Patrick Loobuyck
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 946 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

30 oktober 2023 Wetenschap en religie. Een spannend duo.
Wetenschap en religie zullen altijd een spannend duo blijven. De ondertitel is daarom goed gekozen. ‘Het gesprek over wetenschap en religie blijft [..] nog wel eventjes relevant.’ Patrick Loobuyck maakt die conclusie in de slotbeschouwingen van zijn tweehonderddertig pagina’s tellende nieuwe boek. Stof bij overvloed om er een boek over te schrijven, een boek waarvan de auteur in zijn inleiding meedeelt dat het ‘al langer op zijn verlanglijstje stond om te schrijven’.
Dat ik aanvankelijk wat op mijn honger bleef en de persoonlijke gedachte had dat het leek alsof ik een inleiding van de filosofie aan het lezen was, bleek bij het vorderen van de lectuur van de uitgave al snel een foute beoordeling. De in acht hoofdstukken, grotendeels chronologisch opgebouwde kijk van de hoogleraar en moraalfilosoof op één van de meest verdelende en bijgevolg intrigerende kwesties uit onze geschiedenis, wordt alsmaar interessanter naarmate het einde van het boek nadert.
De auteur geeft zelf aan dat hij vooral de discussies wil verhelderen en niet de intentie heeft om lezers van religie of atheïsme te overtuigen maar daarentegen wil helpen om de verhouding tussen religie en wetenschap te ordenen. Hij benadrukt dat hij van buitenaf kijkt en geen bepaald model verdedigt. Dat hij zelf katholiek opgegroeid is, maakt dat er iets persoonlijks op het spel staat, geeft de auteur al in de inleiding mee. Voor de lezer is dat een interessant gegeven.
Loobuyck studeerde eerst godsdienstwetenschappen waardoor hij beetje bij beetje van zijn geloof afviel en uiteindelijk daarna nog moraalwetenschappen ging studeren. Begrijpelijk dat dit boek ooit uit zijn pen zou komen. Begrijpelijk ook dat de spannende relatie tussen geloof en wetenschap hem bezighoudt. En hij is niet alleen. Van oudsher zijn mensen op zoek naar kennis en inzicht, willen ze graag grip krijgen op hun omgeving en zijn ze op zoek naar zingeving. ‘Ziedaar de mens’ dus én tegelijkertijd titel van het eerste hoofdstuk waarin de auteur de mens zelf uit de doeken doet. In een belangrijk tweede hoofdstuk maakt de lezer kennis met drie typologische posities. De moraalfilosoof schrijft dat de hoofdstukken van zijn boek afzonderlijk kunnen gelezen worden, maar het lijkt me noodzakelijk dat de ‘battlefield-positie’, de ‘nothing in common-positie’ en de ‘togetherness-positie’ gekend zijn door de lezer om geïnformeerd door het boek te gaan. De middelste hoofdstukken zullen bovendien zeer boeiend zijn voor wie een eerste keer kennis maakt met de geschiedenis van de filosofie.
De relatie tussen religie en wetenschap komt onder hoogspanning wanneer Darwin met de evolutietheorie een mokerslag uitdeelt. In hoofdstuk zes wordt beschreven welke uitdaging dit betekende voor het scheppingsgeloof. 
In het zevende en mijn blijkbaar - afgaande op de vele, o schande, potloodlijnen - favoriete hoofdstuk ‘Een dovemansgesprek’, wordt zowaar ons aller Gerard Bodifée ten tonele gevoerd. En word ik meteen ook naar mijn kindertijd gekatapulteerd. Via de Vlaamse natuurkundige en filosoof legt Loobuyck het NOMA-principe uit. ‘Wetenschap en religie zijn twee afzonderlijke perspectieven op de werkelijkheid die elkaar aanvullen’. Je komt te weten waarom Wittgenstein hier zijn intrede doet, wie het zijn die het NOMA-principe het meest overtreden en wie het heel moeilijk heeft om dat principe te verdedigen als je wil volhouden dat de Koran geen mensenwerk is. Dat de auteur ‘zijn benadering van buiten uit’ bevestigt, komt tot uiting in zowel de vermelding dat de bewijslast dat God bestaat bij de gelovigen ligt en niet bij de atheïsten én in die waarin gesteld wordt dat atheïsten oogkleppen moeten afgooien en inzien dat religies troost kunnen bieden, het kind moet niet met het badwater weggegooid worden.
Het laatste hoofdstuk ‘Nakomelingen’ belicht sociaal darwinisme, zelfzuchtige genen en laat de lezer kennismaken met CSR (cognitive science of religion). CSR is een relatief nieuw vakgebied dat onderzoekt hoe het komt dat ons brein heel erg vatbaar is voor religieuze ideeën en hoe die zich blijven verspreiden. Dat er religieuze diversiteit is, is het gevolg van cultuur, dat er heel wat universele kenmerken zijn is het gevolg van normale cognitieve processen en mechanismen. Ook in dit hoofdstuk let Loobuyck erop dat hij het gegeven vanuit meerdere hoeken bekijkt. Hij haalt er Dawkins en Denett bij die ervan overtuigd zijn dat religieus gedrag en religieuze opvattingen niet de mens of de samenleving ten goede komen, ‘maar de replicatie van de religie zelf’. Maar geeft hij evenzeer mee dat de socioloog Emile Durkheim vindt dat religieuze opvattingen een sociaal bindmiddel is en de cohesie verbeteren. Ook dit hoofdstuk is bijzonder boeiend geschreven en toont aan dat Loobuyck wil informeren om mensen in staat te stellen hun vatbaarheid voor impulsen te sturen en in te gaan tegen sommige intuïtieve, genetische sturingen.
‘Wat nu?’, vraagt de auteur zich tot slot af. ‘Nu de evidentie voor het wetenschappelijke wereldbeeld zo robuust is, is het aan de religie om daarmee in het reine te komen’. We zijn in staat ons los te maken van religie en ons de wetenschappelijke manier van denken eigen te maken. Niet verwonderlijk dat hij zich focust op onderwijs. De kwaliteit van onderwijs en de gemiddelde scholingsgraad zijn daarvoor in een samenleving van grote betekenis. Wat niet betekent dat er geen plaats meer zou mogen zijn voor emoties en existentiële ervaringen, zo benadrukt de auteur, mensen blijven geraakt door schoonheid en de complexiteit van de natuur. ‘We weten evenwel meer en die klok is niet terug te draaien’.
Het laatste woord is nog niet gezegd, zo eindigt de auteur. Hij heeft alvast niettemin heel wat verhelderd. Het onderwijs zou zich van haar kant kunnen focussen op zijn boek. Het boek helpt inderdaad om de gedachten over de verhouding tussen wetenschap en religie te ordenen. En op scherp te stellen. Het gesprek over wetenschap en religie blijft inderdaad nog wel eventjes relevant.

Sophia De Wolf
Patrick Loobuyck
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies