Cees Zweistra
Fons Mariën
Non-fictie
  • 679 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 oktober 2023 Woke theater. Hoe we ontsnappen uit de greep van woke en antiwoke.
De Nederlandse filosoof Cees Zweistra betitelt zijn boek als een essay. Het is geen sociologische of wetenschappelijke studie, maar het resultaat van zijn reflectie over wat hij als woke en antiwoke ziet. Dit boek is niet gemakkelijk te bespreken, want heel anders dan de andere boeken die ik over dit onderwerp las. De auteur ontwikkelt een geheel eigen kijk op deze thematiek.
Aanvankelijk ziet de auteur een essay over woke als een extra hoofdstuk van zijn boek over complotdenken, Waarheidszoekers (2021). Maar al snel ondervindt hij dat woke echt bestaat, niet alleen in de perceptie van antiwokers en eventuele complotdenkers. Hij geeft als voorbeeld een passage uit ‘De handleiding voor respectvolle en inclusieve communicatie’ van de Gemeente Amsterdam. Een voorbeeld uit deze handleiding: “Ernst de Groot werd bij de geboorte geregistreerd als meisje en ook zo opgevoed. Later is hij gaan leven volgens zijn mannelijke identiteit”. Dit is onmiskenbaar een woke beleidsdocument van een officiële instelling.
Vervolgens onderzoekt Zweistra kort welke filosofieën aan de grondslag van woke liggen. Hij vermeldt enkele namen zoals Derrida, Marcuse of Foucault. Dit gender-voorbeeld is duidelijk te linken aan Judith Butler en haar boek Gender Trouble (1990). Maar in het geheel vindt de auteur “het moeilijk om wokisme eenduidig te verbinden aan een filosofische stroming waarin bijvoorbeeld het slachtofferschap tot deugd wordt gemaakt.” (p. 26)
Opmerkelijk is vervolgens zijn hoofdstuk ‘Woke als arrivé-liberalisme’. Daarin stelt hij: “Woke is niet alleen het activisme van spandoeken, van schreeuwende jongeren met gifgroene haren die erkenning eisen voor hun neutrale voornaamwoorden zoals in de YouTube-filmpjes van Jordan Peterson” (p. 34). Dat woke-activisme leeft volgens Cees Zweistra niet echt, wat hij concludeert uit de belabberde verkiezingsuitslag van Bij1, de wokepartij bij uitstek, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Bij1 verdween zelfs “uit de gemeenteraad van Amsterdam, de stad waar het allemaal begonnen is.” (p. 34) Het radicale woke is slechts “onderdeel van een beeld, de karikatuur die antiwoke van woke gemaakt heeft.” (p. 35)
Cees Zweistra verbindt de denkbeelden van woke aan “iedereen die voor vooruitgang is, iedereen die weldenkend is.” (p. 35) Met andere woorden: “Wat je nu bent als je woke bent, is een vooruitgangs-bourgeois, een arrivé-liberaal.” (p.36) Woke staat voor de tijdgeest: “De tijdgeest van nu is niet woke in de vorm van een wijdverspreide, activistische cancel culture, maar in een wijdverspreide common sense dat het boven het debat verheven is om individuele, menselijke emancipatie in alles centraal te stellen.” (p. 36) Hij noemt onder meer Joris Luyendijk, auteur van De zeven vinkjes (2022), als voorbeeld van iemand die mee is met de tijdgeest.
Nog een verduidelijking van hoe Zweistra woke ziet: “Niet de radicaliteit, niet de bezetting van campussen, of de cancelling van omstreden figuren als Jordan Peterson, maar het begaan zijn met de vraag hoe zoveel mogelijk mensen een leven kunnen leiden waar de deuren als vanzelf voor je opengaan, omdat je zeven vinkjes hebt, omdat je net zo bent als Joris Luyendijk.” (p. 40) Hij hoopt dat hiermee ook de deuren opengaan voor mensen die Ibrahim heten. Verder besluit hij dat woke niet radicaal is maar gearriveerd. Woke ziet zichzelf in emancipatietermen, waarbij iedereen zichzelf moet kunnen zijn. Vervolgens nuanceert hij door de groep arrivé-liberalen als een spectrum te bestempelen en drie types te onderscheiden. De variant van de “vooruitgangsfundamentalisten” (met mensen als Gloria Wekker en Sylvana Simons) is meer ideologisch en herken ik meer als de ware wokisten.
Vervolgens richt Cees Zweistra zijn blik op antiwoke: “Woke is gearriveerd en doorgaans bezig met thema’s die antiwoke ook erg aanspreken: individuele vrijheid, vooruitgang en technologie. Om die overeenkomsten te verbloemen, leeft antiwoke in een mythe die rond woke gemaakt is. En in die mythe pakt antiwoke voor zichzelf de aangename rol van degene die pal staat voor vrijheid, en die als een steunpilaar van het normaal zijn de wereld op z’n schouders draagt.” (p. 53) Vrijheid is in de antiwoke-betekenis verbonden met menselijke kracht, de eigen verdienste. Antiwoke staat ook voor de verdediging van de normaliteit, de overlevering en de traditie. Antiwoke ziet in de mythe van woke een zondebok en vice versa. “We staren als samenleving gebiologeerd naar een strijd die lijkt te gaan tussen twee uitersten.” (p. 57)
De auteur gaat vervolgens dieper in op deze strijd en op hoe woke en antiwoke zich positioneren tegenover vrijheid en vooruitgang en waarin hun visies verschillen. Voor woke is vooruitgang morele vooruitgang, een verderzetting van de emancipatie. Voor antiwoke is vooruitgang meer materieel: met Easyjet naar Barcelona kunnen vliegen, met een SUV kunnen rijden etc. Vanuit het oogpunt van woke is de antiwokist conservatief want voor woke is iedereen die niet met haar mee is een conservatief. Maar de radicale trekjes van antiwoke zijn niet zijn kern, evenmin als dat voor woke het geval is, volgens Cees Zweistra. Hij besluit hieruit: “Antiwoke is de concurrent van woke, en niet haar tegenstrever, zij speelt hetzelfde spel. En om dat te verhullen wordt gedaan alsof woke een onvrijheidsbeweging is, waartegenover antiwoke de stem van vrijheid en vooruitgang is.” (p.67)
In het hoofd van Cees Zweistra voeren woke en antiwoke in feite een schimmenoorlog. Dit is het theater uit de titel. “Als concurrenten binnen het spectrum van het arrivé-liberalisme hebben woke en antiwoke er geen belang bij het spel zelf te veranderen.” (p.94)” Maar dit schimmenspel leidt ons af van de noodzaak een ethiek te ontwikkelen, die op een andere leest is geschoeid. En die ethiek vertrekt niet vanuit het individu, maar vanuit de wereld waar het individu in staat en waaraan het individu terug moeten worden vastgemaakt.” (p.101) Want het naïeve vooruitgangsdenken zou zijn einde moeten vinden in de catastrofe van de klimaatverandering en van andere hedendaagse ecologische kwesties. We moeten dus een alternatief vinden voor wat Cees Zweistra als een theater, een schimmenspel benoemt. “De wereld van nu vraagt niet om emancipatie, maar om verantwoordelijkheid. En zowel woke als antiwoke zijn daar niet mee bezig. Het vrijheidsdenken is een tijdsgebonden ethiek en heeft z’n beste tijd gehad.” (p. 103)
Het alternatief voor “het geweld van de vrijheid en de mateloosheid van de vooruitgang” ziet de auteur in “een ethiek waarin we ons opstellen als de erfgenaam.” (p.104) Dit is een ethiek van grenzen, een ethiek waarin we onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Die verantwoordelijkheid gaat volgens Zweistra niet over grote, abstracte zaken (de Vrijheid, de Vooruitgang) maar is concreet in de verantwoordelijkheid voor je woonomgeving. “Je bent verantwoordelijk voor alles wat in je macht ligt en vanuit die macht volgt de plicht zorg te hebben voor wat binnen je macht valt.” (p. 106) Deze ethiek is begaan met het kleine, het concrete, het lokale en het nabije. Zweistra stipt verder drie aandachtsgebieden aan: een ethiek waarin de dingen een centrale plaats innemen (niet de mens), de ethiek van de erfgenaam is ook een ethiek van kleine daden en tenslotte is ze een ethiek van het huis, van de gezelligheid. De auteur werkt deze punten vervolgens uit in drie korte hoofdstukken.
Ik weet niet goed wat ik over dit boek moet denken. Het is heel anders dan de vele die ik al over woke gelezen heb. Wellicht waren dat vooral boeken in het antiwoke-paradigma. Het is verrassend dat hij woke en antiwoke plaatst als concurrenten binnen het spectrum van eenzelfde arrivé-liberalisme zoals hij dat noemt. Nog verrassender is Zweistra’s alternatief, dat uiteindelijk doodloopt op kleine dingen, kleine daden en (godbetert) gezelligheid. Nochtans, in zijn bespreking van woke en antiwoke geeft hij talrijke voorbeelden waaruit blijkt dat er een groot verschil tussen beide. Dat de strijd tussen beide slechts theater is durf ik te betwijfelen. Het begrip verantwoordelijkheid lijkt me zeker belangrijk om een alternatief op te bouwen. In elk geval staan in dit essay veel belangrijke, en vaak originele gedachten in die de lezer aanzetten tot reflectie.

Fons Mariën
Cees Zweistra
Fons Mariën
Non-fictie
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies