worden getroffen door de gevolgen van milieuverontreiniging en klimaatverandering. Maar ook dat de kalmerende kracht van de natuur een tegengewicht kan vormen voor het dagelijks gevecht om het hoofd boven water te houden.
Het thema veerkracht belicht de sterke wisselwerking tussen de mentale gezondheid en de sociaaleconomische status van mensen. Zij die het financieel moeilijk hebben, ondervinden vaker psychische problemen en leven in continue ziekmakende spanning. Dit is volstrekt normaal, ware het niet dat veerkracht (het vermogen om zich aan te passen aan stress en tegenslagen) voor politici en bestuurders het grote excuus vormt om de oorzaken van onzekerheid en armoede niet aan te pakken. En zo stelt Geert Schuermans: “De vijf gezinnen die mee dit boek maken, hebben meer veerkracht dan het hele legertje Vlaamse beleidsmakers bij elkaar. Na elke tik die ze krijgen - en dat zijn er veel - krabbelen ze recht en gaan ze weer door”. In het laatste hoofdstuk neemt de auteur afscheid van dit boek en van de zes hele fijne mensen die hij gedurende twaalf maanden mocht leren kennen.

In deze uitgave brengt Geert Schuermans op ontroerende en scherpe wijze in beeld hoe de bodem stilaan onder de lagere middenklasse wegzakt. Met verhalen die we té weinig horen.

Het boek is tevens een harde vingerwijzing naar de traditionele (linkse) partijen die deze maatschappelijke groep effectief in de steek hebben gelaten. Maar bovenal is de auteur erin geslaagd om de juiste houding aan te nemen die het mogelijk maakte dat zes getuigen bereid werden gevonden om bij hem hun hart uit te storten. In hun eigen woorden hebben zij zoveel meer verduidelijkt dan de meest doorwrochte academische analyse. Het resultaat is een vlot leesbaar werk dat bij vele lezers de wenkbrauwen meermaals zal doen fronsen.
Geert Schuurmans
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies